Buitenland 10 maart 1999

„Dreiging van oorlog is alom aanwezig”

Holbrooke waarschuwt
Milosevic voor botsing

Van onze buitenlandredactie
PRISTINA – De Amerikaanse gezant Richard Holbrooke heeft gisteren bij aankomst in Belgrado gewaarschuwd dat de Joegoslavische president Slobodan Milosevic niet te licht moet denken over de dreigende luchtaanvallen van de NAVO, als hij als enige een internationaal vredesplan voor Kosovo blijft afwijzen.

Holbrooke zei dat „een tragedie van nog grotere dimensies” nog maar enkele dagen weg kan zijn. „Deze koers kan leiden tot een botsing tussen Joegoslavische en westerse autoriteiten, waaronder de NAVO”, aldus Holbrooke.

Holbrooke zelf heeft geen enkele ruimte voor concessies. Of, zoals woordvoerder James Rubin van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zei: Zijn enige opdracht is van de Serviërs te eisen dat zij akkoord gaan met het het vredesplan van Rambouillet en het bestandsakkoord van afgelopen oktober.

Het onderdeel van het vredesplan waar Milosevic zich tegen verzet is de stationering van een 28.000 man sterke vredesmacht van de NAVO in Kosovo, die op de uitvoering van het eventuele akkoord tussen de Serviërs en de gewapende etnische Albanezen moet toezien. De etnische Albanezen hebben aarzelend te kennen gegeven dat zij de overeenkomst zullen ondertekenen, ook al belooft die slechts autonomie in plaats van de vurig gewenste onafhankelijkheid.

Holbrooke, die Milosevic wist over te halen in 1995 een vredesakkoord voor Bosnië te steunen en hem vorig jaar wist te bewegen tot een staakt-het-vuren in Kosovo, zei in vrede te komen, „maar de dreiging van oorlog, een grotere oorlog, is alom aanwezig.”

Luchtaanvallen
NAVO-secretaris-generaal Javier Solana zei vanmorgen in een gesprek met CNN dat Milosevic „weet dat militaire actie vereist zal zijn” als hij als enige een akkoord blijft afwijzen. Solana, die door de NAVO-lidstaten is gemachtigd luchtaanvallen op doelen in Servië en Joegoslavië voor te bereiden, zei: „Als het moment aanbreekt dat ik het moet doen, zal ik het ook doen.”

Amerikaanse diplomaten bleven goede hoop houden dat het Bevrijdingsleger van Kosova (UCK) het vredesplan zal onderschrijven voordat de onderhandelingen in het Franse Rambouillet maandag worden hervat. Van de UCK-leiding kreeg de Amerikaanse gezant Christopher Hill de toezegging dat ze het vredesvoorstel voor Kosovo zal ondertekenen. Later stelde het hoofdkwartier van het UCK echter toch weer voorwaarden. In een verklaring gaf het UCK aan dat het pas een handtekening zal zetten als Servië al zijn militaire activiteiten in Kosovo beëindigt.

Met de toezegging van de UCK-leiding op zak, kunnen de Amerikanen en Europeanen de druk op Milosevic opvoeren. Naar verwachting zullen Holbrooke en Hill de Joegoslavische president vandaag hard de wacht aanzeggen. Servische strijdkrachten zetten gisteren echter hun offensief voort om een strategisch gebied aan de zuidgrens van Kosovo met Macedonië volledig in handen te krijgen. In Macedonië heeft de NAVO meer dan 8000 militairen samengetrokken.

Het Joegoslavische leger bracht gisteren extra tanks naar het front. Naar schatting vierhonderd burgers vluchtten te voet of met paard en wagen weg van het strijdtoneel. Tussen de driehonderd en vijfhonderd mensen zouden zich nog in de bergen schuilhouden.

Vluchtelingen opgepakt
In het dorp Kacanik werden honderden vluchtelingen gevangen genomen; ongeveer honderd mannen werden door de Servische politie van de vrouwen en kinderen gescheiden, naar gezegd werd voor ondervraging.

Uit vrees voor het overslaan van de gevechten naar de buurlanden maakt de Griekse minister van Buitenlandse Zaken George Papandreou zich op voor een rondreis langs verschillende Balkanstaten. Hij zou vandaag Albanië en Macedonië al aandoen, om morgen de hoofdsteden van Roemenië, Bulgarije en Joegoslavië te bezoeken.

De Kroatische krant Vecerne Novosti meldde gisteren dat enkele tientallen Kroatische militairen aan de zijde van het Kosova Bevrijdingsleger vechten. Het gaat onder meer om hoge officieren die ontslag hebben genomen uit het Kroatische leger. Volgens de krant gaat het om „uitstekend getrainde” specialisten, die op dit moment betrokken zouden zijn bij de gevechten aan de Joegoslavisch-Macedonische grens. Verder worden zij vooral ingezet bij de opleiding van rekruten en bij het ruimen van mijnen.