Financiën en Economie

Den Oudsten heeft 100 man extra personeel nodig

Tocht langs 26 werkstations
maakt een bus tot een bus

Door Bea Versteeg
WOERDEN – Als een feniks is Den Oudsten Bussen uit zijn as herrezen. Vier jaar geleden was het Woerdense bedrijf failliet. Op de valreep van 1997 zoekt de busbouwer van het jaar honderd nieuwe personeelsleden om het hoofd te kunnen bieden aan de wassende orderstroom.

Eén per dag, vijf per week, een 200 dit jaar. Zoveel bussen verlaten de fabriek in Woerden. Voordat zij de weg oprijdt, heeft een bus 26 werkstations gepasseerd. De medewerkers verrichten bij elke 'halte' een bepaalde handeling. Het begint met het lassen van het frame en eindigt met het plaatsen van de stoelen. Het is echt handwerk, er komt geen robot aan te pas.

Bussen bouwen is maatwerk, zegt directeur drs. P. Petermeijer. „Elke klant heeft andere wensen. Zo maken we stadsbussen voor Zwolle die op lpg lopen. Het vervoersbedrijf in Den Haag wil de extra lange, gelede bussen”.

Kunststof
Voor de Rotterdamse RET leggen de busbouwers de laatste hand aan een heel bijzondere bus. Het voertuig is uitgerust met een zogenaamde hybridemotor en het casco is van kunststof. Het is een lichtgewicht bus. Zij weegt door het kunststof maar zeven ton. Een normale bus is vier ton zwaarder. De bus is ook kleiner, zij meet maar tien meter. Het gangbare type is 12 meter lang. „Maar toch kan zij evenveel mensen vervoeren als de gewone bus”.

Bij de ontwikkeling van dit revolutionaire openbaar vervoermiddel heeft Den Oudsten samengewerkt met Fokker Special Products. De Europese Commissie heeft ook een duit in het zakje gedaan. Het project kreeg wat subsidie omdat het zal leiden tot een schoner en goedkoper openbaar vervoer.

De RET gaat in januari rijden met de lichtgewicht bus. Het bedrijf zal tijdens de proefperiode van drie jaar kijken of de bus aan de verwachtingen voldoet. Intussen is de busfabrikant begonnen aan de bouw van een tweede bus.

De ontwikkeling van de lichtgewicht bus noemt Petermeijer baanbrekend. „Het zal leiden tot een veel goedkoper en milieuvriendelijker openbaar vervoer”.

Als de lichtgewicht bus aan de verwachtingen voldoet, zullen de orders binnenstromen. Op een beurs in Duitsland dit jaar was er veel belangstelling voor het nieuwste product van het Woerdense bedrijf. Tijdens een belangrijke tentoonstelling in België, waar zo'n beetje alle busfabrikanten aan meedoen, is Den Oudsten uitgeroepen tot “busbouwer van het jaar” vanwege de lichtgewicht bus.

Vijf jaar
Met gepaste trots vertelt Petermeijer over zijn bedrijf. Vier jaar geleden had hij niet kunnen denken dat Den Oudsten al zover op de weg terug zou zijn, als de busfabrikant nu is. „Wij hadden erop gerekend ten minste vijf jaar nodig te hebben om op dit punt te komen”. Het bedrijf zal dit jaar een omzet van 70 miljoen gulden behalen.

De busfabriek is in 1926 gesticht door Marinus den Oudsten. Tot 1991 was het winstgevende bedrijf eigendom van deze familie. Na veel aandrang verkocht Jan den Oudsten zijn aandelen aan United Bus. Dit bedrijf was ontsproten aan het brein van een consulent die een oplossing zocht voor DAF Bus, een volledige dochter van DAF Trucks en bouwer van chassis. In United Bus ging ook Bovaa, de bouwer van touringcars, op.

Twee jaar later was United Bus failliet. Het personeel en de Industriebond FNV zochten contact met Den Oudsten en Petermeijer, die op dat moment in het Canadese Winnipeg New Flyer Industries bestierden. Deze Canadese busbouwer was eigendom van Den Oudsten maar in 1991 buiten de verkoop gebleven.

