Buitenland 20 september 1999

Standpunt inzake Oder-Neissegrens kostte
Lubbers voorzitterschap EC

Kohl was en bleef tegen Lubbers

Van onze buitenlandredactie
AMSTERDAM – De voormalige Franse president François Mitterrand ondernam op 14 juli 1994 een uiterste poging de Duitse bondskanselier Helmut Kohl ertoe over te halen alsnog akkoord te gaan met de benoeming van premier Lubbers als voorzitter van de Europese Commissie. Kohl was echter onvermurwbaar. Het bleef nee. „Dat was voor mij dus einde oefening”, aldus Lubbers zaterdag in een lezing voor het Duitsland Instituut in Amsterdam.

In een zeer persoonlijk relaas vertelde de vroegere Nederlandse bewindsman waardoor het tussen hem en de Duitse bondskanselier was misgelopen. Tot dusver is nooit helemaal duidelijk geworden waarom Lubbers het bij Kohl zo grondig had verbruid. Zaterdag gaf Lubbers uitgebreid zijn versie van het gebeuren.

De ex-premier zei vooraf dat hij sterk bij Duitsland is betrokken en dat hij niets tegen Duitsland en Duitsers heeft. Zijn grootvader was van Duitse afkomst. Rond het begin van de Eerste Wereldoorlog ging hij na een succesvol leven als Rijnschipper in Rotterdam wonen. Lubbers' moeder, geboren in 1903 in Duisburg, kreeg pas op 15-jarige leeftijd de Nederlandse nationaliteit. „De Duitse taal was de enige vreemde taal die ik van mijn ouders leerde. In haar katholiek-Rijnlandse afkomst paste ”Gemütlichkeit” en op de feestjes bij ons thuis klonk tot in de jaren vijftig het ”Unser Bruder Melchior””, vertelde Lubbers.

Op het gymnasium nam Lubbers kennis van de Duitse cultuur. „Voor mij was Duitsland op de eerste plaats het land van de Duitse cultuur, van schrijvers, musici en cultuurfilosofen”, zei de oud-premier letterlijk. In 1958 nam een een generatie oudere monseigneur hem mee naar Dachau. „Sindsdien begreep ik beter de tragiek, vooral ook die welke het Duitse volk zelf had meegemaakt”, zei Lubbers, die eraan toevoegde bijna met een Duitse getrouwd te zijn geweest.

Collegiaal
In 1978 ontmoette Lubbers voor het eerst Helmut Kohl. Kohl was ouder en had veel politieke ervaring, was al minister-president van een deelstaat geweest. Lubbers zat pas vijf jaar in de politiek, eerst als minister en daarna als fractievoorzitter. „Het klikte meteen; collegiaal, maar ook door onze wederzijdse belangstelling voor geschiedenis”, herinnerde zich onze ex-premier.

Najaar 1982 was Kohl bondskanselier en Lubbers minister-president. „In die dagen werd bondskanselier Kohl nog niet alom bewonderd. Dat deed ik toen al wel en liet dat ook blijken aan wie het wilde horen. Ik voelde me meteen met hem verbonden. We stonden samen voor de vraag hoe de eurosclerose te boven te komen. Dat was begin jaren tachtig het grote thema waaraan we samen werkten. Het leeftijdsverschil werd als het ware kleiner. Er was veel collegialiteit”, vervolgde Lubbers.

De Nederlandse bewindsman kwam in een lastig parket toen „Helmut mijn medewerking vroeg om te komen tot het heenzenden van de drie, de twee van Breda. Ik zond Kohl het boek ”De aanslag” van Harry Mulisch. Dat waardeerde hij en hij liet deze zaak verder rusten. Later, toen de tijd rijp was, realiseerde minister Frits Korthals Altes van Justitie samen met mij het toch naar huis zenden van hen.”

