Financiën en Economie 8 maart 2000

HBG poogt heldhaftig de vijandige overname door Boskalis te blokkeren

Strijd om de bagger is losgebarsten

Door G. ten Voorde
PAPENDRECHT – De baggersector houdt z'n adem in. Met spanning wacht de 'moddermarkt' op het bod van Boskalis op de Hollandsche Beton Groep (HBG). De HBG'ers wapenen zich tegelijkertijd op alle mogelijke manieren tegen deze vijandige overname. De strijd in de bagger is losgebarsten. De sector staat aan de vooravond van een fusiegolf.

De baggersector telt wereldwijd een omzet van zo'n 10 tot 13 miljard gulden. In die mondiale markt spelen zes ondernemingen een hoofdrol: twee uit België en vier uit Nederland. Met een marktaandeel van 21 procent is Boskalis de grootste. Het Belgische Deme staat met 13 procent op de tweede plaats en HBG neemt met het Belgische Jan De Nul (elk 11 procent) de plaatsen drie en vier in. Ballast Nedam bezit 6 procent, Van Oord AZC uit Gorinchem 5 procent. Het overige belang van 33 procent is in handen van ondernemingen uit de rest van de wereld.

Orders in de baggerwereld worden groter en groter. Singapore is op dit moment de belangrijkste opdrachtgever op de wereldwijde baggermarkt. De Jurong Town Corporation (JTC) investeert zo'n slordige 7 miljard gulden in nieuw land om de uit z'n voegen barstende stadstaat te kunnen herbergen. Voor deze ”baggerorder van de eeuw” is zo'n 800 miljoen kuub zand nodig. HBG, Boskalis en Deme –de hoofdrolspelers in het baggergevecht– zetten de komende vijf jaar gebroederlijk de schouders onder dit megaproject.

Dergelijke omvangrijke klussen als in Singapore vergen enorme investeringen van de baggeraars. De markt vraagt om steeds grotere en duurdere baggerschepen. Honderd miljoen gulden is daarbij niets. Geen enkel bedrijf slaagt er meer in dergelijke klussen alleen te klaren. Schaalvergroting en samenwerking zijn noodzakelijk. De grootste concurrenten zijn genoodzaakt zich te bezinnen op onderlinge samenwerking. Analisten achten de mogelijkheden uitgesloten om op de mondiale moddermarkt zelfstandig te overleven.

Kemphanen
Om die reden zijn Koninklijke Boskalis Westminster uit Papendrecht (omzet 1,8 miljard gulden; nettowinst 104 miljoen; 3115 werknemers in '98) en de Hollandsche Beton Groep uit Rijswijk (omzet 10,4 miljard, waarvan 704 miljoen van de baggerdivisie; nettowinst 132 miljoen; 24.854 werknemers in '98) al drie jaar met elkaar in gesprek. Met wisselende frequentie hebben Boskalis-topman R. van Gelder en HBG-collega J. Veraart samen aan tafel gezeten. De gesprekken hebben de twee kemphanen geen stap dichter tot elkaar gebracht.

In 1997 hebben Van Gelder en Veraart voor het eerst de mogelijkheden van een fusie tussen Boskalis en de baggerpoot van HBG, HAM, tegen het licht gehouden. HBG zou hebben voorgesteld 50 procent van de aandelen van dat samenwerkingsverband in eigen beheer te houden en 50 procent via de beurs bij Boskalis te parkeren. Maar dit bedrijf kon niet uit de voeten met dat plan. De baggeraar uit Papendrecht stelde tevergeefs een verdeling van 30 procent HBG en 70 procent Boskalis voor.

Vanaf 1998 hebben beide bedrijven opnieuw vele malen aan de onderhandelingstafel gezeten. Want zowel Van Gelder als Veraart erkent de noodzaak tot schaalvergroting. Volgens HBG zijn in de gesprekken alle mogelijke varianten de revue gepasseerd. Maar opnieuw zonder succes. Het bestuursmodel van de gefuseerde onderneming blijkt het grootste struikelblok te zijn. Medio vorig jaar zijn beide partijen daarom onverrichterzake uit elkaar gegaan.

Voordelen
Maar Boskalis laat zich niet zomaar uit het veld slaan. Achter de schermen heeft het baggerconcern een nieuwe strategie ontwikkeld. Op 10 februari heeft Van Gelder zijn collega Veraart verrast met een nieuw voorstel om samen te gaan. Veertien dagen later maakte Boskalis wereldkundig een overnamebod te zullen uitbrengen op collega HBG. De hoogte van dat bod wordt vandaag of morgen bekendgemaakt.