Na gesprekken met de curator en accountants besloten Den Oudsten en Petermeijer de onderneming een herstart te gunnen. „We zagen kansen om het bedrijf weer winstgevend te maken”. De familie Den Oudsten kocht het bedrijf terug van de curator. Met de dagelijkse leiding hebben zij Petermeijer belast.

Bij de doorstart verloren wel 120 van de 320 personeelsleden hun baan. Voor alle mensen heeft Den Oudsten destijds een regeling getroffen. Omdat het al snel weer bergopwaarts ging met het bedrijf, konden binnen een halfjaar al zo'n veertig oude medewerkers terugkeren. Momenteel werken 280 mensen bij de busfabrikant. Onlangs begon het bedrijf met de werving van nog eens honderd nieuwe medewerkers.

Houston
De behoefte aan extra personeel is het gevolg van een explosieve groei van het aantal opdrachten. De orders komen de laatste tijd voor een aanzienlijk deel uit de Verenigde Staten. Een belangrijke opdrachtgever is Houston. Dit jaar bestelde deze Amerikaanse stad voor zijn openbaarvervoerbedrijf 67 stadsbussen. Deze opdracht kreeg een vervolg. Volgend jaar mag Den Oudsten nog eens 118 bussen bouwen voor de Texanen.

De Woerdense busbouwer kwam met Houston in contact via het zusterbedrijf New Flyers Industries. „De Amerikanen zijn bij ons een anderhalf jaar geleden beland omdat zij streekbussen nodig hadden. New Flyers, waarbij zij klant zijn, bouwt alleen stadsbussen. Ze zijn hier op bezoek geweest en waren bijzonder geïnteresseerd in de interliners. Wij hebben toen samen met ons zusterbedrijf meegedaan aan de aanbesteding van de opdracht. Wij kwamen als laagste uit de bus en kregen de order voor 104 streekbussen”.

Een uitpuilende orderportefeuille bij New Flyers zorgt ervoor dat Den Oudsten nu ook stadsbussen voor Houston bouwt. Het Canadese zusterbedrijf heeft nog voor twee jaar werk op de plank. De ordertoevloed vanuit de Verenigde Staten is gevolg van de hoogconjunctuur. „Het gaat daar goed met de economie, dus hebben overheden meer te besteden. De busbouwers merken dat direct. Als het minder is, gaan de investeringen in en subsidies aan het openbaar vervoer meteen omlaag”.

Zonder de Amerikaanse orders zou het Den Oudsten minder florissant vergaan. De markt van de busbouwers is in Europa vooral een lokale aangelegenheid. De Nederlandse vervoersbedrijven zijn spaarzaam met het uitdelen van opdrachten. „De beoogde privatisering maakt de bedrijven onzeker. Zij stellen investeringen uit totdat zij zeker weten dat ze volgend jaar ook nog werk hebben. De marktwerking legt niet alleen in Nederland maar overal in de Europese Unie bijna alles lam”.

Op de thuismarkt weet de busfabrikant jaarlijks een honderd bussen te slijten. In andere Europese landen is het bedrijf bezig een positie op te bouwen. Zo heeft Den Oudsten het aantal orders uit Duitsland zien toenemen. Een niet onaanzienlijke prestatie omdat de markt daar gedomineerd wordt door drie Duitse busbouwers.

De doorbraak voor de Woerdenaars kwam nadat een regionaal busbedrijf van de Deutsche Bahn, de spoorwegen, Nederlandse bussen had besteld. Na dit ene bedrijf volgden de zusters in onder meer Braunschweig en Düsseldorf.

De orderstroom zorgt ervoor dat Den Oudsten de productie flink ziet oplopen. Dit jaar reden er 200 bussen uit de Woerdense fabriek, volgend jaar zullen dat er 300 zijn. Petermeijer hoopt in 1999 470 bussen te bouwen. Dit aantal is ook precies de maximumcapaciteit van de busbouwer.