CAN vult bij leden de gaten op

Pieken en dalen. Elk sector kent ze. Voor sommige bedrijven behoren ze bij de bedrijfsvoering als de dag bij de nacht. De ene keer is er nauwelijks werk, het andere moment stapelt het aanbod zich op. Vooral in de bouw, bij de grondwerkers en het groen wisselt de hoeveelheid aanzienlijk. In de zomer werk genoeg, in de winter –als het buiten bezig zijn sowieso geen pretje is– kan het een paar tandjes minder. Personeel is er dan in overvloed.

Reserve
Een aantal bedrijven in het midden- en kleinbedrijf zocht naar een oplossing hiervoor. Naar het voorbeeld van de bedrijfsverzorging in de agrarische sector besloten zij veertien jaar geleden tot de oprichting van CAN. „Het ging hen om het opbouwen van een reserve voor de pieken en dalen”, vertelt directeur T. E. Bor. „Ze besloten het arbeidsaanbod onder te brengen in een pool. In de praktijk betekent het bijvoorbeeld dat een hovenier in de winter in een veevoederfabriek werkt, waar dan de productie op volle capaciteit draait.”

De bedrijven hebben ervoor gekozen hun pool de vorm van een coöperatie te geven. In het totaal zijn 200 bedrijven lid van CAN. Zij hebben voor het lidmaatschap 500 gulden entreegeld betaald. De jaarlijkse contributie bedraagt 150 gulden. CAN voorziet hen van tijdelijke arbeidskrachten. Zij doet dat tegen kostprijs en is daardoor goedkoper dan een uitzendbureau.

Ook het personeel merkt dat het niet voor een uitzendbureau werkt. Na een proeftijd komt het in vaste dienst bij CAN. „Wij hebben dus altijd de mensen vast in dienst gehad. De uitzendbureaus kennen dat pas sinds de Wet flex en zekerheid.” De coöperatie zorgt ervoor dat zij het hele jaar aan de slag zijn. Als er even geen werk is, wordt de tussentijdse periode opgevuld met het opnemen van ATV-dagen.

Oplossing
Voor het vullen van gaten in de personeelsbezetting van de leden beschikt CAN over een vaste kern van zeventig vaste en ongeveer vijftig tijdelijke medewerkers. Als ze er meer vraag is, probeert de coöperatie met inlenen daaraan te voldoen. Toch vond het bestuur de situatie niet bevredigend. „Wij konden niet altijd aan de vraag voldoen. Onze leden klopten daarom aan bij uitzendbureaus.” Het bestuur gaf Bor de opdracht een oplossing te zoeken. „Wij wilden onze leden van dienst kunnen blijven zijn. Bovendien wilden wij medewerkers van een goede kwaliteit kunnen blijven leveren.”

Aan de kwaliteit van het personeelsbestand mankeerde niets. „Wij zijn goed in het meedenken met onze leden. Onze uitvoerders –CAN werkt met uitvoerders in plaats van intercedenten– weten precies welke mensen welk bedrijf nodig heeft.” Dat was het probleem dus niet. Wat dan wel? „Wij waren zwak in de werving en selectie van nieuwe krachten. Wij hadden daar geen netwerk voor.” CAN beschikt niet over een filiaal in elke plaats in haar werkgebied – ruwweg Midden-Nederland. Zij heeft alleen een hoofdkantoor in Sliedrecht.

De onzichtbaarheid voor het grote publiek tikt extra hard aan bij de huidige krapte op de arbeidsmarkt. Bij een werkgever die de mensen niet kennen, kloppen ze ook niet aan voor werk. Het manco in de organisatie denkt CAN te hebben opgelost door een samenwerkingsovereenkomst te sluiten met de uitzendorganisatie Creyf's Interim. „Zij gaat voor ons de werving en selectie doen. Wij bieden de mensen werk aan bij onze leden. Eventueel leiden we ze ook op. Wij beschikken over de vakkennis om hen op de juiste plaats te krijgen en te houden.”

Bij de selectie is wel een uitvoerder van CAN aanwezig. „Hij kan zien of een bepaalde kracht ook de vakman is die wij zoeken. En of hij zijn prijs waard is. Ook benadrukt de uitvoerder dat werken via CAN geen vrijblijvende zaak is. Wie om zeven uur in de keet aanwezig dient te zijn, moet dat ook zijn. Wij moeten erop kunnen rekenen dat de kracht ook daadwerkelijk komt.”

Momenteel zijn op zestien filialen van Creyf's regelmatig medewerkers van CAN aanwezig zijn. Het is de bedoeling dat dit op den duur op alle vijftig vestigingen van de uitzendorganisatie het geval is. „We streven ernaar om elke maand per filiaal een man meer bij onze leden aan het werk te krijgen. Over achttien maanden moeten er 110 bijgekomen zijn.”

Uitdaging
Een ambitieuze doelstelling, erkent Bor. „Het is een uitdaging voor ons. Wij zullen ons meer moeten richten op het halen van omzet. Tot nu toe keken we bijna uitsluitend naar de belangen van onze leden. Daaraan wilden we zo goed mogelijk tegemoetkomen. De samenwerking met Creyf's maakt dat we iets commerciëler moeten gaan werken.”

Creyf's en CAN zijn overeengekomen om samen de risico's en de kosten van de alliantie te delen. Door de kosten te delen kan de coöperatie de tarieven voor haar leden betaalbaar houden. Als dat niet het geval zou zijn, is het voor de leden aantrekkelijker de personeelsgaten via het gewone uitzendbureau op te vullen. Het hoog houden van de kwaliteit, met lage tarieven is een van de doelen waar CAN naar streeft. „Wij hoeven geen winst te maken. Elk jaar moeten we op nul uitkomen. Als halverwege het jaar blijkt dat we flink in de plus zitten, passen we meteen de tarieven aan. Daar hebben de leden meer aan dan aan een winstdeling achteraf. Daarover is dan al 35 procent vennootschapsbelasting betaald.”