NAVO laat olietankers
voorlopig ongemoeid

WASHINGTON – De NAVO laat voorlopig toe dat tankers Joegoslavië van olie voorzien. Het bondgenootschap beperkt zich tot het bevorderen van deelname aan een vrijwillig embargo dat de Verenigde Staten en hun Europese bondgenoten hebben ingesteld.

Met dit besluit lijkt Washington bakzeil te hebben gehaald. Vooral de Amerikanen willen militair optreden tegen tankers die zich van de boycot niets aantrekken. Het bevoorraden over zee van Joegoslavië frustreert hen. Juist de Amerikaanse luchtmacht probeert in NAVO-verband met het bombarderen van raffinaderijen en olie-opslagplaatsen het Joegoslavische leger in Kosovo te verlammen.

De NAVO-top vorige week in Washington gaf nog de aanzet voor een maritieme blokkade van de haven van Montenegro. Maar het initiatief kreeg veel kritiek van Frankrijk en andere regeringen van NAVO-lidstaten. Die beschouwen het met geweld onderscheppen van olietankers als illegaal zolang er geen formele oorlogsverklaring is of een resolutie van de Verenigde Naties.

Volgens de Washington Post zal de NAVO nu met name Cyprus en Malta onder druk zetten om mee te werken aan het vrijwillige embargo. Veel olietankers varen onder vlag van deze landen de havens van Montenegro binnen. Ook zullen Arabische olieproducerende landen aangesproken worden. De NAVO zal hen wijzen op de terreur van het Joegoslavische leger tegen de islamitische Kosovo-Albanezen.

Amerikaanse en Europese functionarissen beweren dat de nu ingeslagen koers een eerste fase is. „Het vooruitzicht blijft dat de NAVO-landen consensus bereiken over militair optreden tegen schenders van het embargo”, aldus de Washington Post zaterdag.