Financiën en Economie

Supertrawler Carolien moet het ontgelden

Greenpeace en Novib
hekelen overbevissing

IJMUIDEN – Greenpeace en Novib hebben zaterdag in IJmuiden gezamenlijk de aandacht gevestigd op de overbevissing voor de Afrikaanse kust. Dat deden zij tijdens de overdracht door de werf van de nieuwe supervriestrawler Carolien aan rederij Vrolijk.

De 126 meter lange drijvende visfabriek vaart binnenkort uit naar de West-Afrikaanse kust bij Mauritanië. Daar kan de kolos liefst 3500 ton vis vangen, verwerken en invriezen.

Zowel milieu als derde wereld lijden onder deze overbevissing. Volgens beide organisaties komt de bestaanszekerheid van honderdduizenden mensen hierdoor in gevaar. De diepvriestrawlers betekenen het einde van enorme scholen vis zoals sardines en makreel die in de kustwateren voor Senegal en Mauritanië zwemmen. De kuststrook is de kinderkamer van deze soorten en tot nu toe het jachtgebied voor lokale vissers. De komst van de trawlers drukt hen de markt uit.

In de Europese wateren zijn de hoeveelheden haring, makreel en horsmakreel sterk teruggelopen. De grote reders verleggen hun terrein daarom voor een deel naar West-Afrika. Dat is mogelijk dankzij visserijakkoorden tussen de Europese Unie en een groot aantal Afrikaanse landen. De regering van Mauritanië ontvangt daarvoor weliswaar jaarlijks 110 miljoen gulden, maar de lokale visserijgemeenschappen profiteren daar nauwelijks van.

50 procent inkrimping
De wereldvoedselorganisatie FAO beweert dat bijna driekwart van de visbestanden op dit moment volledig bevist, overbevist of ingestort is. De gevolgen daarvan voor het ecosysteem zijn niet te overzien. Al in 1995 gaf de FAO aan dat in de West-Afrikaanse wateren de meeste bodemvissen overbevist zijn en dat de visserij op makreel en horsmakreel niet verder kan groeien.

Maar de capaciteit van de vissersvloot breidt nog altijd uit. De “Carolien” bijvoorbeeld kan evenveel vis vangen als drie in grootte vergelijkbare trawlers die vóór 1980 zijn gebouwd. Greenpeace stelt dat wereldwijd inkrimping met 50 procent nodig is om de visbestanden weer structureel gezond te krijgen.