Financië en Economie16 februari 2000

Innovatie is uitdaging voor Rillandse radijskwekers

Rood hart met een groene kraag

Door H. de Boer
RILLAND – De grootste radijskwekerij van Europa staat in het Zeeuwse Rilland. De eigenaren, Gerrit en Corry Visbeek, geven niet zo veel om dat predikaat. „Kwaliteit tegen een lage kostprijs, daar gaat het om.” Automaten en robots voeren de boventoon in de kassen, maar mensenhanden zijn voor het inpakken nog onmisbaar. „Machines hebben nogal moeite om een mooie doos radijsjes met een rood hart en een groene kraag af te leveren.”

De officiële opening en de open dag van de kwekerij, aanstaande zaterdag, brengt een hoop drukte met zich mee. Asfalteermachines verharden de laatste wegen, installateurs rijden af en aan. „Het weer werkt de laatste weken niet zo mee”, verzucht Corry. De vele regen van de afgelopen tijd bemoeilijkt vooral het afwerken van het bedrijfsterrein.

Glazen zee
Het nieuwe kassencomplex van de Visbeeks ligt op een paar honderd meter van de spoorlijn Bergen op Zoom-Vlissingen en de A58. De glazen zee in het Zeeuwse landschap is een blikvanger van jewelste. Het is glas, glas en nog eens glas, 110.000 vierkant meter (11 hectare). De buurman, een trostomatenteler, doet er met 7 hectare nog een schepje bovenop.

In de kas doorsnijdt een 450 meter lang pad de bedden met radijsplanten. Wie behoefte heeft aan een wandeling, kan hier zijn energie kwijt. Het uitzicht is weids. Vaste scheidingswanden zijn er niet.

Bijna aan het eind van het pad doet de hypermoderne oogstmachine, hangend aan een railsysteem, zijn werk: 2 meter heen, 2 meter terug. De bosmachine, zoals de Visbeeks deze robot noemen, is het neusje van de zalm. Het apparaat haalt de radijsjes uit de grond, sorteert ze, maakt bosjes van twintig bolletjes en deponeert de producten vervolgens in grote bakken met een beweegbare bodem. „De radijsjes mogen niet te diep vallen. Dan zouden ze beschadigen”, aldus Gerrit.

Onbemande karretjes
De volle kisten belanden via een shuttle op het middenpad, waar onbemande karretjes de oogst richting waslokaal transporteren. De 'ogen' van deze robots vinden hun weg langs een draad die in het betonnen pad is gefreesd. Tot dat moment is er aan de oogst nauwelijks een vinger te pas gekomen, vertelt de kweker trots.

Voor de zaaimachine geldt eigenlijk hetzelfde verhaal. De automatisering neemt het meeste mensenwerk uit handen. „In de hele kas zijn maar twee vaste krachten aanwezig die de machines in de gaten houden”, aldus de kweker. „Zou ik in deze kas alles handmatig zaaien en oogsten, dan had ik vijftig tot zestig man nodig.” Visbeek loopt met zijn machinepark voorop in de sector. Collega's komen regelmatig over de vloer om de techniek te bewonderen.

Het inpakken van de radijs is een klus waaraan zo'n vijf vrouwen en een voorman te pas komen. De volle bakken worden in een waterbak gekieperd voor het wegspoelen van het zand. „Deze methode is ook nieuw”, vertelt Corry. „Voor ons is het een experiment. Hoeveel water gebruik je en hoe sterk moet de stroming in het bad zijn?”

Via een transportband en rappe handen belanden de producten uiteindelijk in de doosjes. Vijftien bosjes passen erin. Dat luistert nauw. Gerrit: „In het hart moeten de rode knollen naar boven, daaromheen groen loof.” Het oog wil tenslotte ook wat. Deze fase is moeilijk te automatiseren. „De laatste controle, het laatste oog zeg maar, is belangrijk. Wij willen alleen maar kwaliteit leveren.”

Een à twee trailers per dag
De Gerco Kwekerij, zoals de officiële naam luidt, zet jaarlijks „tientallen miljoenen bosjes” radijs af via een vaste handelaar, die de groente met vrachtwagens –„een à twee trailers per dag”– naar het buitenland vervoert. Duitsland is de grootste afnemer, maar de radijsjes uit Rilland belanden ook in België, Italië, Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk en de Scandinavische landen. „De oogst van vandaag ligt morgen in de supermarkten.”

Gerrit en Corry Visbeek zitten al een jaar of tien in het vak en begonnen in het Westland. „Altijd radijs, ja. Dat ligt me gewoon goed”, aldus de kweker, zoon van een Friese akkerbouwer. Hij experimenteert wel eens wat met sla, maar serieuze teelten zijn nog nooit van de grond gekomen.

De eerste kas stond in Poeldijk. Daarna kochten de Visbeeks er elk jaar vierkante meters bij, op verschillende locaties, negen in totaal. Uiteindelijk bleek de situatie niet ideaal. De vraag rees of er niet ergens geschikte grond te koop was om op één locatie te starten. Het oog viel op een perceel in Rilland. „De grond is hier licht en zanderig, ideaal voor radijsjes.” De medewerking van de gemeente Reimerswaal was optimaal, zodat in april 1998 de bouw van start kon gaan.

Als een speer
Het resultaat is een moderne kas vol innovatieve snufjes. „Een hele vooruitgang”, vindt Corry. „In het Westland hadden we negen computers, negen gasmeters, negen ketels en noem maar op. Dat is nu een stuk overzichtelijker.” De totale investering in Rilland loopt in de miljoenen guldens. Exacte cijfers wil het echtpaar niet kwijt.

De Visbeeks produceren jaarrond, waarbij iedere week zo'n 1,5 tot 1,7 hectare wordt geoogst en opnieuw ingezaaid. „Het tempo is afhankelijk van het weer. Warmte kunnen we zelf toevoeren, maar het zonlicht is een andere belangrijke factor”, aldus Gerrit. „Dan groeit de radijs als een speer.” Kunstlicht is geen optie. „Te duur.”

In Nederland is hij met zijn kwekerij de grootste als het om radijsteelt gaat. Een kleine honderd kwekers zijn actief in deze groentesoort. „Maar er zitten veel gelegenheidstelers onder”, stelt Gerrit vast. Vaak gaat het om bloemen- of slakwekers die tijdelijk overstappen op radijs als de prijs goed is. „Maar ze verknallen het voor de mensen die het puur van de radijs moeten hebben. In deze sector is niets gereguleerd, maar eigenlijk zou dat wel moeten.”

De radijsteelt kent doorgaans zeven vette en zeven magere jaren, heeft Visbeek ondervonden. „Momenteel brengt een bosje radijs 80 tot 85 cent op. Dat is gezien de kostprijs van 40 tot 50 cent redelijk. Maar in een slechte tijd hebben we ook wel eens een dubbeltje gebeurd.” Een radijsteler moet het eigenlijk hebben van extreme situaties, vertelt Corry. „De Duitsers, grote concurrenten van ons, telen op de vollegrond. Een hete zon, hagelbuien of overstromingen bij hen betekenen goede prijzen voor ons. Het weer is onze koopman.”

Terugverdienen
Het publiek is zaterdag van 14.00 tot 16.30 uur welkom op de kwekerij. „En dan sluiten we een periode af”, mijmert Corry. „De investeringen zijn gedaan. Nu moeten we die terugverdienen.” Uitbreiden is vooralsnog niet aan de orde, maar is gezien de 11 hectare grond naast de kassen wel mogelijk. Gerrit: „Wie weet.”