Buitenland | 6 april 1999 |
De lange weg naar het procesLONDEN Na meer dan 10 jaar is een proces voor de aanslag op de PanAm-vlucht 103 boven Lockerbie aanstaande. De aanklacht tegen de twee Libische verdachten is geformuleerd na ruim 3 jaar onderzoek door de Amerikaanse en Britse autoriteiten. Het tweetal arriveerde gisteren voor berechting in Nederland. 13-11-1991: Groot-Brittannië en de VS beschuldigen Abdel Baset al-Megrahi en al-Amin Khalifa Fhimah van de aanslag, 21 december 1988, op de Boeing 747 van de Amerikaanse maatschappij PanAm. Daarbij komen 259 inzittenden en elf inwoners van het Schotse plaatsje Lockerbie om het leven. 27-11-1991: Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Frankrijk verzoeken de Libische regering de verdachten uit te leveren. 08-12-1991: Tripoli zegt de verdachten zelf te zullen berechten. 21-01-1992: De Veiligheidsraad van de VN neemt resolutie 731 aan, die Libië oproept de Lockerbie-verdachten uit te leveren. 31-03-1992: VN-resolutie 748 biedt Libië 15 dagen de tijd om de verdachten over te dragen. Zo niet, dan dreigt een vlieg- en wapenhandelsboycot. 15-04-1992: VN-embargo wordt van kracht. 11-11-1993: VN-Veiligheidsraad kondigt nog hardere sancties aan. 01-12-1993: De sancties worden verscherpt, waaronder bevriezing van Libische tegoeden bij buitenlandse banken en een embargo op materiaal voor de olie-industrie. 02-11-1997: Libië zegt geen bezwaar te hebben tegen berechting van de verdachten volgens Schots recht of door Schotse rechters, maar twijfelt aan een eerlijk proces in Groot-Brittannië. 20-04-1998: Een woordvoerder van de slachtoffers van Lockerbie ontmoet kolonel Gaddafi, die hem toezegt het tweetal uit te zullen leveren voor berechting naar Schots recht, maar in een neutraal land. 10-06-1998: De OAE, Organisatie van Afrikaanse Eenheid, besluit een deel van de VN-sancties tegen Libië te negeren, waaronder het vliegverbod. 24-08-1998: Groot-Brittannië en de VS, die vrezen voor ineenstorting van het sanctieregime, gaan akkoord met berechting in Nederland. 27-08-1998: De VN-Veiligheidsraad stemt unaniem in met een proces in Nederland. 11-09-1998: Libië zegt meer verduidelijking en uitleg te willen over het proces in een derde land. 18-09-1998: De Nederlandse regering kiest als locatie voor de rechtszaak Kamp Zeist bij de vliegbasis Soesterberg. 30-09-1998: Libië eist dat de twee hun eventuele straf in Nederland of Libië uitzitten. 17-10-1998: Londen wil dat de verdachten, als zij schuldig zijn, in Groot-Brittannië gevangen worden gezet. 06-12-1998: VN-secretaris-generaal Annan praat met Gaddafi. Hij noemt de gesprekken vruchtbaar en positief. 21-12-1998: Tien jaar na de ramp: nabestaanden van de 270 slachtoffers houden herdenkingsdiensten. 22-12-1998: Groot-Brittannië en de Verenigde Staten dreigen met nieuwe sancties als Libië de verdachten niet voor eind februari uitlevert. 03-01-1999: Premier Blair vraagt de Zuid-Afrikaanse president Mandela te bemiddelen. 12-02-1999: Groot-Brittannië belooft VN-waarnemers in de gevangenis te stationeren als daar de Libische verdachten zouden komen te zitten. 13-02-1999: De Zuid-Afrikaanse gezant Makahlana zegt dat alle hobbels zijn genomen. 02-03-1999: Kolonel Gaddafi verklaart dat het akkoord zo goed als rond is. 10-03-1999: Frankrijk veroordeelt bij verstek zes Libiërs, onder wie Gaddafi's zwager, tot levenslange gevangenisstraf voor hun aandeel in de aanslag op een Frans UTA-vliegtuig boven de Sahara, waarbij alle 170 inzittenden de dood vonden. 19-03-1999: President Mandela, met kolonel Gaddafi aan zijn zijde, verklaart dat Libië akkoord gaat met uitlevering van de twee verdachten op uiterlijk 6 april. 04-04-1999: De VN-jurist Corell reist naar Libië om de twee verdachten naar Nederland te begeleiden. 04-04-1999: Britse juristen en politiemedewerkers komen naar Nederland. 05-04-1999: Schotse aanklagers arriveren in Nederland voor het proces in Kamp Zeist. 05-04-1999: De twee Libische verdachten arriveren in Nederland. |
![]() |