Val van de Muur
De verwijdering tussen Kohl en Lubbers ontstond kort na de val van de Muur in de herfst van 1989. Lubbers had geen moeite met de hereniging van Duitsland. Was er zelfs „voluit voor.” Hij wenste slechts erkenning van de Oder-Neisse als definitieve grens. Partijleden van Kohl stelden dat de Oost-Duitse gebieden aan de andere kant van de Oder-Neisse ook tot de Duitse kwestie behoren. Lubbers: „De zorg die zulk soort uitspraken opriep –niet alleen bij mij– nam Kohl niet weg, Hij sprak niet over de Bondsrepubliek en de DDR, maar over het zelfbeschikkingsrecht van de Duitsers. Ik zei vrijuit, zoals ik eerder in kleiner bijeenkomsten van christen-democraten had gedaan, dat het beter was te spreken over de ”Einigung” van de Bondsrepubliek en de DDR.”

Onder vier ogen vertrouwde Kohl Lubbers toe dat hij om binnenlands-politieke redenen de Oder-Neissegrens weigerde te erkennen. Kohl zei: „Ruud, ook ik ga ervan uit dat op het einde van de onderhandelingen de Oder-Neissegrens, zoals die er nu is, de uitkomst zal zijn. Dus steun mij en maak je geen zorgen.” Lubbers was niet gerustgesteld: „Van mijn kant zei ik tegen Helmut Kohl: „Dit kun je de Polen niet aandoen. Waarom hen met onzekerheid belasten. Waarom niet rechttoe, rechtaan gesteld dat het je gaat om de ”Einigung” van de Bondsrepubliek en de DDR.” Kohl voelde daar niet voor.” Lubbers hield echter voet bij stuk. Kohl vergaf het hem nooit meer.

Niet haatdragend
Dat bleek duidelijk in 1994 toen Lubbers' kandidatuur voor het voorzitterschap van de Europese Commissie stukliep. Delors had de Nederlandse premier als zijn opvolger voorgesteld, nadat Mitterrand zijn veto over de Belg Martens had uitgesproken. Delors ging van de gedachte uit dat er in de Europese Unie behoefte zou zijn aan leiderschap, aan een krachtig pleidooi voor het gemeenschappelijke. Maar Kohl had, aldus Lubbers, daar als bondskanselier van het verenigde Duitsland geen behoefte meer aan.

Maar dat was niet alles, voegde Lubbers er in één adem aan toe. „Er waren politieke verschillen van inzicht die met de te varen koers van de Europese Unie te maken hebben: de Oder-Neissegrens, het Nederlandse pleidooi voor Amsterdam als locatie van de Europese Centrale Bank –Duitsland was als enige tegen– en mijn weigering Hans van den Broek tot de orde te roepen ten tijde van de ”Alleingang” van Kohl en Genscher bij de voortijdige erkenning van Kroatië. Dit alles maakte dat Kohl mij als een politiek risico was gaan zien.”

Tijdens de Europese top op het Griekse eiland Korfu, waar over de opvolging van Delors zou worden beslist, haalde Kohl zijn gram op Lubbers. De Duitse bondskanselier sprak zijn veto over Lubbers uit, de Britse premier Major over De Belg Dehaene. Een extra Europese Raad die was gepland op 15 juli in Brussel moest uitkomst bieden. Intussen was de Luxemburger Santer als compromiskandidaat naar voren geschoven. Lubbers: „Mitterrand toonde zich zacht gezegd niet opgetogen over die oplossing. Hij benaderde mij. Het was hem opgevallen dat ik ondanks zware druk de steun van Italië en Spanje had behouden. Hij zei: „Ik denk dat u de goede man voor Europa bent.” Ik bedankte Mitterrand, maar voegde eraan toe dat mijn kandidatuur zinloos was zolang Kohl er niet mee kon leven en dat ik ervan uitging dat Kohl dat niet kon.”

Mitterrand wilde dat echter nogmaals nagaan. Hij deed dat op 14 juli 1994, toen Kohl Parijs bezocht ter voorbereiding op de ingelaste Europese Raad in Brussel een dag later. Lubbers: „De dag daarop hoorde ik van Mitterrand dat Kohl, zoals te verwachten was, ”massivement contre” was. Dat was voor mij dus einde oefening.”

Lubbers zei niet haatdragend te zijn tegenover de vroegere kanselier: „Ik bewaar toch goede herinneringen aan Helmut Kohl. Wij hadden samen goede jaren bij het overwinnen van de eurosclerose, bij het antwoord op de Sovjet-dreiging en vooral bij de realisatie van het Verdrag van Maastricht, de ene munt!”