Geschorste Van Buitenen
haalt zijn gelijk

Hij zei dit vanochtend in een reactie op het rapport van een groep deskundigen dat leidde tot het ontslag van het voltallige EU-bestuur. De „wijzen hebben in de beperkte tijd die ze hadden erg goed werk gedaan”, meent Van Buitenen, „maar nog niet alles is onderzocht.” Het Europees Parlement moet nu onderzoek doen.

Hij ziet zijn gelijk bevestigd in het rapport. Zoals de conclusie dat de beveiligingsdienst, die onder commissievoorzitter Santer valt, „een staat binnen een staat is.” Of dat nauwelijks iemand nog een gevoel van verantwoordelijkheid toonde. „Dat zijn geen uit de lucht gegrepen passages.”

Van Buitenen werd in december geschorst als commissieambtenaar en gekort op zijn salaris toen hij een interne rapportage over misstanden lekte. Half april loopt die inhouding af. Hij zou het vreemd vinden dat hij zijn salaris weer volledig krijgt zonder weer te kunnen werken. „Ik reken erop weer aan de slag te kunnen, met de steun die ik vanuit Europees Parlement krijg.”

De Nederlander, onder andere werkzaam bij de antifraudedienst, was niet mals in zijn kritiek op de Nederlandse eurocommissaris Van den Broek, die zijn handen in onschuld wast. „Dan heeft hij geen idee waar het over gaat. Er is binnen zijn diensten sprake van ernstig mismanagement. Dan moet hij het rapport van de Europese Rekenkamer maar lezen of mijn nota uit december.” De Rekenkamer kwam vorig jaar met een kritisch rapport over de diensten van Van den Broek die betrokken zijn bij de modernisering van kerncentrale in Oost-Europa.