Dossier Clinton22 juni 1996

„Witte-Huisschandalen resultaat van bestuurlijk onvermogen”

Een zwakke verdedigingsmuur

Door mr. S. de Jong
Niet de gekke koeien, maar 'Whitewater', 'FBI-dossiers' en andere schandalen houden Washington in hun greep. De meningen lopen uiteen. Zijn Bill en Hillary Clinton sluwe samenzweerders, of gedragen de bewoners van het Witte Huis zich gewoon een beetje onhandig? Dr. J. Verheul, docent cultuurgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht, neigt tot het tweede: „Ik kan mij slecht voorstellen dat Clinton de politieke schade van zo'n operatie niet vooraf zou kunnen taxeren”.

In Verheuls werkkamer in een pand aan de Kromme Nieuwegracht straalt een portret van Dan Quayle de bezoeker goedmoedig toe. Als íemand niet in staat is tot gedurfde clandestiene acties, dan is het wel de voormalige vice-president. Alle verschillen ten spijt, vormt dit een opvallende overeenkomst tussen de conservatieve Republikein en de liberale democraat, die vanaf 1993 het Witte Huis bewoont.

Volgens dr. J. Verheul zijn de affaires waarmee president Clinton heeft te kampen eerder toe te schrijven aan „onhandig manoeuvreren” dan aan „perfidespel”. Alsof het Dan Quayle betreft. Maar er speelt meer dan onkunde alleen. De Verenigde Staten kampen met de beladen erfenis van 'Watergate' en er heerst een vijandige sfeer tegen alles wat met overheid te maken heeft. „Er bestaat een enorme gevoeligheid ten aanzien van presidentiële macht”, aldus Verheul.

Een kritische kanttekening bij de verontwaardiging van de Republikeinen over het opvragen door het Witte Huis van FBI-dossiers is op haar plaats, vindt de Utrechtse universitair docent. „Tijdens de verkiezingscampagne van 1992 heeft Bush geprobeerd via de Federale Politie de handel en wandel van Clinton na te trekken. Toen dat openbaar kwam, veroorzaakte het veel deining. In zekere zin pakken de Republikeinen de Democraten nu terug”.

Allergisch
„Ik kan mij slecht voorstellen dat Clinton de politieke schade van zo'n operatie niet vooraf zou kunnen taxeren, juist mede door die affaire uit 1992”, vervolgt Verheul. „Clinton schrijft het opvragen van de dossiers toe aan de wanorde en anarchie in het Witte Huis die in de begindagen van zijn bewind zouden hebben gespeeld. Kijk alleen maar naar tijd die nodig was om alle personele posten te vervullen. Dat Clinton de zaken niet goed op orde had, was duidelijk. Het is een geloofwaardige verklaring, maar tevens een zwakke verdedigingslinie. Zijn kwaliteiten als manager van het Witte Huis staan ter discussie”.

Toch wil Verheul het daar niet bij laten. „Begrijp me goed. Ik vind het heel terecht dat er kritisch wordt gekeken naar de handelwijze van de president. Dat is heel belangrijk, zeker in de VS. Maar mijn overtuiging is dat Amerikanen op 't ogenblik al te allergisch zijn voor overschrijding van presidentiële macht. Het kost nog steeds moeite het trauma van Watergate te verwerken – het samenstel van gebeurtenissen rondom het aftreden van president 'Tricky Dick' Nixon wegens machtsmisbruik”.

De verwikkelingen omtrent onder andere Whitewater en de FBI-dossiers zijn geen 'Watergate', maar is het mogelijk dat de opeenstapeling van schandalen een soortgelijke uitwerking krijgt?

„De affaires die nu spelen hebben in wezen een onbenullig en triviaal karakter. Het gaat voornamelijk om dingen die Clinton mogelijk zou hebben gedaan als gouverneur, lang voor hij president was. En 'Travelgate' 1993 was eigenlijk een onhandig soort personeelsbeleid. Bij Watergate daarentegen gebruikte president Nixon zijn presidentiële macht om de tegenkandidaat bij de herverkiezing te saboteren. Het Witte Huis leidde destijds een heel systeem van „undercovered operations”.

„Anderzijds bestaat er een belangrijke overeenkomst. Zowel 'Watergate' als de huidige schandalen betreffen potentiële doofpotoperaties. Juist de pogingen van Nixon om illegale handelingen weg te moffelen, hebben Watergate zo belangrijk gemaakt. Allerlei manipulaties die toen een rol hebben gespeeld –het wissen van banden, afzetten van rechters, verbieden van onderzoek– vormen een grote wolk, die ook boven het onderzoek naar bijvoorbeeld 'Whitewater' hangt. Men is bang dat Clinton probeert het onderzoek naar zijn optreden te bemoeilijken”.

Vriendjespolitiek
Afgezien van het feit dat hij zaken probeert te verbergen, bestaan er meer aanwijzingen dat Clinton een twijfelachtige rol speelde inzake Whitewater.

„Van vriendjespolitiek was onmiskenbaar sprake. Het hoort bij het politieke systeem van een kleine staat als Arkansas. Iedereen kent elkaar. Het maakt wezenlijk deel uit van de gehele Amerikaanse politiek. Je zoekt allianties met mensen die je kent. De Clintons hadden verkeerde vrienden, zeker. Maar ondanks daarin geuite zware kritiek heeft het onlangs verschenen boek over Whitewater “Blood Sport”, een pil van 479 bladzijden, geschreven door James B. Stewart, niet de strekking dat Clinton dingen heeft gedaan die zijn huidig optreden als president in de weg staan”.

