Olieprijs op hoogste
niveau in tien jaar

De olieprijs is na een korte daling weer aan een opmars begonnen uit zorgen over de Amerikaanse olievoorraad. Vorige week bleek dat die op het laagste peil sinds 24 jaar zit. Gisteravond publiceerde het Amerikaans Olie Instituut (API) nieuwe cijfers, die aantoonden dat de voorraad was toegenomen met 7,4 miljoen vaten. In New York daalde daarop de olieprijzen licht.

Met de prijs voor een vat Brent-olie van 32,23 dollar werd gisteren de eerdere recordprijs (31,95 dollar) overschreden. Alleen ten tijde van de Golfcrisis in 1990 werd voor olie meer betaald.

Korte duur
Na de recordprijs van 7 maart besloot het oliekartel OPEC (Organisatie van Olie Exporterende Landen) de productie te verhogen. Daarna zakte de prijs, maar slechts voor korte duur. Westerse economieën verlangen nu meer productievergrotingen, maar er bestaat onzekerheid of de OPEC-landen daartoe bereid zijn. Het kartel vergadert eind september in de Venezolaanse hoofdstad Caracas.

De Venezolaanse president Hugo Chavez liet maandag weten weinig te voelen voor een lagere olieprijs. Hij benadrukte dat het huidige prijsniveau gunstig is voor de ontwikkeling van de economieën van de OPEC-landen. Hij zei toen dat een daling tot onder het huidige niveau „de doodsteek voor ons en onze mensen betekent.”

De sterk gestegen olieprijs –een vat Brent-olie is in twee weken 5 dollar duurder geworden– zou voor de Verenigde Staten aanleiding kunnen zijn de strategische oliereserves aan te spreken. Minister Bill Richardson van Energie besprak die mogelijkheid vorige week tijdens een ontmoeting met oliedeskundigen. Richardson zou niet echter geneigd zijn op korte termijn meer olie op de markt te brengen om de krapte te bestrijden.

De huidige benzineprijzen leggen de Nederlandse overheid geen windeieren. Met een literprijs van ver boven de rijksdaalder vloeit er 545 miljoen gulden extra BTW in de staatskas. Dat bedrag komt boven op de ruim 26 miljard gulden die de overheid toch al int via belastingen en accijnzen op wegverkeer.

De Bovag en de RAI willen dat het kabinet de extra inkomsten benut voor het fiscaal stimuleren van zuinige auto's. Zo'n operatie kost Den Haag 420 miljoen gulden. Beide autobrancheorganisaties baseren hun rekensom op de benzineprijzen van 26 juni. Een liter euro loodvrij kostte toen 2,72 gulden, 50 cent meer dan de gemiddelde prijs over 1999.

Benzineprijs
De benzineprijs jojoot heen en weer. Nadat de prijzen zaterdag met 2 cent omlaaggingen, gaan zij vanaf morgen even hard omhoog. Een liter euro ongelood wordt daarmee weer 2,59 gulden.

De andere benzines worden eveneens 2 cent duurder. Super plus gaat 2,74 gulden per liter kosten, super met loodvervanger 2,80 gulden. Dieselrijders zijn nog meer geld kwijt. De prijs van een liter autogasolie stijgt met 3,8 cent per liter en komt op 1,906 gulden.