Buitenland13 december 1999

Kroatische president gaf andersdenkenden geen enkele ruimte

Tudjman regeerde als autocraat

Door dr. A. Buczynski
ZAGREB – Wanneer we de politieke waardering van dr. Franjo Tudjman buiten beschouwing laten, staat vast dat een persoon ter ruste wordt gelegd die gedurende de afgelopen tien jaar definitief het politieke beeld van Kroatië bepaalde. Hoe men het ook wendt of keert, één feit staat vast en dat is dat dr. Franjo Tudjman de eerste president van de onafhankelijke Republiek Kroatië is geweest en dat hij voor de verwezenlijking van die onafhankelijkheid de grootste verantwoordelijkheid draagt. Dat is iets wat de Kroaten nooit zullen vergeten.

Tudjmans politieke levensloop begon op het moment dat hij als adolescent sympathisant en politieke activist van de communistische partij werd. Als twintigjarige was hij partizaan en antifascist, als dertigjarige de jongste generaal van Tito, als veertigjarige historicus en directeur van het Instituut voor de Geschiedenis van de Arbeidersbeweging, als vijftigjarige politieke dissident, als zestigjarige nationalist en ten slotte als zeventigjarige eerste president van een onafhankelijke Kroatische staat.

Franjo Tudjman werd op 14 mei 1922 in Veliko Trgovisce geboren. Veliko Trgovisce ligt zo'n 20 kilometer ten noorden van Zagreb in de heuvelachtige streek Zagorje. Tudjman groeide op in een tijd die werd gekenmerkt door de dictatuur van koning Aleksandar. Een tijd waarin de democratie was opgeschort en waarin verschillende politieke partijen niet naar buiten mochten treden. Bovendien was dit een tijd van grote economische teruggang. Na afloop van de lagere school schreef Tudjman zich in aan de Handelsacademie te Zagreb.

Z'n opleiding financierde hij onder andere door bij te verdienen met bijles voor z'n collega's. In die tijd begon hij zich voor het eerst warm te maken voor socialistische en communistische ideeën. Zo bracht hij in 1940 een nacht door in de gevangenis omdat hij met vrienden de Oktoberrevolutie had gevierd.

Tudjman bleef ook verder nog contacten onderhouden met de communisten in Zagreb en keerde terug naar z'n geboortestreek. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en de stichting van een 'onafhankelijke' Kroatische fascistische staat (de NDH) besloot Tudjman lid te worden van de communistische partij en als antifascist de strijd voort te zetten. Het centraal comité van de Communistische Partij van Kroatië plande de stichting van een partizanenafdeling in Zagorje. Tudjman diende de illegale pers te organiseren en goede contacten te onderhouden met antifascistische illegalen in Zagreb. Op een van zijn acties in mei 1942 werd Tudjman door de geheime politie gevangen genomen, maar hij wist te ontkomen. Begin 1944 werd hij plaatsvervangend commissaris van een partizanenbrigade en de belangrijkste partijganger in het comité van de 32e divisie. Het eind van de oorlog beleefde hij als majoor en lid van de staf van het 10e korps.

Begin 1945 vertrok Tudjman naar Belgrado, waar hij hoofd werd van de afdeling personeelszaken van het ministerie van Defensie. Twaalf jaar later rondde hij zijn studie aan de Hogere Militaire Academie in Belgrado af en werd hij als een van de jongste generaals benoemd tot hoofd van de afdeling bestuurszaken van de generale staf van het Joegoslavische volksleger. In die tijd kwam hij echter al meer onder druk te staan van zijn Servische ambtsgenoten, die een sterk gecentraliseerde staat nastreefden en de federalistische ideeën van vooral de Kroatische partizanen als nationalistisch en separatistisch afdeden. Onder deze omstandigheden was Tudjman genoodzaakt Belgrado te verlaten.

Nationalist
Eenmaal teruggekeerd in Zagreb stichtte hij het Instituut voor de Geschiedenis van de Arbeidersbeweging. Hij was directeur van dit instituut van 1961 tot 1967. In 1963 werd hij hoogleraar aan de faculteit voor politieke wetenschappen van de Universiteit van Zagreb. Twee jaar later promoveerde hij als historicus aan de Universiteit van Zadar met een dissertatie over de ondergang van het monarchistische Joegoslavië tussen 1918 en 1941.

