Digitaal

Een stemcomputer verdrinkt niet in een emmer water

Plastic doosje als moderne stembus

Door Helma Struijk
In het blauwe kunststof doosje, nauwelijks groter dan een pakje sigaretten, passen zeker 3000 stemmen. De inhoud van het geheugen van een stemcomputer is heel wat groter dan die van de traditionele stembus. De biljartkeu, een probaat middel om de biljetten in overvolle bussen aan te stampen, kan op het groene laken blijven liggen. Nederland stemt massaal machinaal.

„Het rode kiespotlood is op zijn retour”, schreven de kranten bij de verkiezingen in 1994. En inderdaad, dat jaar bracht de helft van de kiezers zijn stem uit via een stemmachine, 30 procent meer dan vier jaar daarvoor. Dit jaar gebruikt nog maar eenvijfde van de kiezers het rode potlood.

Al in 1969 kwam een Haagse ambtenaar op het idee dat elektronisch stemmen makkelijker zou zijn dan het invullen en tijdrovend tellen van de traditionele biljetten. Zijn idee vond weerklank, en onderzoeksinstituut TNO en het bedrijf Samsom uit Alphen aan de Rijn begonnen een onderzoek. De Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap in Groenlo kreeg de opdracht een machine te maken.

„Dat eerste apparaat bestond uit wel 30.000 onderdelen, allemaal mechanisch. Van die machine hebben we er zo'n vijftig verkocht”, zegt Lizet Elshof. Ze is binnen het Groenlose bedrijf verantwoordelijk voor stemcomputers.

Attachékoffer
In 1991 stapte Nedap zelf in de markt met het huidige koffermodel. De apparatenfabriek heeft inmiddels een behoorlijk marktaandeel. Ruim 85 procent van de elektronische stemmen verdwijnt in het geheugen van een Nedap-machine.

Aan de apparaten hangt een fors prijskaartje. In 1994 lag de aanschafprijs rond de 8000 gulden. Hoe hoog die nu is, kan Elshof niet zeggen, maar „het ligt wel lager dan vier jaar geleden”.

Met de 'oude' manier van stemmen kan een stembureau zo'n 1100 kiezers verwerken. Een stemmachine kan er op een dag 1800 tot 1900 aan. De winst zit in het kleinere aantal bureaus en minder menskracht om die te runnen. Volgens Elshof zijn de machines dan ook in zes tot zeven verkiezingen terugverdiend.

Het getimmer aan de stemhokjes aan de vooravond van een verkiezingsdag is verleden tijd. In een paar tellen tovert Elshof de wat uit de kluiten gewassen attachékoffer om tot een volwaardig stemhokje. Ingeklapt meet de 28 kilo wegende stemcomputer 1 meter bij 60 centimeter. De koffer is maar twee vuisten dik.

Programmeerdag
Als de machines in de stemlokalen staan, zijn het daarmee echter nog geen stemcomputers. Een geheugen moet de apparaten leven inblazen. De voorzitter van een bureau krijgt het op de vroege morgen van 6 mei mee.

Elshof: „De lijsten voor de komende Tweede-Kamerverkiezingen werden 24 maart officieel. Alle partijen kregen een programma om zelf de namen van de kandidaten in te voeren. Samen met de Kiesraad heeft ons bedrijf die lijsten samengevoegd en gecontroleerd”.

Elke gemeente ontving een diskette met de kandidaatsgegevens. Vorige week vrijdag was het „nationale programmeerdag”, legt Elshof uit. Die dag hebben alle 325 gemeenten die klant zijn van Nedap met behulp van een speciaal kastje de stemgeheugens geprogrammeerd. Dezelfde kastjes dienen overigens aan het eind van een verkiezingsdag weer als uitleesapparaat.

Van de lijsten drukt het Groenlose bedrijf de zogenaamde stemvellen die op het stembord komen. Op de vellen staan, keurig gerangschikt, de namen van de kandidaten. Het stemgeheugen vertelt de computer welke kandidaat bij welk vakje hoort. Het is dus van groot belang dat de lijsten op het stemvel en in het geheugen precies overeenkomen.

