Dossier Clinton

”Impeachment” is combinatie van juridisch en politiek proces

Voor advies hoeft Clinton
niet ver te gaan

Van onze correspondent
NEW YORK – Wat hebben de grondleggers van de Amerikaanse republiek bedoeld met hun impeachment-procedure voor overheidsfunctionarissen die zich misdroegen? „Zij hebben daarmee zeker niet bedoeld dat iemand die verwikkeld raakt in een buitenechtelijke affaire daarvoor wordt bestraft en afgezet”.

Aldus de redenering van al diegenen die het gedrag van president Bill Clinton en zijn verhouding met voormalige Witte-Huisstagiaire Monica Lewinsky weliswaar afkeuren, maar die vinden dat de president zijn werk als president goed doet en dus niet weggestuurd hoeft te worden „om een zaak die alleen hem en zijn gezin aangaat”.

Clinton heeft de afgelopen week trouwens in alle soorten van bewoordingen –naar believen met of zonder verstikte stem– zijn spijt betuigd over zijn gedrag en beterschap beloofd. Waarom moet er dan een peperduur rapport komen, waarom moet dat verspreid worden via Internet en waarom moeten het Huis van Afgevaardigden en de Senaat zich nu met deze kwestie gaan bezighouden?

Omdat in het rapport van onafhankelijk onderzoeker Kenneth Starr weliswaar uitvoerig wordt ingegaan op de relatie van Bill en Monica – niet om de lezers rode oortjes te bezorgen, maar om aan te tonen dat de president van de Verenigde Staten meineed heeft gepleegd. Hij heeft namelijk bij twee gelegenheden onder ede verklaard nooit een (seksuele) relatie gehad te hebben met Lewinsky. Starr toont aan dat dat wel degelijk het geval is geweest, ook al meent de president zich listig te kunnen verschuilen achter zijn redenering dat de soort seksuele contacten die hij met Lewinsky had juridisch niet onder het begrip “seksuele relatie” vallen.

Slimmigheidje
Starr zegt in zijn rapport nu dat alles goed en wel is, maar dat de president via dit slimmigheidje probeert zijn meineed te camoufleren. Bovendien heeft hij door allerlei manoeuvres het onderzoek gedwarsboomd oftewel de rechtsgang belemmerd en hij heeft om zichzelf te beschermen zijn presidentiële staf in stelling gebracht. Dat laatste beschouwt Starr als misbruik van zijn presidentiële bevoegdheden.

Die laatste twee punten –misbruik maken van de presidentiële bevoegdheden en belemmering van de rechtsgang– zijn in 1974 president Richard Nixon duur komen te staan in de nasleep van het Watergate-schandaal. Als Starr gelijk krijgt dan ziet het er voor Clinton –die bovendien wordt beschuldigd van meineed– erg somber uit. Wie beoordeelt of Starr zich heeft verstapt en zich eigenlijk heeft schuldig gemaakt aan een grove schending van Clintons privé-leven –de visie die het Witte Huis naar voren brengt– of dat Starr elf goede gronden heeft aangebracht om te overwegen de president naar huis te sturen? Daarover beslissen het Huis van Afgevaardigden en de Senaat (samen het Congres). Die zullen eerst bekijken of het rapport van Starr inderdaad voldoet aan de criteria die in artikel II paragraaf 4 van de Amerikaanse grondwet worden genoemd als basis voor het in beschuldiging stellen (impeachment) van de president.

Paragraaf 4 heeft het over verraad, omkoping, het vage (ouderwetse) begrip “high crimes” en “misdemeanor” hetgeen misdrijf betekent ( minder ernstig dan misdaad, maar zwaarder dan overtreding). Het gaat bij Clinton om de laatste twee begrippen, want Starr heeft het niet over verraad of omkoping. In een interpretatie van paragraaf 4 zegt de prominente Amerikaanse rechtsgeleerde Alexander Hamilton in “The Federalist Papers” dat impeachment gepast is bij „wangedrag van publieke functionarissen door misbruik of overtreding van het publieke vertrouwen” wanneer dat wangedrag vooral „politiek van aard is”. Professor Bruce Ackerman van de Universiteit van Yale wijst erop dat het begrip “misdemeanor” 200 jaar geleden een ernstiger betekenis had dan het “misdrijf” van vandaag. Maar er is geen twijfel over de vraag wie er voor impeachment in aanmerking komt: namelijk de overheidsfunctionaris die zijn ambtelijke bevoegdheden misbruikt of die door overtredingen (van de wet) “het publieke vertrouwen” schendt.

Wanneer dat gebeurt is impeachment “een centraal element van de verantwoordelijkheid van de uitvoerende macht” zoals de grondleggers dat voorzagen voor de nieuwe regering. Het heeft politiek een “opvoedende” functie en het “bevestigt de prioriteit van feiten en de wet”. Dit staat in een document van de staf van Clintons eigen Democratische partij, opgesteld in de impeachment-periode van zijn voorganger Nixon.

Een van de autoren van dit gezaghebbende document was de advocate Hillary Rodham die nu als mevrouw Clinton van zeer nabij haar theoretische beschouwingen van 25 jaar geleden aan de praktijk kan toetsen.

Definitie
Wat valt er nu precies onder de termen voor impeachment? Oud-president Ford had daarover ruime opvattingen. „Daaronder valt alles wat op het gegeven moment volgens een meerderheid van het Congres impeachable is”. De rechtsgeleerden zijn het daar niet allemaal mee eens, maar pers en politiek herhalen Fords omschrijving dezer dagen veelvuldig.

De eerste die al of niet op basis van Ford omschrijving beoordeelt of Clinton in staat van beschuldiging wordt gesteld, is de juridische commissie van het Huis van Afgevaardigden. Die commissie legt haar conclusie voor aan de voltallige vergadering, die de conclusie van de commissie niet hoeft te volgen. Zij kan dus tegen impeachment stemmen als de commissie voor is, of omgekeerd. Als het voltallige Huis de impeachment-beslissing van de commissie volgt, dan begint die commissie hoorzittingen waar de beschuldigde zich kan verdedigen.

De conclusies van die hoorzittingen worden in de vorm van een wetsvoorstel wederom voorgelegd aan het voltallige Huis. Dat kan met eenvoudige meerderheid beslissen de zaak voor een juridisch-politiek proces door te verwijzen naar de Senaat. Daar wordt dan een “proces” gevoerd onder leiding van 's lands opperrechter. Dat proces eindigt met een stemming waarbij een tweederde meerderheid is vereist om de desbetreffende functionaris af te zetten. Dat is tot nu toe eenmaal gebeurd met een president, namelijk Andrew Johnson, die zijn “veroordeling” in 1867 ontliep omdat de Senaat daarvoor net een stem te kort kwam. President Nixon wachtte dat in 1974 niet af en stapte zelf op. Clinton wordt nu dus de derde president die met impeachment wordt geconfronteerd.

De grote vraag in Washington is nu of de vechter Clinton die weg wil gaan of dat deze Democratische president net als zijn Republikeinse voorganger Nixon de eer aan zichzelf houdt en vrijwillig opstapt. Hij hoeft in ieder geval niet ver te gaan voor deskundig advies. Hillary weet er alles van.