Miljoen dollar op hoofd Basajev

Russen dringen
Grozny binnen

Dat heeft het persbureau Itar-Tass gisteren vernomen van het ministerie van Defensie in Moskou. Volgens het ministerie concentreert de hoofdmacht van het verzet zich bij Grozny.

De Russische bevelhebber in Tsjetsjenië heeft intussen een prijs van 1 miljoen dollar op het hoofd van rebellenleider Basajev gezet. Moskou wil de guerrillagroepen in Tsjetsjenië uitschakelen omdat zij het buurgebied Dagestan willen binnenvallen en terreuraanslagen hebben gepleegd in Russische steden. Maar Moskou wil tevens herhaling voorkomen van de oorlog van 1994-1996, waarin tienduizenden mensen omkwamen.

Ook elders in Tsjetsjenië voerden de Russische luchtmacht en de landmacht aanvallen uit. De Tsjetsjeense autoriteiten meldden zware gevechten in het Terskigebergte ten noordwesten van Grozny en volgens het Russische persbureau Interfax had het Russische leger daar enige kilometers vooruitgang geboekt. Andere Russische eenheden begonnen een opmars in de richting van de stad Goedermes, ongeveer 30 kilometer ten oosten van Grozny. Het persbureau Itar-Tass meldde dat het Russische leger 's nachts Tsjetsjeens luchtafweergeschut en twee voertuigen met Tsjetsjeense strijders had uitgeschakeld. De Russische president Boris Jeltsin heeft zich gisteren in zijn eerste openlijke verklaring over de militaire operatie in Tsjetsjenië achter premier Vladimir Poetin gesteld. „Ik steun de resultaten van zijn arbeid volledig”, zei Jeltsin. De president, die eerder deze maand drie dagen in het ziekenhuis lag, heeft de campagne in Tsjetsjenië grotendeels aan Poetin overgelaten. De oorlogsinspanning geniet grote steun onder de Russische bevolking en de premier zag zijn populariteit daardoor aanzienlijk toenemen.

Tsjetsjeense strijders zeiden zaterdag en zondag twee Russische gevechtsvliegtuigen en een verkenningsvliegtuig te hebben neergeschoten, een verklaring die van Russische zijde werd tegengesproken. Itar-Tass meldde echter gisteren dat Tsjetsjeense strijders een bijeenkomst met Russen hadden gehad om de zwarte doos van een straaljager te overhandigen die zij hadden neergehaald. Ook zou het lichaam van de piloot zijn overgedragen. De Russen zouden op hun beurt de lijken van twee gesneuvelde Tsjetsjeense strijders hebben overgedragen. De VN-hoge commissaris voor de vluchtelingen, Sadako Ogata, sprak gisteren haar bezorgdheid uit over de duizenden vluchtelingen die in de val zitten in Tsjetsjenië omdat de grens met Ingoesjië is afgesloten. „De grenzen moeten openblijven voor iedereen die bang is en gedwongen wordt te vluchten”, zei Ogata. De afgelopen weken zijn ongeveer 170.000 Tsjetsjenen naar Ingoesjië gevlucht.

Paus Johannes Paulus II heeft gisteren in een gesprek met de Russische minister van Buitenlandse Zaken, Igor Ivanov, aangedrongen op een snelle politieke oplossing voor het conflict. Vooral over de burgers van Tsjetsjenië maakte de paus zich zorgen, zei Ivanov na afloop.