Buitenland 12 augustus 1999

Van staatshoofd tot verzetsman

Van onze correspondent
PARAMARIBO – In de Surinaamse hoofdstad Paramaribo is dinsdagavond oud-president Henk Chin a Sen onverwachts overleden. Hij bereikte de leeftijd van 65 jaar. Chin a Sen, van oorsprong arts, was van 13 augustus 1980 tot 5 februari 1982 president onder het militair regime van Desi Bouterse. Vanaf begin 1983 leidde hij vanuit Nederland het verzet tegen diezelfde militaire leiders.

Chin a Sen heeft een opmerkelijke en veelzijdige loopbaan achter de rug. Hij werd op 18 januari 1934 in Suriname geboren als kind van een Chinese vader en een Creoolse moeder. Na zijn artsenstudie ging hij in eigen land aan de slag. Toen militairen onder aanvoering van Bouterse op 25 februari 1980 een geslaagde staatsgreep pleegden, kon hij nog niet bevroeden dat dit zijn eigen toekomst een dramatische wending zou geven.

Als lid van de Partij Nationalistische Republiek (PNR) werd hij op voordracht van de ruim 2,5 jaar later vermoorde André Kamperveen op 15 maart 1980 premier van een door de militairen samengestelde burgerregering. Zijn Chinees-Creoolse achtergrond speelde daarbij zeker een rol, want als 'mix' was hij zowel voor de Hindoestanen als voor de Creolen –de grootste bevolkingsgroepen– aanvaardbaar.

Maar vanaf het begin boterde het niet met de Nationale Militaire Raad (NMR), die eiste dat het beleid op aangeven van de militairen zou worden uitgevoerd. En dan was er nog Bouterse, die steeds meer hunkerde naar macht. Op 13 augustus pleegde de militaire leider een administratieve coup door de constitutie op te schorten, de noodtoestand af te kondigen en president Ferrier op een zijspoor te zetten.

Chin a Sen nam het vaandel over, in de hoop invloed op het beleid te kunnen uitoefenen en de democratie te herstellen. Maar het bleek slechts een promotie op papier. Bouterse trok, omringd door links-radicale sympathisanten, steeds meer macht naar zich toe. De NMR werd buiten werking gesteld en legde de regeermacht bij de president, de raad van ministers en het Militair Gezag, waar hij zelf deel van uitmaakte.

Nieuwe grondwet
Voor Chin a Sen werd het functioneren als president door de invloed van de militairen steeds moeilijker. Een door hem gepresenteerde nieuwe grondwet kon de goedkeuring van Bouterse niet wegdragen. Terwijl Bouterse onder toeziend oog van „communistische broeders” uit Cuba het Revolutionaire Front oprichtte, verzette Chin a Sen zich openlijk tegen wat hij noemde „kwade machten die de samenleving dreigen over te nemen.”

Op 5 februari 1982 kwam er een einde aan de politieke carrière van Chin a Sen. Hij weigerde een toespraak te houden waarin de voor oktober van dat jaar toegezegde verkiezingen zouden worden geannuleerd en bracht daarmee de regering ten val. Hij vertrok naar het Amerikaanse Pittsburgh, waar hij zich verder specialiseerde tot internist. Hij bleef echter niet lijdelijk toezien. In oktober kreeg hij bezoek van Roy Horb, een van de coupplegers van 25 februari 1980, die in conflict was gekomen met Bouterse, die hem polste om een bijdrage te leveren aan een geplande staatsgreep. Horb werd drie maanden later dood aangetroffen in een politiecel.

Bibliothecaris
Na de moorden van 8 december 1982, waarbij vijftien tegenstanders van het regime-Bouterse werden geëxecuteerd, oordeelde Chin a Sen dat het zo niet door kon gaan. Hij pakte zijn koffers en vloog naar Nederland, waar hij via de Bevrijdingsraad het verzet tegen de militairen in Suriname ging leiden. In 1987, nadat er democratische verkiezingen in zijn geboorteland waren gehouden, keerde hij terug naar de Verenigde Staten. Op het eiland Hawaii volgde de oud-president een opleiding tot bibliothecaris. Enkele jaren geleden besloot hij zich weer definitief in Suriname te vestigen, waar hij zijn oorspronkelijke vak als arts weer oppakte. Tot aan zijn dood werkte Chin a Sen als internist in het Vincentius-ziekenhuis in Paramaribo, hetzelfde ziekenhuis waar hij dinsdagavond overleed.