Buitenland23 maart 1999

Nederland geeft prioriteit aan lagere bijdrage aan Europese kas

EU staat in Berlijn voor krachtproef

Door drs. A. A. C. de Rooij
BRUSSEL – Er staat bij de eurotop van morgen en overmorgen in Berlijn veel op het spel. Blijven besluiten uit en zakt de EU verder weg in het moeras van onmacht en verdeeldheid of tonen de regeringsleiders daadkracht en stellen zij orde op zaken? De besprekingen over de hervormingen en over het geld worden moeilijk; dat was al bekend. Daar voegen de problemen rond de Europese Commissie zich nu nog bij.


Een crisis komt altijd ongelegen, maar dat mogen we toch wel in het bijzonder zeggen op dit moment. Europa moet ingrijpende beslissingen nemen over de landbouw, de subsidies aan de economisch zwakkere regio's en de financiering van het totale budget. Veel gaat er op de schop. De aanpassingen zijn nodig om ruimte te creëren voor de toetreding van landen uit het voormalige Oostblok.

De Commissie speelt bij een dergelijk overleg een belangrijke rol. Zij fungeert als de rechterhand van de voorzitter. Maar sinds een week is zij vleugellam. Zij wil het liefst zo snel mogelijk de koffers pakken. Dat bevordert uiteraard niet de motivatie om van het beraad in de Duitse hoofdstad een succes te maken.

Nieuwe Commissie
In ieder geval overschaduwt het aftreden van Santer en zijn collega's de ingelaste top. Het geeft de tussentijdse vergadering nog wat extra het karakter van een testcase voor de eensgezindheid binnen en de slagvaardigheid van het gemeenschappelijk Europa.

De politieke bazen van de vijftien lidstaten zullen met elkaar op z'n minst de route moeten uitstippelen die zij denken te bewandelen om een nieuwe Commissie in het zadel te helpen. Nu reeds overeenstemming bereiken over een opvolger voor de demissionaire voorzitter is waarschijnlijk te veel gevraagd. Hoewel, de Italiaan Prodi lijkt veruit favoriet. We horen geen afwijzende reacties op zijn kandidatuur.

De huidige situatie zou overigens ook positief kunnen uitpakken voor de top. Wellicht vormt zij voor president Chirac en de premiers juist een stimulans om koste wat kost een akkoord te forceren over Agenda 2000, zoals het financiële kader voor de periode tot en met 2006 heet. Een mislukking doet de EU immers in een ernstige impasse belanden. Dat zal niemand voor zijn rekening willen nemen. Bondskanselier Schröder heeft al eens gewaarschuwd dat dan de euro, die sinds de introductie toch al terrein verliest ten opzichte van de dollar, verder onder druk dreigt te raken.

De ervaring uit het verleden leert –we denken bijvoorbeeld aan de totstandkoming van de verdragen van Maastricht en Amsterdam– dat er bij dit soort complexe onderhandelingen uiteindelijk toch voldoende bereidheid bestaat om in te schikken. Het behoort echter tot de tactiek om tot het allerlaatste ogenblik te wachten alvorens concessies te doen.

Leiderschap
Op Schröder rust de taak, als voorzitter van de Unie in het lopende halfjaar, de partners op één lijn te krijgen. Hij ziet zich gesteld voor een ware krachtproef. Tot dusverre valt er weinig enthousiasme te bespeuren voor zijn optreden. In Brussel luidt de klacht dat het Europa momenteel ontbreekt aan iemand die in moeilijke tijden met gezag en overtuiging de kar trekt. Steeds vaker wordt zijn voorganger ten tonele gevoerd, uit een soort heimwee naar diens leiderschap in EU-verband. Kohl toonde visie en nam op kritieke momenten de regie in handen. Op die wijze legde hij mede de basis voor het realiseren van grote projecten als de interne markt en de eenheidsmunt.

Bovendien zorgde hij er altijd voor dat de as Bonn-Parijs goed functioneerde. Vandaag de dag ogen de banden tussen de twee grootmachten wat minder hecht, tot genoegen van de Britse premier Blair, die graag de relatie met onze oosterburen verbetert om zijn eigen invloed uit te breiden.

Een handicap voor Schröder zijn de omstandigheden aan het thuisfront. De coalitie van rood en groen ontwikkelt zich bepaald niet tot een succesverhaal. Kortgeleden stapte minister van Financiën Lafontaine op. Niet dat Europa daarover treurt. Integendeel, zijn gedram in de richting van de centrale bank over een renteverlaging en zijn ouderwetse socialistische ideeën over de te voeren economische politiek hebben geleid tot opluchting over zijn vertrek.

