Financië en Economie31 januari 2000

Köpcke levert bier, brood, bananen en bezemstelen aan schepen

De biefstuk aan boord moet
beter zijn dan bij moeders

Door G. ten Voorde
SPIJKENISSE – De wereld op een oceaanstomer, cruiseschip of olieplatform is klein. Eten en drinken spelen daarom een belangrijke rol. „De biefstuk aan boord moet daarom niet net zo goed zijn als thuis, nee, béter. Thuis durven mannen niet te klagen tegen moeder de vrouw. Aan boord wel. Vooral Amerikanen.” Directeur W. F. van Noortwijk van Köpcke International uit Spijkenisse levert aan schepen. Van brood tot bezemstelen. „Alles. Alleen geen wapens en drugs.”

De magazijnen van Köpcke spreken boekdelen. Het is zo gek niet te bedenken of Van Noortwijk heeft het op de plank liggen. Rijst, meel, ketchup, borstels, ingeblikte champignons en aardbeien, trossen, koffie, cola, een stofzuiger, staalkabels, een strijkbout, whisky, appelsap, een hogedrukreiniger. Een winkel van Sinkel in een modern jasje. „Wij leveren alles wat je in een boodschappenkarretje in de supermarkt aantreft”, zegt Van Noortwijk. Wat niet op voorraad is, wordt besteld.

Bier is er in oneindig veel variaties. Elke matroos z'n eigen natje. Heineken, Bavaria, Holsten, Beck's, Amstel, Carlsberg, Oranjeboom, Royal Delft, Stella Artois, Grolsch. Speciaal voor de Noren heeft Köpcke een palletje Ringnes staan. Uit voorraad leverbaar. De douane heeft daarom maar een filiaaltje geopend in een hoek van het magazijn.

Boodschappenbriefje
Het internationale scheepsbevoorradingsbedrijf levert op bestelling. Per fax of e-mail komen de boodschappenbriefjes binnen. Uit alle hoeken van de wereld. Amsterdam, Houston en Singapore. Grotere opdrachtgevers vragen eerst een offerte. „De maritieme sector wil binnen 24 uur een prijsopgaaf hebben.”

Köpcke heeft alle levensmiddelen, technische onderdelen en andere goederen in een databank opgeslagen. „Ongeveer 20.000 stuks”, schat Van Noortwijk. Zo'n 70 procent van de producten verdwijnt in Europa, 10 tot 15 procent wordt geleverd in Nederland en de resterende 20 procent krijgt een bestemming buiten Europa, somt marketingmanager Pieter de Ridder op.

Köpcke tekent momenteel onder andere voor de bevoorrading van zo'n 34 cruiseschepen. Het komende seizoen komen er zes bij. Een enorm karwei. Het bedrijf volgt sommige schepen van haven tot haven. Vrachtwagenladingen vol verdwijnen in de buik van de drijvende 'steden'. „In de zomermaanden rijden we met tientallen vrachtwagencombinaties per week door Europa.” De Ridder vult aan: „Het zijn zo'n vijftig tot zestig pallets, zeven tot acht trailers per boot. Reken maar op een 50 à 70 ton per schip.” Van Noortwijk: „Een groot cruiseschip telt al gauw zo'n 3000 tot 4000 opvarenden. Dat is een klein stadje.”

Offshore
De producten van de Europese marktleider voor scheepsbevoorrading variëren van diepvriesartikelen tot verse groente. Het gevraagde assortiment verschilt per schip. „Jongeren op een moderne cruisetocht hebben een ander consumptiepatroon dan ouderen op een traditionele cruise. Jongeren willen veel friet, veel ijs en veel Coca-Cola. Anderen vragen om culinaire hoogstandjes. Beide leveren we.” De offshore-industrie stelt weer totaal andere eisen. „Mensen moeten daar hard werken en krijgen nauwelijks ontspanning. Dat vraagt veel vezels. Voedsel is daar een absoluut topitem.”

