Economie2 juli 2001

Automaten van De Jong Duke als secundaire arbeidsvoorwaarde

„Koffiejuf is niet bij de tijd”

Door H. de Boer
SLIEDRECHT – Een koffiezetapparaat is er binnen zijn bedrijf niet te vinden. Een koffiejuf evenmin. „Niet bij de tijd.” Commercieel directeur M. de Jong van De Jong Duke gaat voor de automaat. Omdat zijn bedrijf die produceert uiteraard. Maar ook uit eigenbelang. „Ik wil verse koffie kunnen halen. Zo vaak ik maar wil.”

„Eerst koffie.” Nederland lijkt 's morgens zonder een bakje troost niet op gang te kunnen komen. Aan de gang blijven zonder het zwarte vocht lukt evenmin. Het gemiddelde verbruik ligt op 3,5 kopjes koffie per dag, bijna 160 liter op jaarbasis.

Commercieel aantrekkelijk dus, die koffiepot. De Jong Duke in Sliedrecht sleutelt al sinds 1957 ingenieuze automaten in elkaar, bedoeld om de koffiebehoefte –verslaving mag ook– snel en afdoende af te dekken. „De echte doorbraak van de koffieautomaat kwam rond 1970”, aldus De Jong, die samen met een broer de directie van het bedrijf vormt. Daarvóór was er een imagoprobleem: er kwam alleen instantkoffie –poeder en water– uit de machine. „Wij en nog een concurrent hebben in 1969 systemen op de markt gebracht –een uitvinding van een Canadees– die versgefilterde koffie kunnen leveren. Het betekende een doorbraak.”

Niet aan de deur
De Jong Duke verkoopt niet aan de deur. Alle automaten –„duizenden op jaarbasis”– vinden hun weg naar bedrijven en instellingen via Automatic Holland en Koninklijke Holland, koffiebranders van huis uit. De Jong: „Het verhaal is simpel. Voor onze twee afnemers zijn koffieautomaten het middel om koffie aan de man te brengen.”

Er valt volgens de commercieel directeur veel voor te zeggen om een automaat in huis te halen. Gewone koffiezetapparaten zijn in de meeste bedrijven verboden vanwege brandgevaar. Simpelweg een voorwaarde van de verzekeringsmaatschappij. „Maar los daarvan is het ook financieel niet aantrekkelijk. Weinig mensen hebben in de gaten hoeveel koffie uit de pot door de gootsteen wordt gespoeld. Dat kost ook geld. Komt nog bij dat koffie in de thermosfles of op het warmhoudplaatje binnen 20 minuten is verbrand. Ik proef of ruik dat vaak direct. Ik kom terug in een hotel waar ze goede koffie serveren.”

En daar ligt de kracht van de koffieautomaat: versgezet op ieder gewenst moment. In Nederlandse bedrijven staan er minstens 100.000. „Misschien wel meer. Het is een trend om verscheidene wat kleinere automaten per verdieping te plaatsen. Daar doe je je mensen een enorm plezier mee. In feite praten we over secundaire arbeidsvoorwaarden.”

De prijs voor een beetje automaat varieert van 4000 tot 9000 gulden, afhankelijk van wat-ie allemaal moet kunnen. Bijvoorbeeld chocolade en cappuccino vallen bij steeds meer mensen in de smaak. „Frisdrank is een ander verhaal. Hygiëneregels maken dergelijke toepassingen behoorlijk lastig. De praktijk is dat flesjes en blikjes dat segment hebben veroverd.”

Water
De Jong kan zich voorstellen dat directies op het eerste gezicht aanhikken tegen de aanschafprijs. „Maar ik kan je allerlei varianten voorrekenen waarin de automaat het altijd wint. Wat denk je hoeveel een koffiejuf kost? Vooral als die naast het rondbrengen van koffie weinig anders omhanden heeft.” Begrippen als ”cost of ownership” zijn heel normaal als het om het wagenpark van een bedrijf gaat. „Dan kijken de beslissers niet naar de aanschafprijs, maar naar de afschrijving. Dat het bij een koffieautomaat net zo werkt, dringt vaak nog niet door.”

De populariteit van koffie ligt bepaald niet onder vuur, al moet het imago van een bakje leut wel in de gaten worden gehouden. De Jong: „Water, al dan niet met bubbels of een smaakje, is in opmars. Vooral onder de jongere generaties. En dan hoor je al snel het verhaaltje dat water vooral gezonder is dan koffie. Maar dat is voor mij een halve waarheid. Ik ken evenveel onderzoeken die aantonen dat koffie helemaal niet slechter is. En vooral voor versgefilterd, zoals onze automaten het doen, valt veel te zeggen.” Koffiebranders als Douwe Egberts en Nestlé doen er trouwens alles aan om de jeugd bij de koffie te houden. „Funny drinks zijn in opmars. Strawberry-koffie, vanillekoffie, het is er allemaal.”

De automaten die uit de Sliedrechtse fabriek komen –de tweede poot van De Jong Duke is machinebouw– zijn stuk voor stuk plaatjes om te zien. Het oog wil inderdaad ook wat, weet de commercieel directeur. „Heel wat. Een automaat moet passen in het interieur. Bedrijven geven daar vandaag de dag veel geld aan uit. Dan willen ze geen simpele zwarte doos waar koffie uit komt. Ze willen design.” Automatenleveranciers als Automatic Holland lobbyen zelfs bij architecten om hen te bewegen in het ontwerp van een gebouw toch vooral rekening te houden met de koffieautomaat. „En dat gebeurt dus ook.”

Kleine sector
De Jong Duke heeft in Nederland twee echte concurrenten, aldus de mededirecteur. In heel Europa –de meeste automaten uit Sliedrecht gaan de grens over– in totaal zo'n vijftien. „Het is een kleine sector. Ik ken iedereen in deze markt.” Versgezette automatenkoffie wordt vooral in Noordwest-Europa gewaardeerd, weet De Jong. „In Zuid-Europa is het espresso wat de klok slaat.” Maar zelfs koffievoorkeuren zijn relatief. „Nestlé bijvoorbeeld drukt er met veel marketinggeld overal instantkoffie doorheen. Ook in Italië en Spanje.”