Buitenland26 april 1999

Onzeker of embargo kan worden geëffectueerd

NAVO gaat op naleving
olieboycot Servië toezien

Van onze buitenlandredactie
WASHINGTON – Over de vraag of olie nu wel of niet een wapen is, kunnen glibberige discussies worden gevoerd. Zeker is, dat de Servische oorlogsmachine niet zonder kan. Dus verklaarden de NAVO-leiders in Washington dat de toevoer moet worden afgesneden. Over de manier waarop zal de alliantie zich komende dagen buigen.

Een olieboycot is een van de zaken die Milosevic tot buigen kunnen dwingen. De NAVO heeft afgelopen weken de raffinaderijen in Novi Sad en Pancevo, bij Belgrado, herhaaldelijk bestookt. Volgens officiële gegevens van het bondgenootschap is 70 procent van de Joegoslavische olievoorraad verloren gegaan. Veel van de resterende reserves bevinden zich in ondergrondse opslagplaatsen. NAVO-opperbevelhebber Wesly Clark zei zaterdag dat de Serviërs al drie operaties in Kosovo wegens brandstofgebrek hebben moeten afgelasten.

„Waarom zouden piloten dag en nacht hun leven riskeren, terwijl de toevoer niet wordt afgesloten?”, vroegen de militairen van de alliantie zich af, zei NAVO-woordvoerder Shea zaterdag. Deze huidige strategie komt neer op dweilen met de oliekraan open. De betrokken landen gingen daarom op zoek naar middelen de kraan helemaal dicht te draaien, zodat behalve de bestaande voorraden ook de nieuwe aanvoer droog komt te liggen.

Om de aanvoerlijnen onder druk te zetten, besloten de Europese NAVO-leden tot een embargo te komen. De algemene raad van Europese ministers van Buitenlandse Zaken in Luxemburg moet het besluit vandaag formeel bekrachtigen. „Het heeft al veel te lang geduurd”, was zaterdag het commentaar van premier Kok op het voornemen.

Nederland toonde zich bijzonder ingenomen met het besluit de oliekraan dicht te draaien. Minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken stond 2 weken geleden nog vrijwel alleen met zijn pleidooi voor een olie-embargo. De landen van de Europese Unie waren bang dat een embargo de buurlanden van Servië te zeer zou treffen. Nederland heeft zich in Washington direct bereid getoond een bijdrage te leveren aan de blokkade. Minister van Defensie De Grave zei zaterdag dat hij zijn operationele staf opdracht had gegeven na te gaan wat ons land kan bijdragen.

Oorlogshandeling
Aan het afdwingen van het embargo kleeft een aantal bezwaren. Zo probeert de alliantie bij de luchtacties zoveel mogelijk Montenegro te ontzien. De olietoevoer van overzee geschiedt echter via de havens van deze Joegoslavische deelrepubliek, zodat de kans op slachtoffers onder de burgerbevolking vrij groot is als de NAVO bombardementen gaat uitvoeren. Bij de plannen zal dit aspect grote nadruk moeten krijgen, was het uitgangspunt in Washington.

Een maritieme blokkade stuitte aanvankelijk op bezwaren van Italië en vooral Griekenland, naast Rusland en Oekraïne belangrijke olieleveranciers van Joegoslavië. Nog sterker was het hardnekkige verzet van Jacques Chirac. Volgens de Franse president is het aanhouden en controleren van schepen op zee een oorlogshandeling, waarvoor geen duidelijke juridische grondslag aanwezig is.

Komende week moet het militair comité van de NAVO de juridische basis voor de actie duidelijk maken. Afgelopen dagen speelde daarbij een rol de discussie of olie al dan niet onder „wapens of aan wapens gerelateerd materieel” valt. Dit is de terminologie van resolutie 1160 van de VN-Veiligheidsraad waarop het wapenembargo tegen Joegoslavië berust. Nationaal veiligheidsadviseur van de VS Sandy Berger verwoorde de binnen NAVO-kring breed gedeelde mening: „Oorlogsmaterieel houdt duidelijk ook olie in.”

Daarnaast moet het comité de plannen voor de blokkade in de Adriatische Zee uitwerken. Opperbevelhebber generaal Wesley Clark heeft in het bijzonder de invoer via de haven van Bari op het oog. De planninggroep moet aangeven hoeveel schepen er nodig zijn en de regels voor het tegenhouden en doorzoeken van schepen opstellen. De NAVO-raad zal een definitief besluit nemen over het advies van het comité.

Uitvoering van de boycot kan een lastige klus worden. Onduidelijk is wat de NAVO zal doen, wanneer bijvoorbeeld een Russische kapitein weigert zijn schip door inspecteurs van een NAVO-land te laten doorzoeken. Rusland levert vooral ongeraffineerde olie. Overigens kan Joegoslavië met ruwe olie weinig beginnen, zolang de raffinaderijen in puin liggen.

De Russische minister van Buitenlandse Zaken, Igor Ivanov, verklaarde zaterdag dat alleen de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties economische sancties of embargo's kan opleggen. „We zullen doorgaan met het leveren van olie, in overeenstemming met onze internationale verplichtingen”, zei hij op een persconferentie tijdens zijn bezoek aan Egypte. Rusland transporteert ook via Hongarije olie naar Joegoslavië.