Het scheepsbevoorradingsbedrijf zoekt vanuit Spijkenisse de loadingports Amsterdam, Kopenhagen, Barcelona en Piraeus op. Zodra een cruiseschip afmeert, staat Köpcke klaar. Geen tijd te verliezen. Wat op het bedrijfsterrein in Spijkenisse met steekwagen en vorkheftruck wordt geladen, moet op de plaats van bestemming vaak met de hand aan boord worden gebracht. In vier tot vijf uur.

De gestelde eisen zijn hoog. „Er hoeft maar dit verkeerd te zijn met het eten”, zegt Van Noortwijk knippend met zijn vingers, „of je hebt problemen aan boord. Je moet op tijd aanwezig zijn, met het voedsel op de juiste temperatuur. Alle douaneformaliteiten en veterinaire controles moeten tijdig achter de rug zijn. Een complexe en moeilijke markt.” De directeur is juist teruggekeerd uit Miami om te leren van de logistieke organisatie daar.

Aan het roer
Maar Köpcke doet meer. De handelsdivisie van het bedrijf is verantwoordelijk voor de levering van goederen aan niet-maritieme opdrachtgevers. Hotels, het Rode Kruis en het ministerie van Defensie bijvoorbeeld. De plaats van bestemming ligt hierbij doorgaans buiten de geciviliseerde samenleving. „Alles wat gemakkelijk kan, doet iemand zelf. Voor alles wat niet gemakkelijk gaat, bellen ze Köpcke”, grapt Van Noortwijk. Onlangs heeft het bedrijf nog tenten geleverd voor Kosovo en voedselpakketten voor Albanië.

Ruim 39 jaar staat Van Noortwijk aan het roer van Köpcke. De onderneming is gegroeid van een omzet van 5 à 6 miljoen tot zo'n 400 miljoen. De directiekamer is gevuld met scheepsattributen. In de vensterbank prijkt een scheepsmodel. Op zijn bureaublad staan vier klokjes met de lokale tijd in Amsterdam, Dubai, Singapore en Houston. Het typeert het internationale karakter van de onderneming. Rechts een stapeltje paperassen, links een mobiele met hoofdtelefoon, daar tussenin een ABN Amro-calculator. Voldoende om de holding te leiden.

Wortels
De wortels van het bedrijf liggen in het jaar 1872. In dat jaar startte kapitein Köpcke aarzelend de eerste stappen op de markt van de scheepsbevoorrading. Ruim honderd jaar later is het bedrijf uitgegroeid tot een toonaangevende scheepsleverancier op de internationale markt.

De eerste vestiging buiten de landsgrenzen werd geopend in Antwerpen. Het familiebedrijf kreeg begin jaren '80 een stevige impuls van een Zwitserse investeringsmaatschappij. Een Australische investeerder bracht het bedrijf uit Spijkenisse in 1985 in een verdere stroomversnelling.

Het aantal werknemers is in de loop der jaren aardig toegenomen: van 40 in de jaren '70 tot een dikke 600 op dit moment. Op het hoofdkantoor werken een kleine 300 mensen. „In de zomermaanden kunnen het er wel duizend zijn. Dan schakelen we alle sociale werkplaatsen in Spijkenisse in.” Köpcke is momenteel vertegenwoordigd in vele Europese havens en beschikt over bijkantoren in Houston, New Orleans, Singapore en binnenkort in Dubai.

Over winstcijfers laat Van Noortwijk zich niet uit. „De marges zijn niet zo groot als in de ICT-wereld.” Door teruglopende aantallen bemanningsleden op schepen en olieplatforms staan de cijfers van de bevoorradingsactiviteiten onder druk. De leverantie aan cruiseschepen is daarentegen een groeimarkt. „De combinatie van activiteiten is winstgevend”, verklaart Van Noortwijk voorzichtig.