Dossier Clinton22 juni 1996

Een duistere wolk hangt boven het Witte Huis

„Waar rook is, moet vuur zijn”

Door mr. S. de Jong
Twintig weken voor de presidentsverkiezingen ligt Clinton nog ruim voor op uitdager Dole. Campagne voeren kan de president als geen ander. Dat talent zal “come back kid” Bill hard nodig hebben. Want een wolk schandalen rond het Witte Huis belemmert het royale uitzicht op een tweede ambtstermijn.

Gaandeweg is het aantal incidenten dat het presidentschap van Bill Clinton kenmerken haast niet meer bij te houden. Voor een groot deel van de Amerikaanse bevolking horen ze er dan ook gewoon bij. De gemiddelde burger kijkt niet op of om van een schandaal meer of minder. In de opiniepeilingen zijn tenminste geen noemenswaardige schommelingen waar te nemen na wéér een 'onthullende' uitspraak, veroordeling van een medewerker, of een belastend rapport.

Tot voor kort althans. Een deel van de kiezers, die toch al een enorme hekel hebben aan alles wat verband houdt met Washington, lijkt eindelijk echt genoeg te krijgen van de affaires rond de president. Deze week zag de democratische presidentskandidaat zijn voorsprong op belager Dole teruglopen. Intussen beleefden de Republikeinse tegenstanders een hoogtepunt in het openbaar maken van onverkwikkelijkheden. Een kluwen voorvallen die bijna niet valt te ontwarren.

Naast wat kleinere incidenten zijn de president -en zijn vrouw niet te vergeten- verwikkeld in een zaken waar niemand het fijne van weet. „Waar rook is, daar moet vuur zijn”, vinden de politieke tegenstanders, die met het schimmige karakter van de affaires wel raad weten.

Affaires
Een greep uit de belangrijkste zaken. Ten eerste zijn daar de beschuldigingen tegen de president van echtelijke ontrouw. Behalve zijn vrouw zou Bill Clinton Gennifer Flowers en Paula Jones het hof hebben gemaakt. Zeer tegen de zin van beide dames overigens, en daarin schuilt voor de president het juridische probleem. Momenteel speelt Gennifer geen rol meer, en Paula slechts op de achtergrond. Zodra Clinton president af is, kan haar rechtszaak tegen hem worden voortgezet.

Ten tweede speelt een zaak die de Republikeinen Travelgate hebben genoemd, een hoopvolle zinspeling op het drama rond Watergate, dat president Richard Nixon tot aftreden noopte. Het betreft hier rumoer rond een afdeling van het Witte Huis die reizen voor medewerkers en pers regelt. Vlak na het aantreden van president Clinton zou Hillary de bezem door de staf hebben gehaald, met als doel een achternicht tot hoofd van de afdeling te promoveren. Dit gebeurde, maar na een storm van protest vloog het nieuwe hoofd de laan uit. Het bleek dat van het beweerde „wanbeleid” geen sprake was. De zogenaamd corrupte directeur, Billy Dale, en zijn personeel trof bij nader inzien geen blaam.

Whitewater
Ten derde het allesoverschaduwende Whitewater. Deze naam heeft inmiddels zoveel bekendheid, dat het achtervoegsel “gate” gerust achterwege kan blijven. De affaire gaat terug op een mislukte belegging in een onroerendgoedproject dat de ontwikkeling van een grootschalig vakantieoord beoogde. Bill Clinton was in die tijd gouverneur van het zuidelijke deelstaatje Arkansas.

Whitewater ging op de fles, en tevens de bank die optrad als financier. De eigenaars van deze bank waren samen met de Clintons aandeelhouders in Whitewater. Hillary Clinton verrichtte bovendien als firmant van een advocatenkantoor werkzaamheden voor de bank. Dat laatste bleek toen een deel van de boekhouding van het kantoor, die eerst een paar jaar 'verdwenen' was, plotseling onder een bureau in het Witte Huis opdook. De FBI vond de vingerafdrukken van Hillary en Vincent Foster op de documenten. Vincent Foster was de Witte Huis-adviseur, en een vroegere compagnon van Hillary. Hij pleegde op mysterieuze wijze zelfmoord, juist in de periode waarin de aandacht voor Whitewater aanzienlijk groeide.

Met de ondergang van de spaarbank Madison Guaranty and Loan kwam een reeks frauduleuze handelingen aan het licht die de eigenaars van de bank, Jim en Susan McDougal, inmiddels in de cel hebben doen belanden, evenals Clintons opvolger als gouverneur, Jim Tucker. De president mocht in het proces als getuige opdraven, maar de jury kwam tot een ander oordeel. Illegale financiering van de bank en daardoor indirect Whitewater, vriendjespolitiek en andere ongeoorloofde handelingen vormen een haast onontwarbare kluwen waar niemand het fijne van weet.

Een speciale aanklager, Kenneth Starr, en een senaatscommissie hebben zich op de affaire gestort en deze week publiceerde de commissie na maanden onderzoek alvast een 700 pagina's tellend rapport. De commissie telt tien Republikeinen en acht Democraten. De bevindingen, niet verwonderlijk, zijn tweeërlei. Waar de Democraten vaststellen dat het presidentiële echtpaar geen blaam treft, presenteren de Republikeinen het als onomstotelijk bewijs van de ongeloofwaardigheid van Bill en Hillary.

Bankiers
Een vierde zaak houdt daarmee rechtstreeks verband. Deze week is bijzonder aanklager Kenneth Starr een proces begonnen tegen twee bankiers vanwege vermeende verduistering van geld ten behoeve van Clintons gouverneurscampagne van 1990. Bankier Robert Hill zou Clinton het geld persoonlijk hebben gebracht, en de herkozen gouverneur zou als dank diens collega Herby Branscum hebben benoemd tot hoofd van een infrastructuurcommissie van Arkansas. Voor wat hoort wat.

De vijfde en nieuwste zaak in de reeks is het FBI-schandaal. Een medewerker van de president heeft tussen 1993 en 1994 in zijn ijver ruim 400 geheime FBI-dossiers opgevraagd. Naar zeggen van het Witte Huis gebeurde dat om na te trekken of personen die een toegangspasje kregen op een brandschoon verleden konden bogen. Inmiddels is de betrokken functionaris ontslagen, maar daarmee zijn de Republikeinen niet tevreden.

Het blijkt namelijk dat de dossiers van een aantal betrokken personen –de opvragingen stopten bij de letter G– vooraanstaande Republikeinen betreffen die in geen geval voor Clinton zouden werken, en zeker niet in het Witte Huis. Bovendien bleek dat het Witte Huis en passant opdracht had gegeven de handel en wandel na te trekken van Billy Dale, het toen zeven maanden geleden ontslagen hoofd van het reisbureau. Foutje, zegt de Clinton-staf. Vals spel, beschuldigen zijn tegenstanders.

En dat is wat beide kampen verdeelt. Waar de Democraten vast zijn overtuigd van kinderlijke slordigheid, beoordelen de Republikeinen alles als boosaardige opzet. De FBI heeft beterschap beloofd en de minister van justitie, Janet Reno, laat een diepgaand onderzoek instellen door Kenneth Starr. En het publiek? Dat haalt de schouders op, nog wel.