Boskalis voorziet grote voordelen bij een fusie. Het nieuwe bedrijf zou een omzet krijgen van 12 miljard gulden, terwijl de structurele kostenbesparingen kunnen oplopen tot minimaal 30 miljoen gulden per jaar. De besparingen op noodzakelijke investeringen bedragen de komende drie jaar zo'n 300 miljoen gulden, zo heeft Van Gelder becijferd.

Het nieuwe bedrijf zou volgens het uitgebroede plan moeten worden opgedeeld in een bagger- en een bouwpoot. Boskalis levert in een nieuwe raad van bestuur de voorzitter en een directeur Baggeren, HBG de financieel directeur en een directeur Bouwen, aldus het voorstel van Van Gelder. Boskalis wil daarbij een meerderheid houden in de raad van commissarissen.

Vijandig
Maar HBG is helemaal niet gediend van een bod van Boskalis. De betongroep uit Rijswijk bestempelt de overnamepogingen als vijandig. Om zich te wapenen tegen de overval van Boskalis is HBG eind vorig jaar ijlings gesprekken gestart over een vergaande vorm van samenwerking met baggeraar Deme, voor 40 procent onderdeel van de Belgische industriële investeerder Ackermans & Van Haaren (AvH).

Mocht HBG er in slagen Deme over te nemen, dan heeft Van Gelder het nakijken. Want Boskalis is te klein om beide bedrijven te kunnen kopen. Bovendien keurt de kartelpolitie zo'n groot marktaandeel voor een concern niet goed. Maar de internationale betongroep wapent zich op nog een manier tegen vijandige overnamepogingen. HBG heeft eind februari 34.588.280 beschermingspreferente aandelen uitgegeven aan de bevriende Stichting HBG. Daarmee snijden Veraart en consorten Boskalis de pas af.

Mocht een fusie tussen HBG en Deme slagen, dan ontstaat daarmee het grootste baggerbedrijf ter wereld. Boskalis verliest daarmee en passant zijn positie als marktleider. Een positie als nummer 2 op de wereldmarkt, na HBG/Deme, is een bijna niet te verteren rampscenario voor Van Gelder. Maar voor een belangrijk deel heeft het baggerconcern dat aan zichzelf te wijten.

Tegenoffensief
Boskalis is daarom een tegenoffensief gestart. De investeringsmaatschappij HAL, grootaandeelhouder van Boskalis, probeert aandeelhouders van Deme te vermurwen om hun stukken te verkopen. Via HAL zou Boskalis mede-eigenaar van Deme kunnen worden. Daarom maakt HBG inmiddels de grootst mogelijke haast om met de Belgen tot overeenstemming te komen.

Veraart vertrouwt de goede bedoelingen van Van Gelder niet. De HBG-topman vermoedt dat zijn collega alleen uit is op de baggerpoot van HBG. Na een eventuele fusie zou Van Gelder de bouwactiviteiten van HBG zo snel mogelijk van de hand willen doen. Zo'n 93 procent van de omzet van HBG komt uit de bouw, maar Van Gelder zou daarin niet geïnteresseerd zijn.

Veraart heeft daarom geen goed woord over voor de houding van de baggertopman. Volgens de HBG'er is de overnamepoging van Van Gelder „een wanhoopsdaad van een niche player die zijn toppositie in de baggermarkt bedreigd ziet.”

Veel reden om hoog van de toren te blazen heeft Veraart echter niet. De afgelopen jaren heeft zijn bouwconcern een enorme duikeling gemaakt. HBG is van toonaangevend AEX-fonds gedegradeerd tot een van de minder belangrijke fondsen. Het concern wordt sinds 1997 achtervolgd door verliezen van honderden miljoenen guldens in Duitsland door de aankoop van het Duitse bouwbedrijf Wayss & Freytag. Door dit Duitse avontuur is de nettowinst van HBG aanzienlijk gedrukt.

Afwijzing
De HBG-top staat niet alleen in zijn afwijzing van Boskalis. Ook het personeel ziet de toekomst onder het baggerconcern somber in. De medewerkers zijn eveneens bang dat Boskalis alleen uit is op baggerpoot van HBG. Verder beschikken de Papendrechters over een slechte reputatie op personeelsgebied. Bij eerdere overnames moest het personeel van overgenomen bedrijven naar hun eigen functie solliciteren.

Afgelopen zaterdag zou Boskalis het bod op HBG bekendmaken. Maar Papendrecht heeft de boodschap uitgesteld tot eind van deze week. „Het proces moet meer tijd hebben”, motiveert Van Gelder het uitstel. De tijd zal leren of Boskalis deze slag in de bagger weet te winnen. Vijandige overnames zijn in Nederland tot op heden slechts zelden succesvol verlopen.