Dossier Clinton3 april 1998

Zaak-Jones is een mijlpaal, geen grens

Starr graaft rustig door

Van onze buitenlandredactie
APELDOORN – Terwijl de Amerikaanse president in Senegal rondtoerde, deed rechter Susan Webber Wright in Little Rock opzienbarend werk. Zij verwees het bewijsmateriaal voor seksuele intimidatie door Bill Clinton tegen Paula Jones naar de prullenmand. Een bittere teleurstelling voor het ene kamp en een flinke opsteker voor het andere.

Jones beweert dat Clinton haar in 1991, toen hij gouverneur van Arkansas was, in een hotel in Little Rock tot orale seks wilde overhalen. De bergen bewijsmateriaal zijn echter „bij lange na” niet toereikend om seksuele intimidatie aan te tonen, stelde rechter Wright. Bovendien kon Jones volgens haar niet aantonen dat zij door het voorval emotionele schade of tegenwerking in haar loopbaan heeft ondervonden.

Susan Carpenter McMillan, de woordvoerster van Jones, zei dat wordt gestudeerd op de uitspraak van de rechter om beroep te kunnen aantekenen. Dat moet binnen dertig dagen gebeuren. Van een definitieve juridische triomf voor Clinton is dus nog geen sprake. De opluchting in het presidentiële kamp is er niet minder om, want een eventueel beroep kan maanden of jaren in beslag nemen.

Als het proces vanaf 27 mei was doorgegaan, zou Clinton de eerste zittende Amerikaanse president zijn geweest die voor de rechter had moeten komen. Via een omweg heeft Wright dat alsnog voorkomen. In een eerder stadium had zij bepaald dat de rechtszaak zou moeten worden uitgesteld totdat Clinton geen president meer was. Het Hooggerechtshof wees deze beslissing af.

Ongeacht toekomstige ontwikkelingen, is de uitspraak op zichzelf genomen weinig positief voor de president. De uitspraak „Ik voel me gerehabiliteerd”, die de president volgens CNN zou hebben gebezigd, is op zijn minst voorbarig. Want rechter Wright omschreef het vermeende gedrag van de gouverneur als „lomp en beledigend”. Schokkend is deze constatering niet. Als constante factor in de publieke waardering geldt al lang dat de Amerikanen de persoon Clinton nadrukkelijk lager inschatten dan de president Clinton.

Daarmee hangt een ander belangrijk gegeven samen, dat een temperend effect op de peilingen uitoefent. De Amerikanen lijken de schandalen moe. „De mensen zullen zeggen: Genoeg nu. Er is een beslissing genomen. Laten we de zaak afronden”, zei gisteren Harold Ickes, vertrouweling van Clinton en voormalig vice-stafchef van het Witte Huis.Ingegraven
Met „de zaak” doelt Ickes op de affaire-Lewinsky, die inmiddels aan alle voorwaarden voldoet om de zaak-Jones in stijl voort te zetten. Ook de Republikeinse opiniepeiler Jim McLaughlin vermoedt dat de Amerikanen zo snel mogelijk van het onderzoek afwillen. De vertragingstactieken van Clintons advocatenteam hebben groot succes. Als alleen maar de vaart uit de onderzoeken kan worden gehaald, is de kans groot dat bij het publiek verveling en irritatie toeslaan.

Speciaal onderzoeker Kenneth Starr heeft zich echter zo diep ingegraven, dat er nauwelijks een weg terug is. Hij zet zijn onderzoek naar de mogelijke relatie tussen de stagiaire Monica Lewinsky en Clinton gewoon voort. Ruim 30 miljoen dollar heeft het speurwerk al gekost, met weinig zichtbaar resultaat. In een vlaag van kennelijk optimisme hebben de Republikeinen de juridische commissie desondanks al 1,3 miljoen dollar extra toegeschoven om eventueel te gebruiken in een afzettingsprocedure als blijkt dat Clinton over zijn affaire met Lewinsky heeft gelogen.

Behalve deze affaire hangen de verwikkelingen in het volslagen mislukte investeringsproject “Whitewater” nog steeds als een zwarte wolk boven het Witte Huis. Voor Clinton mag in de zaak-Jones een mijlpaal zijn bereikt, voor Starr en zijn team is de grens nog niet in zicht.