Buitenland18 maart 1999

Guterres kent 't klappen
van de Europese zweep

LISSABON – Al lang voordat Antonio Guterres (49) in 1995 premier van Portugal werd, was hij actief betrokken bij het reilen en zeilen van de EU.

Van 1976 tot 1979 was hij lid van de commissie die namens Lissabon met Brussel onderhandelde over toetreding.

De elektrotechnicus was al ten tijde van de dictatuur maatschappelijk actief, als lid van een katholieke studentenorganisatie en medeoprichter van de Portugese studentenbond. Na de Anjerrevolutie in 1974 sloot hij zich aan bij de Socialistische Partij (PS), waarvoor hij in 1976 in het parlement werd gekozen. Jarenlang was hij voorzitter van de commissies voor Economische Zaken en Financiën.

In 1992 werd Guterres opvolger van de huidige president Jorge Sampaio als secretaris-generaal van de PS. In hetzelfde jaar werd hij gekozen tot vice-voorzitter van de Socialistische Internationale, die goed is voor de grootste fractie in het Europees Parlement.

Bij de parlementsverkiezingen in 1995 versloeg Guterres de rechts-liberaal Anibal Cavaco Silva en werd de eerste socialistische premier van Portugal in 10 jaar tijd. Door regelmatig, vaak informeel, overleg met de sociale partners paste hij in Portugal elementen toe van het poldermodel.

Guterres heeft in Portugal de naam een groot talent voor het debat te hebben. Hij drukte de noodzakelijke bezuinigingen door om Portugal de Economische en Monetaire Unie (EMU) binnen te loodsen, zonder het contact met de achterban te verliezen. Hij probeerde de verkiezingsleus van de PS trouw te blijven: „Verandering zonder breuk”.

Het feit dat Guterres ruim 3 jaar lang een linkse minderheidsregering heeft geleid die regelmatig steun moest zoeken bij politiek rechts, heeft zijn bekwaamheid in het zoeken naar compromissen versterkt, een eigenschap die goed van pas kan komen bij de leiding van een steeds groter wordend Europa.