Maar het betekent wel dat Schröder de besprekingen in Berlijn ingaat met iemand naast zich die nog niet is ingewerkt. Niets blijft hem bespaard. Hij mist behalve de steun van een volwaardige Europese Commissie ook die van een ervaren bewindsman.

Agenda 2000
Agenda 2000, het reeds in juli 1997 door de Commissie gepresenteerde en 1300 pagina's tellende document, bevat voorstellen voor het beleid en de daarmee samenhangende uitgaven in de komende 7 jaar op het terrein van de landbouw en de structuur- en cohesiefondsen. Aspecten die onlosmakelijk daarmee zijn verbonden, betreffen de financiering van het totale budget en de verdeling van de daaruit voortvloeiende lasten over de vijftien regeringen. De top, die morgenochtend in hotel Intercontinental begint en die donderdag ongetwijfeld tot diep in de nacht voortduurt, moet resulteren in een compromis over het gehele dossier. Daarvoor is unanimiteit nodig.

De ministers van Landbouw hebben al een voorschot genomen. Zij werden het eerder deze maand eens over de herstructureringen in de agrarische sector. De gegarandeerde prijzen van melk, granen en rundvlees gaan omlaag en ter gedeeltelijke vergoeding van die korting ontvangen de boeren hogere directe inkomenstoeslagen.

Maar de afspraken daarover vergen in Berlijn nadere discussie, want enkele landen, waaronder Nederland, vinden het pakket te duur. Het overtreft de bepleite grens van een uitgavenstabilisatie met zo'n 25 miljard euro. Frankrijk dringt daarom aan op het geleidelijk inkrimpen van de inkomenssteun, een benadering die in het jargon wordt aangeduid met het begrip degressiviteit.

Bij de structuurfondsen, bestemd voor hulp aan minder ontwikkelde regio's, tekent zich de klassieke tegenstelling af tussen noord en zuid binnen Europa. Vooral de lidstaten rond de Middellandse Zee profiteren van de gemeenschappelijke subsidiepot. Onder aanvoering van Spanje verzetten zij zich daarom tegen een forse reductie van die geldstroom.

Om een indruk te verschaffen van de omvang van de kloof: Nederland verlangt een plafond van 190 miljard euro voor de gehele periode; Spanje beoordeelt zelfs 216 miljard als te mager. Duitsland wil dealen op een niveau van 200 miljard. Landbouw en structuurfondsen samen slokken ongeveer 80 procent van de EU-begroting op, die dit jaar 85 miljard euro ofwel 187 miljard gulden omvat.

Contributie
Premier Kok reist af naar Berlijn met als belangrijkste inzet een beperking van de contributie aan de Unie. Die doelstelling geniet de absolute prioriteit. Den Haag bepleit tegen die achtergrond een stabilisatie van de begroting op het huidige peil. Een uitgavenstijging is in die visie alleen toelaatbaar om de inflatie te compenseren.

In de ogen van het kabinet moet het tot nu toe onevenredig veel overboeken naar de gezamenlijke kas. Ons land is de grootste zogenaamde nettobetaler. Het saldo van afdrachten aan en opbrengsten vanuit Brussel bedraagt jaarlijks zo'n 0,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp), rond 5 miljard gulden.

Duitsland, Zweden en Oostenrijk dringen eveneens aan op verlaging van de kosten van hun EU-lidmaatschap. De Britten beschikken in deze sfeer over een status aparte. Voormalig premier Thatcher wist in 1984, met de slogan ”I want my money back”, een nettobegrenzer te bedingen. Die houdt in dat Londen van iedere euro die het meer betaalt dan ontvangt automatisch tweederde terugkrijgt. De andere landen willen af van die uitzonderingspositie voor het Verenigd Koninkrijk, maar Blair laat zich de zogenoemde rebate niet zomaar afpakken.

Schröder
De paarse coalitie heeft in het regeerakkoord en in de meerjarenramingen al een structurele bezuiniging opgenomen van 1,3 miljard gulden, te realiseren vanaf 2002. Diplomaten schatten de kans dat Kok aan de onderhandelingstafel dat bedrag volledig binnenhaalt echter niet hoog in. De omstandigheden werken in het nadeel. Duitsland zit als zwaargewicht binnen de EU inhoudelijk weliswaar op dezelfde lijn, maar Schröder fungeert als voorzitter van het beraad en moet dus compromissen smeden en het algemeen belang vooropstellen.

Waarschijnlijk zal de bondskanselier graag de eigen nationale inbreng afzwakken in ruil voor een geslaagde top. Met dit laatste poetst hij, zeker na de politieke ontwikkelingen van vorige week, zijn imago immers flink op en dat kan hij goed gebruiken. Schröder als redder van Europa bij zwaar weer; wat is er voor hem mooier dan dat?