Buitenland17 maart 1999

„Voer individuele verantwoordelijkheid in”

Benschop: Werkwijze
Commissie uit de tijd

Van onze buitenlandredactie
DEN HAAG – „Het gaat in de huidige crisis in de Europese Unie niet alleen om individuele commissarissen en hun falen. Het comité van wijzen heeft de gehele bestuurscultuur van de Europese Commissie, zoniet van de gehele Unie gelaakt”, aldus staatssecretaris van Buitenlandse Zaken D. Benschop.

Benschop, die gisteravond in Den Haag op een forum sprak, vindt dat er binnen de Commissie in huidige vorm sprake is van een „rigide scheiding tussen politieke beleidsvorming aan de ene kant en de ambtelijke bedrijfsvoering aan de andere kant.” Dit stelsel heeft jarenlang goed gewerkt. Een man met verbeeldingskracht, zoals Delors, kon hiermee zeer goed uit de voeten, maar het model is nu „uit de tijd”, aldus de staatssecretaris.

De eenzijdige nadruk op politieke ideeën schept ruimte voor „ritselarij en vriendjespolitiek”, stelt Benschop. Hij vindt het daarom zaak de hele bestuursstructuur en bestuurscultuur van de Commissie tegen het licht te houden. Richtlijnen voor ethisch gedrag en een onafhankelijk opererend fraudebestrijdingsbureau zijn belangrijke instrumenten. „De Commissie moet voortaan specifiek antwoord geven op de vraag hóé beleid kan worden uitgevoerd.”

Een andere mogelijkheid om het dagelijks bestuur van de EU beter te doen functioneren zoekt Benschop in het aanvaarden van individuele verantwoordelijkheid van commissarissen. Deze gedachte past goed in de door hem gesignaleerde ontwikkeling dat de Commissie „feitelijk inmiddels een politiek college” is, in plaats van een ambtelijk orgaan met „topfunctionarissen.”

Positief duidt Benschop de versterking van de rol van het Europees Parlement. In januari stuurde dit de Commissie nog niet naar huis, maar liet het weten eerst het rapport van een in te stellen comité van wijzen af te wachten. Volgende week vergadert het EP over het rapport dat het betrokken comité maandagavond presenteerde, en de gevolgen van het daaropvolgende opstappen van de twintig commissieleden. „De dreiging van het EP sorteert effect. En dit precedent kan uitgroeien tot politiek principe. Een toekomstige Commissie zal beter zijn voorbereid, het nieuwe Parlement nog daadkrachtiger.”

Spiraal
Op dezelfde bijeenkomst, georganiseerd door de stichting voor internationale vraagstukken Jason, waarschuwde professor Rood voor mogelijke negatieve gevolgen van een uitbreiding van de Europese Unie. De aan het Instituut Clingendael verbonden onderzoeker acht het mogelijk dat de „dynamiek van het integratieproces” wel eens als „negatieve spiraal” zou kunnen uitpakken. „In het verschiet ligt een meer diverse Unie met grote economische en politieke verschillen.

De uitbreiding is uniek en dwingend. Dat deze zal plaatsvinden, staat vast. Maar of van de veronderstelde dynamiek sprake zal zijn, is de vraag.” Een vergaande verdieping vormt volgens Rood een noodzakelijke voorwaarde om een verdergaande integratie niet te laten verzanden. Dit komt op versterking van het federale element in de EU neer, stelt Rood zonder omwegen. „Hoe kan een Unie van twintig tot dertig leden ooit besluitvaardig opereren als het intergouvernementele karakter nog steeds sterk vooropstaat?” Maar concreet gesproken verwacht Rood voor de komende tijd weinig meer dan een „pragmatisch voortmodderen” van de lidstaten.