Kosovo laat Wall Street onberoerdVan onze correspondent NEW YORK Terwijl het NAVO-bommen op Joegoslavië regent en de Servische economie de afgelopen weken een schade heeft opgelopen die wordt becijferd op 100 tot 200 miljard dollar (200 tot 400 miljard gulden), laat de Balkan-crisis Wall Street voorlopig volkomen koud. De Dow Jones-index van de New Yorkse beurs blijft verder stijgen en bereikte vorig week een record van 10.700 punten. Dat was anders tijdens vorige crises, zoals de oorlogen in Korea en Vietnam of de Golf-oorlog in het Midden-Oosten. Dat is waar, maar vergeet niet dat de Amerikaanse economie momenteel veel meer drijft op een club zeer stabiele bedrijven en op hightech-ontwikkelingen dan op de defensie-industrie. Bovendien is Kosovo maar een klein conflict in een regio die geen grondstoffen produceert, aldus Cynthia Latta van het financiële adviesbureau Standard & Poor's in New York. Bonnie Zoller van de bank Credit Suisse First Boston wijst erop dat de NAVO-operaties Washington nog maar weinig geld gekost hebben. Misschien 600 tot 800 miljoen (1,2 tot 1,6 miljard gulden) op een defensiebegroting van 276 miljard dollar (552 miljard gulden). Zet dat eens af tegen de Amerikaanse economie waarin ongeveer 8 biljoen dollar (16 biljoen gulden) omgaat, dan begrijp je dat Wall Street niet wakker ligt van Kosovo, aldus Zoller. Zij denkt dat dat anders wordt wanneer het conflict gevolgen krijgt voor de Europese economie. Dat zal de euro verder verzwakken. Dat is gunstig voor de Europese export en nadelig voor onze export en dus nadelig voor onze exportbedrijven. Als het zover is, wordt Wall Street wel wakker. Maar voorlopig is men hier meer bezig met de eerstekwartaalresultaten dan met de problemen op de Balkan, zo besluit Zoller. |