Economie2 juli 2001

Automobilisten tonen begrip voor wegblokkades boeren

„Alleen de catering is waardeloos”

Door E. van Dijkhuizen en J. Visscher
AMERSFOORT/APELDOORN – Een giertank, een veewagen, twee trekkers, een stuk of tien boeren én een koe. Meer is niet nodig om het verkeer op de A28 bij Amersfoort dik twee uur plat te leggen. „Negen uur is negen uur”, gilt veehandelaar Henk van de Mheen uit Barneveld door z'n mobiele. De getergde actievoerders houden woord. Klokslag negen uur heffen ze hun blokkade op en komt de stroom blik weer in beweging.

Raymond van Eijk staat met z'n busje van de baas vooraan. Sinds kwart voor zeven. „Als ik één minuut eerder was geweest, was ik erdoorgeglipt”, zegt de elektromonteur spijtig. „Ik zag die trekkers voor me zigzaggen.” Kwaad op de boeren is Raymond niet. „Het water staat ze tot aan de lippen. Ik begrijp het best. Het zijn allemaal eigen baasjes. Ik krijg m'n geld aan het eind van de maand evengoed wel.” Raymond wacht rustig af tot het de boeren belieft hem door te laten. „Alleen de catering is waardeloos”, moppert hij, snakkend naar koffie.

De enige koe in het gezelschap snuffelt aan de giertank. Twee agenten kloppen het beest goedkeurend op de rug. Ineens paniek. „Aan de kant”, brult een kerel in overall. Over de vluchtstrook nadert een motoragent met achter zich een blauwe Astra. Behoedzaam slingert het voertuig langs de schots en scheef geparkeerde vrachtauto's. „Jongens, de koe moet aan de kant. Is-tie goed verzekerd?” geint Van de Mheen.

Ingeblikt
Motorrijders mogen door. Tenminste, als ze zich fatsoenlijk gedragen en geen commentaar geven. Eentje doet dat wel. „Man, ik kom te laat op m'n werk door dat gedoe van jullie”, scheldt hij vanonder z'n helm. Van de Mheen, op klompen, gaat wijdbeens voor hem staan. „Wil je 'm soms ingeblikt thuis hebben?” wijst hij dreigend op de glimmende motor. „Stuk hondenvoer.” Agenten bemiddelen, waarna de man, waarschijnlijk met kloppend hart, zijn weg vervolgt.

Gisteren zat Van de Mheen in de kerk, vandaag veroorzaakt hij met z'n mannen een chaos in het verkeer. „Ik denk dat dat wel kan”, zegt hij, leunend tegen een veewagen. „We worden kapot gemaakt door Brinkhorst. Die man zit achter z'n bureau allemaal regeltjes te verzinnen die gewoon niet werken. Hij staat veel te ver bij de boeren vandaan. Brinkhorst moet weg. We píkken het niet langer.”

Een collega mengt zich in het opgewonden gesprek. „De boeren hebben sinds februari 40 procent inkomstenderving. Ik heb dertien, veertien weken thuis gelopen. Brinkhorst snapt er helemaal niets van. Ze hebben het in Den Haag steeds maar over Zorreguieta, maar hij is Zorreguieta twee.”

„Tot nu toe heeft Brinkhorst gewonnen, maar nu zullen wij winnen”, zegt Van de Mheen strijdlustig. „De boeren in Kootwijkerbroek heeft hij klein gekregen met waterkanonnen, maar wij gaan door, net zo lang totdat die mkz-regels van tafels zijn.” Een politieman komt aanlopen. Van de Mheen kijkt hem recht in de ogen. „Als deze man uit zijn hart zou spreken is-tie het met ons eens. Niet dan?” De agent aarzelt, zegt dan tactisch: „Ik kom zelf uit een boerengeslacht.”

Rammelaar
Ook op de snelwegen rond Apeldoorn staat rond half negen het verkeer muurvast. In de lucht cirkelt een helikopter. De familie Ypma uit Sneek staat al bijna twee uur stil. „Ik kwam hier om kwart voor zeven aanrijden, zat wat aan mijn radio te frommelen en kwam vlak voor de blokkade stil te staan”, zegt vader.

De Friese familie heeft al een lange rit vanuit Italië achter de rug. Ze komen net terug van een vakantie bij het Gardameer. Moeder ligt vermoeid in de passagiersstoel. Dochterlief Gina van vier jaar maakt het zich gemakkelijk op een kussentje op de vluchtstrook. De baby speelt met een rammelaar in een kinderzitje op het wegdek. „We zaten perfect op schema”, zegt vader Ypma spijtig. „We wisten uit de file bij Milaan te blijven – en dan kom je in Nederland in een file terecht.” Gina, wijs: „Om negen uur gaan we weer rijden.”

De gedupeerden in de file lijken wel begrip te hebben voor de acties van de boeren. „Ik heb geen enkele moeite met deze blokkades”, zegt een medewerker van een Nijmeegs installatiebedrijf achter in zijn busje. Hij moet naar Drachten. „De boeren worden aan alle kanten gepakt.” Zijn collega, instemmend knikkend, maakt van de nood een deugd. Met een boor is hij achter in de bus bezig aan een schap.

Stef van Kolk uit Nijmegen heeft ook sympathie voor de boeren, maar heeft er wel aardig de smoor in. Om half acht had hij in Zuidwolde moeten zijn. De twee uur wachttijd komt hij door met „een beetje radio luisteren.” „Het zou niet gek zijn als we hier koffie en een krantje zouden kunnen krijgen.”

Dupe
„Waarom moet het verkeer altijd de dupe zijn van protestacties?” vraagt R. Pleijster uit Didam zich vertwijfeld af. „Dat de boeren aandacht voor hun problemen vragen, akkoord, maar moet het verkeer daar dan altijd voor opdraaien? Of het nu boeren zijn of vrachtwagenchauffeurs, de wegen zitten vast.”

Om kwart voor negen heffen de boeren bij Apeldoorn hun blokkades op. Luid gejoel en getoeter. Kilometerslange rijen auto's zetten zich in beweging. Kleine Gina uit Sneek krijgt nog gelijk ook.