Economie3 maart 2001

Conjunctuur raakt uitgevers minder

Van een medewerker
Uitgevers waren traditioneel gevoelig voor een economische afkoeling door hun grote afhankelijkheid van advertentie-inkomsten. De grote Europese uitgeverijen zijn echter de afgelopen jaren veel minder gevoelig geworden voor de economische conjunctuur.

Ze hebben deze afhankelijkheid sterk verminderd en de focus verlegd naar de zakelijke en educatieve segmenten en andere aantrekkelijke groeimarkten zoals marketing informatiediensten.

Relatief sterk
Momenteel zijn VNU en Elsevier nog relatief sterk afhankelijk van advertentie-inkomsten. Vergelijken we het percentage van die inkomsten als deel van het totaal, dan is dit tussen 1998 en 2001 bij VNU teruggelopen van 47 procent in 1998 tot naar verwachting 26 procent in 2001. Bij Elsevier is dit gedaald van 24 procent naar 20 procent, bij de Britse uitgever Pearson van 15 procent naar 10 procent, terwijl het bij Wolters Kluwer is opgelopen van een kleine 5 procent tot 6 à 7 procent in 2001. Bij de Reuters Group is dit onveranderd lager dan 2 procent.

VNU heeft het deel van de inkomsten dat voortkomt uit advertenties het sterkst teruggebracht door Nielsen Media Research te kopen in de tweede helft van 1999. Daarna kocht VNU AC Nielsen in de tweede helft van 2000 en in dezelfde tijd verkocht het concern de krantenactiviteiten. De rest van de consumentenbladen wordt volgens de planning in 2001 verkocht.

Daarmee is het cyclische deel van de inkomsten sterk verminderd, zeker omdat van de resterende 26 procent aan inkomsten 10 procent afkomstig is van de constantere inkomsten van naslaggidsen zoals de Gouden Gids. Op basis van deze gegevens kan worden gesteld dat het risicoprofiel van de uitgevers is verbeterd.

Gedwongen
De opmars van internet heeft uitgevers gedwongen om zware investeringsprogramma's te starten om internet in het ondernemingsmodel te integreren. De bedragen variëren van 60 miljoen euro bij VNU in het jaar 2000 tot 1,2 miljard euro voor Elsevier over de jaren 2000 tot 2002. Het toenemende gebruik van internet levert voor de uitgevers naast kansen ook bedreigingen op. De grotere toegankelijkheid van informatie door internet zal naar alle waarschijnlijkheid zorgen voor een meer concurrerende omgeving. Dit komt door een grotere doorzichtigheid van de markten voor consumenten en lagere toegangsdrempels voor nieuwe markttoetreders.

Om de marktpositie te verbeteren in een competitievere omgeving kunnen uitgevers een goede startpositie creëren. Dat kan door de activiteitenportefeuille te rationaliseren en zich te richten op een beperkt aantal markten, waarin de respectievelijke bedrijven een leidende uitgangspositie hebben. Mede daardoor kunnen zij de dienstverlening voor hun klanten optimaliseren.

VNU is hiermee sterk bezig door de aanschaf van Nielsen Media Research en AC Nielsen, waarmee het bedrijf een unieke positie heeft verworven in het segment voor marketinginformatie. Bovendien heeft VNU met de aanschaf van Miller Freeman USA een leidende positie verworven in het business-to-businesssegment (B2B) op het gebied van handelsbladen, exposities en B2B-internetsites.

Aanscherpen
Mede doordat de kranten en de consumentenbladen worden afgestoten, heeft VNU haar focus verlegd naar nieuwe groeimarkten. Elsevier is druk bezig om haar divisie voor zakelijke informatie aan te scherpen door te focussen op een beperkt aantal sectoren, waarin het een leidende positie kan krijgen op regionale of wereldwijde schaal. Het gaat dan om de entertainmentsectoren, de elektronische industrie en de bouw.

Met de aanschaf van Miller Freeman Europe heeft Elsevier haar leidende positie in Europa versterkt op het gebied van handelsexposities, een aantrekkelijke groeimarkt voor de komende jaren. Met meer en meer handel via B2B-sites op internet zal de markt voor exposities en demonstraties de komende jaren sterk groeien. Daarnaast heeft Elsevier met de overname vorig jaar van Harcourt General een definitieve voorsprong genomen op de voornaamste concurrenten Wolters Kluwer en McGraw Hill in de marktsegmenten wetenschap, technologie en medisch. Zowel in de markt voor wetenschappelijke publicaties (met een marktaandeel van 25 procent) als in de markt voor medische publicaties (marktaandeel van 30 procent) heeft Elsevier wereldwijd nu een leidende positie.

Pearson heeft zich sterk gericht op de educatieve markt door overnames de afgelopen jaren van Simon&Schuster, Dorling Kindersley en door de aanschaf van National Computer Systems. Pearson heeft hiermee wereldwijd een leidende positie bewerkstelligd in de educatieve markt. Tegelijkertijd heeft Pearson haar tv-productiebedrijf (Pearson TV) gefuseerd met de RTL Group en daarmee een sterke regionale speler gecreëerd.

Reuters Group en Wolter Kluwer zijn de afgelopen jaren minder agressief op het overnamepad gegaan. Reuters heeft zichzelf uitstekend geherpositioneerd ten opzichte van nieuwe marktontwikkelingen en is een sterk investeringsprogramma begonnen om de bedrijfsactiviteiten ook via internet te brengen.

Toppositie
Wolters Kluwer stelde teleur door een zwakke aanpak met betrekking tot het versterken van de positie op de markt voor juridisch en zakelijk drukwerk. Tevens heeft het nagelaten om zich te herpositioneren ten opzichte van snel groeiende markten via internet. Wolters Kluwer heeft wel een zeer sterke positie op het gebied van belastingwetgevingspublicaties in de VS en een toppositie in het medische segment. Deze positie is echter relatief verzwakt door de overname van Harcourt General door Elsevier.

Voor de komende jaren zullen leidende posities in bepaalde marktsegmenten en de positionering ten opzichte van internet voor een belangrijk deel de winstvooruitzichten bepalen. Binnen de mediasector nemen uitgevers als Elsevier en VNU naar onze mening een sterke positie in.

Dit artikel is gebaseerd op het mediarapport van de researchafdeling van Effectenbank Stroeve.