Buitenland25 september 1999

Roep om harde actie tegen Tsjetsjenië klinkt steeds luider

Rusland klaar voor een nieuwe oorlog

Van onze correspondent
MOSKOU – Rusland bereidt zich voor op een nieuwe oorlog met Tsjetsjenië. In een recordtempo heeft het Russische leger de afgelopen week een kordon gelegd rondom de afvallige Russische republiek en nog steeds worden nieuwe manschappen aangevoerd.

Ook voert de Russische luchtmacht dagelijks bombardementen uit op doelen in Tsjetsjenië. Na eerdere Tsjetsjeense aanvallen in Dagestan en de aan de Tsjetsjenen toegeschreven bomaanslagen in Moskou is de roep om harde tegenacties alom aanwezig.

„Het is noodzakelijk de zaak duidelijk aan de Tsjetsjenen voor te stellen. Ze moeten onmiddellijk stoppen met alle militaire activiteiten op Russisch grondgebied. Zo niet, dan kunnen ze de fysieke vernietiging van hun hele republiek tegemoet zien door luchtaanvallen, bacteriologische wapens, zenuwgas, napalm en alles wat ons sterke leger tot zijn beschikking heeft.” Zo vatte onlangs de populairste Russische krant Moskovski Komsomolets de stemming onder een groot deel van de Russische bevolking samen. Het is tijd om eindelijk orde te scheppen op de Russische Kaukasus. En als dat niet goedschiks gaat, dan maar kwaadschiks, zo lijkt het motto te luiden.

Ontvoeringen
Sympathie voor het Tsjetsjeense onafhankelijkheidsstreven heeft onder de Russen op dit moment dan ook een historisch dieptepunt bereikt. Dat is opvallend, omdat er gedurende de oorlog in Tsjetsjenië tussen 1994 en 1996 nogal wat voorstanders van de Tsjetsjeense zaak in Rusland waren te vinden, vooral onder de Russische liberalen. Ook een deel van de Russische pers, met het onafhankelijke televisiestation NTV voorop, sympathiseerde openlijk met de vrijheidsstrijders.

De ontwikkelingen in Tsjetsjenië na het de facto onafhankelijk worden van de republiek in 1996 hebben er echter voor gezorgd dat deze sympathie snel afnam. Zowel het grote aantal gewelddadige ontvoeringen van Russische burgers als de invoering van meedogenloze islamitische wetten heeft hier duidelijk zijn steentje aan bijgedragen. Ook de gruwelijke beelden van slachtoffers hiervan op de Russische televisie hebben hun uitwerking niet gemist.

Zelfs het als liberaal bekendstaande weekblad Moskovski Novosti heeft zich onlangs in een paginagrote bijdrage nadrukkelijk uitgesproken voor de harde aanpak van Tsjetsjenië en wijst onafhankelijkheid van de republiek als groot gevaar van de hand. Hoofdredacteur Sergej Roi is vooral bang dat een onafhankelijk Tsjetsjenië nog meer dan nu het centrum zal worden van extremistische internationale moslimorganisaties, zoals Taliban, Hamas en aanhangers van Osama bin Laden.

„In geval van onafhankelijkheid zullen ze (extremistische internationale moslimorganisaties, red.) daar op geheel legale gronden arriveren, op uitnodiging van een soevereine staat, lid van de Verenigde Naties”, beweert Roi. „En het is niet moeilijk voor te stellen wat zij zullen ondernemen in het zuiden van Rusland. En als ons land dan zal proberen deze extremisten te verdrijven, zal het heel gemakkelijk zijn ons als agressor aan te merken.” En dat kan volgens hem nog wel eens veel verder gaande gevolgen voor Rusland hebben.

Voorpost
De Russische autoriteiten zijn dus bang dat Tsjetsjenië de voorpost wordt van militante moslims uit het Midden-Oosten. En die angst is niet geheel ongegrond. Al sinds 1995 opereert in Tsjetsjenië bijvoorbeeld Habib Abdel Rahman Chattab, een uit Saudi-Arabië afkomstige moslimfundamentalistische strijder, die onder meer in Afghanistan vocht tegen de Sovjets. Chattab is ook samen met de Tsjetsjeen Sjamil Basajev verantwoordelijk voor de aanvallen op Dagestan de afgelopen maanden. Deze Arabier zou volgens een aantal Russische bronnen in direct contact staan met 's werelds meest gezochte moslimterrorist, Osama bin Laden. Via hem zou Chattab al miljoenen dollars Tsjetsjenië hebben binnengeloodst, vooral gebruikt voor de training van terroristen.