Als directeur van het instituut verzette hij zich tegen de al breder levende Groot-Servische interpretatie van de Tweede Wereldoorlog in Kroatië. Die interpretatie overdreef het lijden van de Serviërs en kleineerde tegelijkertijd de antifascistische rol van de Kroaten: Kroaten waren vooral fascisten en geen partizanen.

Onder andere vanwege de kanttekeningen die Tudjman plaatste bij het aantal slachtoffers van het concentratiekamp Jasenovac werd hij 1967 uit de communistische partij gezet. In die tijd begon hij ook al hechtere banden te onderhouden met Kroatische intellectuelen die al sterker uitkwamen voor een losser, federaal verband van Joegoslavië met grotere politieke vrijheden. Na de mislukte Kroatische lente van 1971 werd Tudjman echter net als vele andere Kroatische dissidenten gearresteerd en tot twee jaar gevangenis veroordeeld. In 1981 werd hij opnieuw tot drie jaar gevangenis veroordeeld omdat hij interviews had gegeven aan buitenlandse persbureaus.

In 1987 kreeg Tudjman eindelijk toestemming om naar het buitenland te reizen. In Canada knoopte hij goede banden aan met de Kroatische emigranten en dat was het begin van een hechte vriendschap met de toekomstige Kroatische minister van Defensie Gojko Susak. Eenmaal teruggekeerd uit Canada wachtte Tudjman op het juiste politieke moment. In 1989 ging hij met z'n vrienden Josip Manolic, Dalibor Brozovic en Vladimir Seks over tot de stichting van de HDZ.

Deze partij won de eerste vrije verkiezingen met een enorme meerderheid en op 30 mei 1990 werd Franjo Tudjman officieel tot de eerste president van Kroatië gekozen. Dankzij de grote bevoegdheden die hij genoot, droeg hij zonder twijfel de grootste verantwoordelijkheid voor de politieke gebeurtenissen in dit deel van Europa. De bewering dat hij schuldig is voor het uiteenvallen van Joegoslavië of het uitbreken van de oorlog, klopt echter niet. De verantwoordelijkheid daarvoor dragen ook staatshoofden ver buiten Kroatië.

Koppig
Als president gedroeg Tudjman zich koppig en autocratisch met bar weinig begrip voor kritiek van andersdenkenden. Met zijn legeropleiding heeft hij in dat opzicht veel gemeen met presidenten zoals De Gaulle en Franco. Critici binnen de eigen partij werden al gauw gemarginaliseerd. De jaknikkers en opportunisten kregen onder zulke omstandigheden al snel de overhand en het vooruitzicht van een regering met verantwoordelijkheid ten opzichte van alle burgers van Kroatië –en niet alleen de partijgenoten– verdween. De hele politieke structuur van de HDZ en daarmee van de autoriteiten op nationaal, regionaal en lokaal gebied was opgebouwd rond de persoon van Franjo Tudjman.

Franjo Tudjman symboliseerde de HDZ en de staat. Het belangrijkste programmapunt van de HDZ was kortweg ”Franjo Tudjman”. Onder andere daardoor is de HDZ vooral een beweging gebleven en is het geen echte moderne politieke partij geworden. Zolang hij leefde controleerde Tudjman de tegenstellingen tussen de verschillende stromingen binnen zijn partij. Met zijn dood is vooral een leemte ontstaan binnen de eigen partij. Een echte opvolger van Franjo Tudjman is er nog steeds niet. De lijsttrekker is op dit moment nog altijd niet bekend, terwijl de verkiezingen voor de deur staan. Is er leven voor de HDZ na de dood van Tudjman? Dat is een vraag waarop de Kroatische kiezers 3 januari aanstaande een antwoord zullen geven.

Dr. Alexander Buczynski is wetenschappelijk medewerker aan het Kroatisch Instituut voor Geschiedenis te Zagreb.