Buitenland17 maart 1999

„Na opluchting kwam
allesverzengende conclusie”

BRUSSEL – Opgelucht kwam EU-commissaris Van den Broek zondag uit het 'zweetkamertje' van het comité van wijzen. Het eindoordeel over zijn aanpak van het kernenergieprogramma voor Oost-Europa viel mee. Later belde hij nog wat collega's die ook op het rooster waren gelegd. Balans: het wordt moeilijk, maar we kunnen wel een oplossing vinden.

De uitsmijter in het rapport van de wijzen trof de Europese Commissie maandag daarom extra hard: het wordt steeds moeilijker iemand in de Commissie te vinden die maar het geringste besef heeft van verantwoordelijkheid. Van den Broek: „We werden volledig overvallen door deze allesverzengende conclusie.”

De Commissie, die in januari het Europees Parlement had beloofd zich neer te leggen bij het vonnis van de wijzen, kon niet anders dan opstappen. Het Brusselse college was voorbereid op zwaar weer, maar zoiets was „onaanvaardbaar, onjuist en ongerechtvaardigd.”

„In alle eer en geweten kun je je afvragen of zo'n comité van accountants en juridische experts in staat is in slechts 6 weken voldoende inzicht te krijgen in het functioneren van de Commissie om zo'n verregaande en politieke conclusie te trekken.” Maar Van den Broek boog voor de realiteit.

In tegenstelling tot zijn collega Van Miert is bij de Nederlander nauwelijks iets merkbaar van verbittering en woede over de halsstarrige Franse commissaris Cresson, die het college meesleepte in haar val. Alleen krijgt hij haar naam niet over de lippen. „Als collega's moet je elkaar niet de maat nemen. Ieder heeft zijn persoonlijke verantwoordelijkheden.” De zaak is gelopen zoals zij is gelopen.

Diplomatiek blijft hij tot het bittere eind. Wil hij nog wel met Cresson aan tafel zitten als demissionair commissaris? „De volgende vraag, graag”, antwoordt hij op journalistiek spervuur.

„Blij” is hij dat het comité van wijzen „die walm van corruptie, fraude en vriendjespolitiek heeft kunnen wegnemen.” Zelf was hij er al die tijd van overtuigd dat 99 procent van de beschuldigingen ongegrond was. „Pijnlijk” was het om te zien hoe zijn Spaanse collega Marin 4 à 5 maanden door het slijk werd gehaald. Zelf scoorde hij ook nog in El Pais als commissaris die niet deugde.

Om hem was zo'n zweem komen te hangen doordat honderden miljoenen voor het nucleaire veiligheidsprogramma in een bodemloze put werden gegooid. Met zijn medewerkers heeft hij er enorm hard aan getrokken om aan de Europese Rekenkamer en het Parlement uit te leggen dat dit geld wel degelijk goed is besteed en hoe het kwam dat miljoenen nog niet konden worden uitgegeven.

Natuurlijk zijn er misstappen wanneer jaarlijks tussen de 15 en 18 miljard gulden wordt uitgegeven, 43.000 betalingen worden verricht en tussen 3000 en 4000 contracten worden afgesloten. „Maar we proberen de zaken zo goed mogelijk te beheren en te controleren.” Niemand kan hem een gebrek aan politieke verantwoordelijkheid verwijten.