Verheul maakt daarbij onderscheid tussen juridische en politieke verwijtbaarheid. Tot heden treft de president juridisch geen blaam. Dat kan veranderen als zou blijken dat hij tijdens zijn gouverneurscampagne van 1990 misbruik heeft gemaakt van politieke gelden. In dat geval komt Clinton pas echt in de problemen. Maar in politiek opzicht is de president flink beschadigd. Verheul: „Clinton is voortdurend betrokken in allerlei onsmakelijke affaires. Dat kan voor de Democraten op den duur een uitputtingsslag met zich meebrengen. Kiezers zullen ongetwijfeld denken dat er iets van waar is, zodat ze gaan twijfelen aan de integriteit van de president”.

Loopt Clintons herverkiezingscampagne gevaar? „Clinton heeft aangetoond dat hij dit soort aanvallen uitstekend kan pareren. Hij is ontstellend goed in het campagne voeren. Ga maar na wat tijdens de campagne van 1992 boven tafel is gekomen. Ontduiken van de dienstplicht, gebruik van softdrugs, buitenechtelijke verhoudingen. Dat zijn drie moreel zwaar verwerpelijke punten”.

„En toch is Clinton erin geslaagd deze op dusdanige manier te presenteren dat de gemiddelde kiezer het accepteerde. Dat is een knap staaltje. Neem het marihuanagebruik. De president zei dat hij gerookt had, maar níet geïnhaleerd. Roken en niet inhaleren! Dat is zo mooi geformuleerd... Precies voldoende om de kiezer het gevoel te geven: „Nou ja, het kan er eigenlijk nét mee door”.

Comeback kid
„De boodschap is duidelijk: Oog in oog met de verleiding heeft Clinton weerstand geboden. Hij heeft geprobeerd, geworsteld, en overwonnen. Hetzelfde geldt de buitenechtelijke affaires. Toen de beschuldigingen hevig waren is Hillary naast hem komen staan. Ze hebben samen gezegd: „Ja, we hebben het in ons huwelijk soms heel moeilijk gehad, maar we zijn nog steeds bij elkaar”. Met de dienstplicht lag het moeilijker. Die heeft hij, net als zo veel van zijn leeftijdgenoten, daadwerkelijk ontdoken, zij het op een legitieme manier”.

Inderdaad heeft de president niet voor niets de bijnaam “comeback kid”. In 1992 slaagde hij erin vanuit een hopeloze positie toch de verkiezingen op zijn naam te schrijven. Zolang Bob Dole de grootst mogelijke moeite heeft over te komen als aansprekende kandidaat, staat de wind gunstig voor Bill Clinton. De schandalen die het Witte Huis omgeven vormen echter een onzekere factor. Zeker zo onberekenbaar is de invloed van Hillary op de huidige campagne. Zij treedt de laatste tijd al veel minder op de voorgrond dan tijdens de eerste jaren van het presidentschap. Maar waar destijds de Democraten belang hadden bij een prominente rol voor de First Lady, zijn het nu de Republikeinen die de presidentsvrouw in de –ongewenste– schijnwerpers zetten.

Arrogantie
Welke positie neemt Hillary Clinton in? „Aanvankelijk leek het een heel sterke zet om Hillary op de voorgrond te plaatsen. Zij is het toonbeeld van de moderne, geëmancipeerde Amerikaanse vrouw, die voor het gezin zorgt en tegelijkertijd carrière maakt. De verwachting bestond dat zij allerlei heilzame dingen zou verrichten. Spoedig bleek zij in plaats van een aanwinst een bedreiging. Vooral haar manier van optreden veroorzaakte veel weerzin. Het scherpe karakter en de zelfverzekerde uitstraling werden uitgelegd als arrogantie. De juridische belezenheid stondreeds spoedig symbool voor draaien en kuiperij. Zo gaf Newsweek een hoofdverhaal over Hillary de kop “Lawyering the Truth” mee.

De voortvarende aanpak van het welzijnsprogramma “Healthcare” en haar krachtige optreden voor de Senaat maakten eerst veel indruk. Maar Hillary nam te veel hooi op haar vork. Healthcare liep uit op een volslagen mislukking. In plaats van pragmatisch te werk te gaan, deed ze de indruk ontstaan bezig te zijn met ingewikkelde verborgen politieke machinaties. 'Travelgate' biedt daarvan een mooi voorbeeld. Ook rondom de zelfmoord van Vincent Foster rijzen veel vragen naar de handelwijze van Hillary Clinton. Het sterke vermoeden bestaat dat zij haar persoonlijke staf opdracht heeft gegeven tot verduistering van materiaal uit het kantoor van Foster”.

Hoe is het mogelijk dat „in wezen onbenullige zaken” zo veel opschudding veroorzaken in de VS?

„Naast de erfenis van Watergate is er op 't ogenblik sprake van een sterke weerzin tegen alles wat met de overheid samenhangt. In toenemende mate wordt 'Washington' kritisch bejegend. Een ander belangrijk aspect is de perspolitiek van Clinton. Deze is vanaf het begin problematisch geweest. De huidige affaires zijn deels de 'fall out' van eerdere pogingen buiten de traditionele journalistieke kanalen om in contact te treden met kiezers. De enorme vlucht die de affaires hebben genomen zijn deels wellicht een beetje wraak van de pers. En natuurlijk storten de Republikeinen zich met volle kracht op Clinton”.