Het Russische weekblad Vlast meldt dat veel van de strijders die de afgelopen maanden in Dagestan vochten, afkomstig zijn uit deze met vooral Saudisch geld gefinancierde trainingskampen. Deze kampen zouden in Tsjetsjenië berucht zijn vanwege de ijzeren discipline en de strenge toepassing van fundamentalistische leefregels. Volgens Vlast zou dit zelfs voor veel Tsjetsjenen te ver gaan. Moeders zouden alles op alles zetten om hun vaak zeer jonge zonen uit de kampen weg te krijgen.

De toenemende radicalisering van Tsjetsjenië wordt deels toegeschreven aan de toenemende invloed die moslimlanden als Turkije, Jordanië, Pakistan en Saudi-Arabië zouden hebben op de afvallige republiek.

Olie
Maar volgens de toonaangevende Russische defensieanalist Pavel Felgenhauer is de reden voor de toegenomen vechtlust aan de kant van de Tsjetsjeense moslimrebellen ook nog op een andere manier te verklaren. „Ze realiseren zich dat de huidige grenzen van Tsjetsjenië economisch niet zo gunstig zijn. Door de 'bevrijding van Dagestan' hopen ze de onafhankelijkheid van hun republiek op langere termijn te kunnen bestendigen.” Daarbij doelt Felgenhauer vooral op de enorme olievoorraden die zich bij Dagestan in de Kaspische Zee bevinden. Daarnaast zou Tsjetsjenië in geval van de 'bevrijding van Dagestan' ook een directe grens krijgen met het eveneens door moslims bewoonde olierijke Azerbeidzjan.

Sergej Roi van Moskovski Novosti stelt het nog scherper. „Expansie is de enige wijze waarop Tsjetsjenië kan overleven. Zonder een extern afzetgebied en steun van buitenaf zullen de vele gewapende bendes in de republiek elkaar massaal afslachten.” Maar ook Roi meent dat het vooral buitenlandse krachten zijn die de opbouw van een Groot-Tsjetsjenië ”van zee tot zee” (tussen de Zwarte Zee en de Kaspische Zee, red.) stimuleren. Hiermee zou de ”islamitische curve” in Eurazië verder uitgebreid kunnen worden tot diep in het Russische binnenland toe, inclusief het door moslims bewoonde Tatarstan en Basjkirië. Met alle gevolgen van dien voor de eenheid van de Russische staat.

Begrotingsgeld
Hoewel Tsjetsjenië formeel nog bij de Russische Federatie behoort, is het de facto onafhankelijk. Toch ontvangt het nog steeds begrotingsgeld uit Moskou en is de roebel het enige wettige betaalmiddel. Deze situatie duurt al voort sinds het einde van de oorlog tegen Rusland in 1996, die leidde tot de terugtrekking van het Russische leger uit het gebied. In 1997 hebben Rusland en Tsjetsjenië zelfs een officieel vredesakkoord gesloten waarin Rusland zich onder meer vastgelegd heeft de afvallige republiek mee te helpen met de economische wederopbouw. Het lijkt er echter steeds meer op dat veel van deze hulp is gebruikt om de nieuwe strijd van de rebellen te financieren.

De Russische premier Vladimir Poetin heeft onlangs dan ook te kennen gegeven af te willen van dit vredesverdrag. Het is duidelijk dat de Russische leiders besloten hebben een einde te maken aan de huidige status quo rondom Tsjetsjenië. De troepenopbouw aan de grenzen met Tsjetsjenië bevestigt dit. Toch bestaat er veel twijfel over een daadwerkelijk militair ingrijpen, vooral bij hoge legerofficieren. Die herinneren zich nog maar al te goed hoe de strafexpeditie eind 1994 uiteindelijk uitliep op een slepende oorlog met tienduizenden doden.

Tekort
Volgens defensiespecialist Pavel Felgenhauer is het leger absoluut niet voorbereid op een succesvolle grootschalige inval in Tsjetsjenië. En zelfs de instandhouding van het kordon op langere termijn lijkt niet haalbaar. „Om Tsjetsjenië binnen te vallen en het heftige verzet van de rebellen te weerstaan, heeft Rusland een leger nodig van ver over de honderdduizend man. En om succesvol een grensblokkade op langere termijn in stand te houden, heeft Rusland zelfs meer dan 300.000 man nodig.” Rusland beschikt vandaag de dag echter over veel te weinig goed getrainde manschappen om deze taak tot een goed einde te kunnen brengen.

Hoewel de Russische politici en de bevolking in een oorlog tegen Tsjetsjenië de enige oplossing van het conflict met de moslimrebellen zien, lijkt het Russische leger daar materieel gezien helemaal niet op toegerust te zijn. Als het daadwerkelijk op een gewapend treffen uitdraait, zal het resultaat daarvan dan ook wel eens het tegenovergestelde kunnen zijn van wat de voorstanders ervan nu beogen.