Dossier Clinton2 april 1998

Verloop zaak Jones versus Clinton

WASHINGTON – Chronologisch overzicht van de zaak Paula Jones tegen de Amerikaanse president Bill Clinton wegens vermeende seksuele intimidatie.

1991
8 mei: Paula Jones krijgt in een hotel in Little Rock van een lijfwacht van gouverneur Bill Clinton te horen dat deze haar wil zien in zijn suite. Clinton maakt avances en vraagt haar om orale seks, hetgeen zij weigert. Jones zwijgt over de zaak uit vrees haar baan te verliezen. Clinton ontkent dat er iets is gebeurd.

1993
December: twee lijfwachten van Clinton, die inmiddels president is, verklaren tegenover het conservatieve blad American Spectator dat ze vaak vrouwen voor hem moesten regelen. Onder hen was een zekere Paula in mei 1991.


1994
11 februari: Jones doet haar verhaal op een persconferentie die door een conservatieve actiegroep is georganiseerd. De pers neemt haar niet serieus.

6 mei: Paula Jones spant voor de federale districtsrechtbank in Little Rock, Arkansas een civiele procedure aan tegen president Bill Clinton. Zij vordert 700.000 dollar schadevergoeding wegens wangedrag op 8 mei 1991 in het Excelsior Hotel in Little Rock. Zij beticht Clinton van „seksuele intimidatie en aanranding” en aantasting van haar goede naam door te ontkennen.

10 augustus: Clinton vraagt de klacht van Jones niet-ontvankelijk te verklaren op grond van presidentiële onschendbaarheid.

28 december: Rechter Susan Webber Wright beslist dat een proces pas kan plaatsvinden wanneer Clinton zijn ambt heeft opgegeven. Het vergaren van bewijzen en opnemen van beëdigde verklaringen van getuigen kan echter van start gaan.

1995
17 januari: Jones tekent beroep aan tegen de beslissing om behandeling van de zaak uit te stellen.

24 februari: Rechter Wright schort de bewijsgaring op, hangende een beslissing van het hof van beroep.

14 september: De advocaten van Clinton betogen dat behandeling van de zaak de president zal afleiden van staatszaken. De advocaten van Jones brengen daar tegen in dat zij dezelfde rechten moet kunnen uitoefenen als ieder ander in een civiele zaak.

1996
9 januari: Het hof van beroep beslist met twee tegen een dat de klacht van Jones in behandeling kan worden genomen.

15 mei: Clinton vraagt het Hooggerechtshof de zaak uit te stellen tot na het einde van zijn ambtstermijn.

27 mei: Het Hooggerechtshof wijst uitstel van het proces af.

9 juni: Een federale rechtbank weigert in hoger beroep het proces uit te stellen tot na Clintons ambtsperiode.

24 juni: Het Hooggerechtshof besluit het verzoek om uitstel van Clinton in overweging te nemen. De behandeling van de zaak wordt hierdoor in ieder geval verschoven tot na de presidentverkiezing in november.

1997
27 mei: Het Hooggerechtshof beslist dat de zaak in behandeling kan worden genomen.

22 augustus: Rechter Wright stelt de procesdatum vast op 27 mei 1998, maar verwerpt de klacht van Jones dat Clinton haar heeft belasterd.

9 september: Een federale rechter staat toe dat de advocaten van Jones zich terugtrekken, maar houdt de behandelingsdatum op 27 mei.

8 december: Paula Jones verlaagt de verlangde schadevergoeding tot 525.000 dollar en laat de klacht wegens laster tegen Clintons voormalige lijfwacht Danny Ferguson vallen.

1998
7 januari: Voormalig stagiaire Monica Lewinsky ontkent in een beëdigde verklaring aan de advocaten van Jones dat zij ooit een seksuele relatie heeft gehad met Clinton.

16 januari: Whitewater-onderzoeker Kenneth Starr krijgt van de rechter toestemming zijn onderzoek naar de zakelijke handel en wandel van de president uit te breiden tot de vraag of er pogingen zijn ondernomen om Lewinsky een valse verklaring te laten afleggen.

17 januari: Clinton wordt in het kantoor van zijn advocaat zes uur lang door de advocaten van Jones ondervraagd.

17 februari: De advocaten van Clinton vragen rechter Wright in Little Rock opnieuw de klacht van Jones af te wijzen omdat haar advocaten geen bewijs kunnen leveren voor cruciale juridische onderdelen daarvan.

13 maart: In een poging afwijzing van de klacht te voorkomen deponeren de advocaten van Jones bij de rechter een pak documenten waaruit zou moeten blijken dat Clinton ook naar andere vrouwen seksuele avances heeft gemaakt en deel had aan een „omvangrijke poging om bewijsmateriaal achter te houden”. Daarin komt ook Clintons verklaring van 17 februari voor waarin Kathleen Willey wordt genoemd die vier jaar eerder door Clinton zou zijn betast. Het Jones-kamp speelt het pleidooi door naar de pers.

20 maart: In een laatste poging de klacht van Jones te dwarsbomen voor het tot een proces komt, betogen de advocaten van Clinton dat Jones en haar belangrijkste getuigen onbetrouwbaar zijn en dat de door voormalig Witte-Huismedewerkster Kathleen Willey geuite beschuldigingen van seksuele handtastelijkheden niet ter zake doen.

28 maart: De advocaten van Jones dienen opnieuw bij de rechtbank stukken in waaruit zou blijken dat Clinton juridische obstructie heeft gepleegd door brieven, kattebelletjes en telefonische boodschappen tussen hem en Kathleen Willey achter te houden, totdat zij daarover in de openbaarheid trad voor de televisie.

31 maart: De advocaten van Jones vragen toestemming om bewijsmateriaal uit de zaak-Lewinsky te gebruiken in hun zaak tegen Clinton.

1 april: In Little Rock wijst rechter Wright de klacht van Jones tegen Clinton op alle punten af wegens onvoldoende bewijs. Jones heeft volgens de rechter niet aan kunnen tonen dat zij emotionele schade of tegenwerking in haar loopbaan heeft ondervonden.