Ook jonge mannen doorgelaten

Rusland opent grens
Tsjetsjenië-Ingoesjetië

SLEPTSOVSKAJA – Russische troepen hebben gisteren voor de tweede achtereenvolgende dag grote groepen Tsjetsjeense vluchtelingen doorgelaten naar Ingoesjetië. Per uur mochten ongeveer vijfhonderd vluchtelingen de grensovergang bij Sleptsovskaja passeren.

Woensdag waren daar al ongeveer 3500 vluchtelingen doorgelaten, nadat de Russen de grens dagenlang zo goed als gesloten hadden gehouden. Ook de noordelijker gelegen grensovergang bij Malgabek ging gisteren open. Volgens een Russische soldaat werden bij Malgabek per uur zo'n driehonderd mensen Ingoesjetië binnengelaten.

Voor het eerst werden gisteren ook mannen in de weerbare leeftijd doorgelaten. Eerder mochten alleen vrouwen, kinderen en bejaarden passeren. De vluchtelingenstroom bij Sleptsovskaja werd kort onderbroken toen er een konvooi met bezoekende functionarissen werd doorgelaten en de vluchtelingen naar voren drongen om mee de grens over te komen. Om de menigte in bedwang te houden schoten Ingoesjetische militairen in de lucht.

Aan de Tsjetsjeense kant van de grens stonden intussen nog duizenden vluchtelingen te wachten. Een van hen was de 68-jarige Tamara Grigorjevna, een etnische Russin uit Grozny. „Ik heb al mijn familieleden daar vandaan gehaald. We gaan allemaal naar Rusland”, zei zij. „Nog een oorlog overleven we niet.”

De strijd in Tsjetsjenië concentreerde zich in de nacht van woensdag op donderdag in het oostelijk deel van de republiek. Tsjetsjeense strijdkrachten voerden twaalf aanvallen uit op Russische troepen, terwijl Russische vliegtuigen en artillerie zware beschietingen uitvoerden op rebellen die bij de oostelijke grens met Dagestan zijn verzameld, zei legerwoordvoerder Igor Melnikov. Hij zei dat de rebellen ook troepen in Dagestan hadden aangevallen en dat bij tegenvuur tien rebellen waren omgekomen.

De Russische luchtmacht ging ook door met het bombarderen van dorpen verspreid over Tsjetsjenië, terwijl de artillerie de buitenwijken van Grozny onder vuur nam.

Tsjetsjeense functionarissen kwamen gisteren bijeen om te bespreken hoe er hulp kan worden verleend aan burgers die niet op de vlucht zijn geslagen. Vice-premier Kazbek Machasjev zei dat de hulpverlening problematisch was omdat de Russen wegen en bruggen kapot schieten.

Het persbureau Interfax haalde gisteren bronnen bij het ministerie van Defensie aan die zeiden dat 151 Russische soldaten zijn gesneuveld sinds de Russen Tsjetsjenië zijn binnengevallen. Algemeen wordt echter aangenomen dat de strijdkrachten het ware aantal gesneuvelden geheimhouden. Volgens de Tsjetsjeense president Aslan Maschadov zijn meer dan 3600 burgers gedood.

De Russische premier Vladimir Poetin heeft voorgesteld tijdelijk een visumplicht in te stellen voor mensen die vanuit Georgië en Azerbeidzjan naar Rusland reizen. Volgens de regering zijn er militante sympathisanten van de opstandelingen vanuit Georgië de grens met Tsjetsjenië overgestoken. In Rusland wordt ook verondersteld dat militante islamieten vanuit Turkije en het Midden-Oosten naar Tsjetsjenië reizen via Azerbeidzjan, dat grenst aan Dagestan. Het ministerie van Defensie zei dat er ongeveer driehonderd huurlingen vanuit Tadzjikistan in Tsjetsjenië zijn aangekomen en dat ongeveer vijfhonderd anderen momenteel voor de strijd in Tsjetsjenië worden klaargestoomd in Afghanistan. Poetin zei dat de visummaatregel zou moeten gelden voor de verdere duur van wat hij omschreef als de antiterreurcampagne in Tsjetsjenië.

Raad van Europa
De parlementaire vergadering van de Raad van Europa riep het Russische leger gisteren op een bestand af te kondigen. De raad riep in een resolutie op tot een „vreedzame dialoog” tussen de Russische autoriteiten en president Maschadov, stond in een verklaring die werd vrijgegeven op het hoofdkantoor van de Raad van Europa in Straatsburg.

De parlementaire vergadering wordt gevormd door parlementsleden uit al de 41 lidstaten van de Raad van Europa, die in 1949 werd opgericht ter bevordering van democratie, mensenrechten en Europese samenwerking.