Buitenland16 maart 1999

Comité van wijzen brengt stevig rapport uit

EC raakt politieke greep
op haar diensten kwijt

BRUSSEL – De Europese Commissie heeft de politieke controle over haar diensten verloren, concludeert het comité van wijzen, dat wanbeheer en fraude bij het dagelijks EU-bestuur heeft onderzocht.

Daardoor dragen zowel individuele commissarissen als de Commissie in haar geheel „een zware verantwoordelijkheid voor gevallen van fraude en corruptie”. Die gevallen waren in de diensten zelf namelijk algemeen bekend.

Het comité heeft geen gevallen aangetroffen waaruit blijkt dat commissarissen zelf direct waren betrokken in frauduleuze activiteiten of daarvan financieel hebben geprofiteerd. Wel hebben ze verzuimd te reageren op alarmerende signalen dat er iets mis was.

Ook is het comité bij twee commissarissen gestuit op gevallen van vriendjespolitiek. Dat geldt zowel voor Cresson (Onderwijs en Wetenschap) als voor Wulf-Mathies (Regionale Fondsen). De wijzen vinden het niet juist dat Pinheiro (Ontwikkelingshulp) zijn zwager heeft aangeworven, hoewel deze procedure correct is verlopen en het familielid goed werk heeft verricht.

Commissaris Marin heeft te traag gereageerd op de ontdekking van onregelmatigheden bij het beheer van de Europese programma's voor hulp aan mediterrane landen. Ook heeft hij jarenlang misstanden in de fondsen voor humanitaire hulp (ECHO) getolereerd, maar van fraude in dit bureau was hij niet zelf op de hoogte, aldus de wijzen.

Voorzitter Santer heeft geen toezicht gehouden op de veiligheidsdienst, waardoor er „een staat in een staat” kon ontstaan. Hij noch zijn kabinet toonde enige interesse in de gang van zaken bij de dienst, hoewel er in 1993 al aanwijzingen van fraude waren. De voorzitter kwam echter pas in actie na berichten in de pers.

In het hulpprogramma voor het veiliger maken van kerncentrales in Oost-Europa zijn de Commissie en de achtereenvolgende verantwoordelijke commissarissen, onder wie Van den Broek, verplichtingen aangegaan zonder over voldoende middelen te beschikken. Maar dit is volgens het comité van wijzen een algemeen verwijt.

Cresson
Het rapport van het comité van wijzen is vernietigend voor commissaris Edith Cresson, verantwoordelijk voor onderwijs en wetenschap. Met de aanwerving van haar vriend, de tandarts René Berthelot, is zij volkomen over de schreef gegaan. „Een overduidelijk geval van vriendjespolitiek”, concluderen de wijzen.

Zijn benoeming was „duidelijk in strijd met alle regels”. Er was geen basis voor het contract met de dienst van Cresson. Aan de kwalificaties voor de verschillende posities die hij bekleedde, zoals „bezoekend wetenschapper”, voldeed hij volstrekt niet. Hij was noch hoogleraar noch wetenschappelijk medewerker van hoog niveau bij een gerenommeerd onderzoeksinstituut. Hij zette zelfs een soort schijnconstructie op om beter aan te sluiten bij de eisen van de Commissie. Maar niemand die bij het doorlopen van de procedure tot zijn aanstelling enig obstakel opwierp.

Zijn prestaties waren onder de maat, zowel wat betreft kwaliteit, kwantiteit als relevantie. De Europese Gemeenschap kreeg „geen waar voor zijn geld”. Er zijn bovendien sterke aanwijzingen dat de persoonlijk medewerker van Cresson meestal werd ingezet voor klussen die weinig te maken hadden met het werk van de commissaris ten dienste van Europa.

Vrijwel alle missies van tandarts Bertholot gingen naar Châtellerault, waar Cresson tot eind 1997 burgemeester was. Het doel was zeer vaag omschreven als „uitvoering van bepaalde taken in opdracht van de commissaris”. Het is volgens de wijzen „hoogstonwaarschijnlijk” dat deze dienstreizen in het belang van de Europese Commissie waren. Ze wekken sterk de indruk dat ze werden ondernomen in het persoonlijk belang van mevrouw Cresson. Door Cressons dubbelmandaat als commissaris en burgemeester ontstond vermenging van belangen.

Bertholot leverde zelfs niet het minimum aan werk voor de Commissie. Bovendien was de doorbetaling tijdens zijn ziekte en afwezigheid „volkomen ongerechtvaardigd”. Zijn pensioen en sociale zekerheid dekten deze kosten. Overwogen zou moeten worden om de ruim 300.000 gulden die aan hem zijn betaald, daarom terug te vorderen.