Financië en Economie27 mei 2000

Kommer Damen (55) lijft de Koninklijke Schelde Groep in

Scheepsbouwer slaat z'n slag

Door G. ten Voorde
GORINCHEM – De kogel is door de kerk. Kommer Damen is eigenaar van de nu voormalige staatswerf De Schelde. „Geen jongensdroom”, haast hij zich te zeggen. De eigenaar van Damen Shipyards koopt de Schelde om zakelijke redenen. Portret van een doorzetter.

Kommer Damen
Amper 25 jaar was Kommer toen hij in Hardinxveld-Giessendam in de wereld van de scheepsbouw stapte. Het bouwen van schepen zat in de familie. Ook vader kwam uit het vak. Kommer was voorbestemd om de familiewerf over te nemen. Maar verschil van inzicht leidde ertoe dat zoonlief zijn eigen weg ging.

Vanaf de grond bouwde hij zijn bedrijf op. Met hard werken en slim zakendoen slaagde hij erin een bedrijf van formaat neer te zetten. De eerste schepen tekende hij zelf. Inmiddels geeft de zeezeiler en vader van vier kinderen leiding aan zo'n 5500 man in binnen- en buitenland. De omzet schommelt ergens in de buurt van de 1,2 miljard gulden. De winst vorig jaar bedroeg 40 miljoen gulden.

Streng calvinistisch
De vijftiger weet zijn succesvolle carrière te relativeren. „Ik ben alleen de grootste scheepsbouwer, omdat de andere zo klein zijn”, verklaarde hij onlangs tegenover FNV Magazine. Zijn vader had nooit kunnen denken dat zijn zoon nog eens zo groot zou worden. „Mijn vader was altijd bang om groter te worden. Daar waarschuwde hij me voor. „Denk dat je goed blijft voor je personeel en voor je klanten”, zei hij dan. „Je kunt alleen loyaliteit verwachten, wanneer je eerst zelf goed voor ze bent.”

Damen is opgegroeid in een kerkelijk meelevend gezin. Dicht bij Gods Woord. „Ik kom uit de streng calvinistische Alblasserwaard. Gereformeerde Bond. Ik heb daar zelf mee gebroken. Ik ben niet praktizerend meer, ook al kom je er nooit helemaal los van. Je moet bescheiden blijven.” Als twintiger heeft hij z'n overtuiging ingeruild voor ballet, zoals hij het eens uitdrukte. De scheepsbouwer is verzot op ballet. Jarenlang zat hij in het bestuur van het Nederlands Danstheater.

Grote uitspattingen permitteert hij zich niet. „Ik woon niet eens zo groot. Mijn zeilboot van 15 meter heb ik al heel lang, hoewel ik wel een nieuwe ga kopen. Maar wel weer zonder bemanning. Dat vind ik lekker. Privacy. Zeezeilen alleen met je eigen familie of vrienden aan boord.”

De Gorkumse scheepsbouwer werkt het liefst in stilte. Met z'n onafscheidelijke pijp binnen handbereik. Hij hoeft niet zo nodig op de voorgrond te treden. Twee interviews per jaar geeft hij. Maximaal. Dit jaar heeft hij z'n limiet al overschreden, verzuchtte een secretaresse eerder dit jaar. Damen heeft het niet zo begrepen op de publiciteit.

Biljart
Damen begon zo'n dertig jaar geleden met het bouwen van eenvoudige werkvaartuigen voor grote baggeraars in Afrika. Terwijl scheepsbouwend Nederland verachtelijk neerkeek op de activiteiten aan de Boven-Merwede, reisde Damen de wereld af om met zijn unieke concept klanten te strikken. Met succes. Maar niet zonder pijn en moeite.

Damen verkocht in de jaren zeventig veel in derdewereldlanden en in het Midden-Oosten. Het verblijf was niet altijd even erg comfortabel. Slapend op het biljart of in de kleedkamer van het zwembad of vechtend om een plaats in het vliegtuig door dubbel uitgegeven instapkaarten. In Nigeria sliep hij eens met de koffers geketend aan z'n been.

Z'n doorzettingsvermogen en zijn handelsgeest leverde hem in 1982 het ”Gouden voortouw” op, een onderscheiding voor ondernemers die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de economie. Nog altijd is hij vier maanden per jaar weg om –grote– klanten te bezoeken. De kleinere laat hij over aan het fors uitgevallen verkoopapparaat.

Introvert
Het succes van de introverte, ogenschijnlijk wat stugge scheepsbouwer schuilt in het bouwen van schepen in segmenten. Damen Shipyards levert schepen –ongeveer– uit voorraad. Met behulp van standaardmodules stelt de werf complete, kleinere typen vaartuigen samen. De standaardrompen worden in relatief korte tijd aangekleed, geheel overeenkomstig de wens van de klant. De prijzen zijn daardoor in verhouding scherp. Veel arbeidsintensief werk aan de voorgefabriceerde schuitjes heeft bovendien plaats buiten de deur.

De Gorkummers maken gretig gebruik van lagelonenlanden als China. Niet aan de kust in Shanghai bijvoorbeeld. Nee, 1000 kilometer landinwaarts, langs de rivier de Jangtse. Damens koopmansgeest voorzag een stijging van lonen en productiekosten in de kuststreek. Op de werf diep in de binnenland van China nemen de werknemers vandaag de dag nog steeds genoegen met 2 dollar per man per dag.

Molensteen
Lang heeft Damen Shipyards, inmiddels uitgegroeid tot een maritiem concern met zeventien binnenlandse en zeven buitenlandse werkmaatschappijen, op een grote overname in eigen land geaasd. Damen dook destijds, achttien jaar geleden, op uit het niets met een –vergeefse– overnamepoging van Wilton-Fijenoord en een mislukt bod op de Koninklijke Schelde Groep in 1992. ”Muis heeft trek in een olifant”, kopten kranten destijds misprijzend.

Damen wilde De Schelde al overnemen direct na de roemloze ondergang in 1983 van het Rijn-Schelde-Verolmeconcern (De Schelde in Vlissingen, Wilton-Fijenoord in Schiedam en de Rotterdamsche Droogdokmaatschappij). Hooghartig wees de overheid het bod van de hand.

Voor Damen geldt: Wie het laatst lacht, lacht het best. Drie keer is scheepsrecht. De overheid is nu dolblij dat ze verlost is van de molensteen die de noodlijdende staatsmarinewerf inmiddels is geworden. Voor Damen betekent de marinetak een welkome aanvulling op de bestaande, civiele activiteiten. De scheepsbouwer neemt met half werk geen genoegen. De schepen moeten „tot in detail” perfect zijn.