Buitenland16 maart 1999

Boetekleed past niet
bij hautaine Cresson

Van onze buitenlandredactie
BRUSSEL – Overladen met beschuldigingen over vriendjespolitiek en wanbeheer houdt Edith Cresson al maandenlang halsstarrig vol. Zij is de onschuld zelve. Maar hier en daar beginnen politieke geestverwanten aan haar te twijfelen. „Nog altijd meer ego dan euro”, kopte Libération vanmorgen.

Cresson
De „lynchage” van Cresson is geschied. De van nepotisme betichte Cresson moet opstappen. PvdA-europarlementariër Dankert dook in de dossiers en kon haar vorige week op enkele fouten betrappen toen zij haar kant van het verhaal deed over haar functioneren in Brussel sinds 1995.

De socialiste was als eurocommissaris voor onderzoek en ontwikkeling verantwoordelijk voor Leonardo da Vinci, een Europees programma voor beroepsopleidingen. Het verhaal is dat dit bureau bekenden van Cresson vette contracten bezorgde. In januari ging de commissaris, op het matje geroepen in het Europees Parlement, met geen woord in op deze aantijgingen. „Hautain” en „weinig overtuigend”, vonden Nederlandse europarlementariërs.

Het is trouwens niet de eerste keer dat de Franse politica in opspraak komt. Cresson raakte internationaal bekend toen ze in 1991 de eerste vrouwelijke premier van Frankrijk werd. Maar haar premierschap duurde nog geen jaar. Ze stapelde de ene blunder op de andere. Uiteindelijk moest ze in 1992 aftreden omdat ze er niet in was geslaagd de Franse economie vlot te trekken.

Na 3 jaar in een politiek niemandsland te hebben verkeerd, werd Cresson in 1995 aangesteld als een van de twee Franse afgevaardigden in de Europese Commissie. Het is de vraag of de dame die het liefst knalkleurige modieuze haute-couturekostuums draagt, bereid is werkelijk het boetekleed aan te trekken. Ze erkent wel „bepaalde fouten” te hebben gemaakt. „Ik was misschien onvoorzichtig, maar wat ik heb gedaan, heb ik in het algemeen belang gedaan.”