Emmer water
Nedap kijkt dit goed na. Maar de gemeenten zijn uiteindelijk zélf verantwoordelijk, benadrukt Elshof. Daarom moet elke gemeente een fax naar Groenlo sturen met een berichtje dat alles goed is. Veiligheid boven alles dus.

Dat is ook het geval met de elektronische stemhokjes. Een val op de grond, een emmer water, een elektrische schok van 16.000 volt, de stemcomputer kan ertegen. „Het klinkt wat gek misschien, die emmer water, maar als het flink regent hangen de hele dag mensen met druppende regenjassen boven het stembord”, zegt Elshof.

Regen of niet, op de vroege morgen van de 6e mei stopt de voorzitter van het stembureau een geheugen in de 'dode' machine. Om acht uur mag het sleuteltje omgedraaid worden, de stemming kan beginnen. Weinig kiezers zullen zich tijdens het stemmen realiseren dat hun stem in viervoud in het stemgeheugen verdwijnt.

De Nedap-medewerkster pakt een schaar als ze het binnenste van het blauwe doosje wil laten zien. Het geheugen laat zich echter niet makkelijk openbreken. Uiteindelijk ligt het binnenste bloot. Veel is er niet te zien. Twee geheugenchips, twee kleinere chips voor het rekenwerk, een paar weerstandjes en wat draadjes. De stemmen belanden op elke geheugenchip een keer 'gewoon' en een keer gespiegeld.

Kassarol
Voor de telling 's avonds gaan na achten de geheugendoosjes weer uit de machines. Maar eerst maakt de voorzitter een print van de uitslag, op een soort kassarol. Komende woensdag zal dat een strook van ruim 6 meter zijn. De print gaat apart van het geheugen naar het hoofdbureau.

Daar worden de stemgeheugens uitgelezen in speciale apparatuur. De gegevens gaan naar een centrale computer, die alles optelt en de uitslagen geeft. Soms gaat dat mis. Den Haag, bijvoorbeeld, was in rep en roer bij het verwerken van de uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen in maart. Het publiek in de overvolle raadzaal snapte er niets meer van toen volgens de tussenuitslagen er wel meer dan 100 raadszetels te verdelen vielen.

R. Heemskerk, projectleider verkiezingszaken in de residentie, weet inmiddels waar het probleem lag. „De computers stonden in een netwerk. Alle gegevens, maar ook alle berekeningen moesten over dat netwerk. Dat liep hopeloos vast”. Voor de komende verkiezingen is gekozen voor een andere opzet. Zogenaamde “stand alone pc's” verwerken de aantallen stemmen, en alleen bestanden met gegevens gaan via het netwerk naar de hoofdcomputer. Voor die opstelling durft ook Elshof haar hand in het vuur te steken: „Ik kan garanderen dat in Den Haag 6 mei niet hetzelfde gebeurt”.

Verkiezingspap
Nedap heeft al met al een behoorlijke vinger in de verkiezingspap. Maar wat moeten de gemeenten als het Groenlose bedrijf besluit de stemcomputers af te stoten? Ook daar is in voorzien, legt de Nedap-medewerkster uit. „Alle gemeenten die onze machines gebruiken, zijn lid van een gebruikersvereniging. Die heeft een protocol van de software. Als Nedap ermee zou stoppen, kunnen ze daarmee naar een andere leverancier gaan, zodat die makkelijk met de software verder kan werken”.

Maar misschien wordt er in de toekomst helemaal niet meer fysiek gestemd. Dan staat de stemcomputer bij de kiezers thuis, in de vorm van hun eigen pc. Volgens Elshof geen irreëel toekomstbeeld: „Zolang je nog kunt inbreken in het Pentagon, is de veiligheid van stemmen via Internet niet gewaarborgd. Het zal dus nog wel een tijd duren, maar we gaan ernaartoe”.