Buitenland 01 maart 1999

Etnische Albanezen herdenken begin oorlog

Bestand in Kosovo
opnieuw geschonden

Van onze buitenlandredactie
PRISTINA – De wapenstilstand in de Zuid-Servische provincie Kosovo wordt steeds brozer. Internationale waarnemers vrezen dat gevechten en Servische militaire manoeuvres de tweede ronde van de vredesconferentie in Frankrijk, die 15 maart moet beginnen, in gevaar brengt.

Tijdens de weekwisseling werden opnieuw zware schietpartijen gemeld tussen Servische veiligheidstroepen en het Kosova Bevrijdingsleger UCK. Hoeveel doden daarbij zijn gevallen, is niet bekend. Servische legereenheden zijn op weg in de richting van Kosovo, volgens Belgrado in het kader van „wintermanoeuvres” die al enige tijd geleden gepland waren.

De Servische media schreven de afgelopen dagen dat Belgrado Kosovo voor geen enkele prijs zal afstaan. Autonomie zal nog worden geaccepteerd, maar onafhankelijkheid niet. Soortgelijke geluiden waren te horen op politieke bijeenkomsten van de regeringspartijen. Intussen lieten vertegenwoordigers van de Kosovo-Albanezen blijken bereid te zijn bij de vervolgconferentie over Kosovo een vredesakkoord te ondertekenen.

NAVO-ingreep
De sfeer tussen de OVSE en Belgrado werd nog grimmiger door een tweede incident, waarbij Servische politie OVSE-waarnemers aan de grens van Macedonië tegenhield omdat ze hun auto niet wilden laten doorzoeken. De OVSE neemt de zaak hoog op omdat fouillering in strijd is met de afspraken. Belgrado op zijn beurt beticht de OVSE van partijdigheid ten gunste van het Kosovo-bevrijdingsleger.

De Oostenrijkse diplomaat Wolfgang Petritsch, speciaal gezant van de Europese Unie voor Kosovo, zei gisteren op de Oostenrijkse televisie dat een gewapende ingreep van de NAVO tegen Servië „net zo actueel is als de hoop een vreedzame oplossing te bereiken.” Iedereen moet volgens Petritsch begrijpen dat „het alternatief oorlog is.”

Servische troepen schoten zaterdagavond laat en in de nacht van zaterdag op zondag met scherp in de omgeving van Kosovoska Mitrovica, kennelijk om de Kosovo-Albanese bevolking te intimideren. Volgens het Kosovo-Albanese informatiecentrum werd er ook weer gevochten in de regio Vucitrn. Bijzonder gespannen was de situatie bij de plaats Orahovac, waar enige honderden Serviërs protesteerden tegen de ontvoering van twee landgenoten, volgens de betogers door het UCK.

Duizenden Kosovo-Albanezen sloegen gisteren op de vlucht in de richting van Macedonië in een poging te ontkomen aan felle gevechten bij Kacanik, vlak bij de grens met Macedonië. Het Kosovo-Albanese informatiecentrum in Pristina en de OVSE meldden dat de vluchtelingen aan de grens werden tegengehouden door de Servische grenspolitie. De grenspolitie zei dat de mensen de grens niet over mochten omdat zij niet over de juiste documenten beschikten.

Twee Kosovo-Albanezen zijn gisteravond om het leven gekomen toen onbekenden vanuit een auto het vuur op hen openden bij een Albanees koffiehuis in het centrum van Pristina, de hoofdstad van Kosovo. Een derde man liep verwondingen op. Volgens getuigen zat een van de slachtoffers in een auto die doorzeefd werd met kogels. De tweede dode viel in het café.

Herdenking
Duizenden etnische Albanezen herdachten gisteren dat het een jaar geleden was dat de oorlog tussen UCK en de Servische veiligheidstroepen begon. In het dorp Likosane, waar het allemaal begon, werd een plechtige bijeenkomst gehouden om de dood van 25 dorpelingen te herdenken.

Tijdens de herdenkingsbijeenkomst, niet ver van Cirez, spraken commandanten van het UCK over het voortzetten van de oorlog. Ze zeiden niets over acceptatie van het plan voor autonomie dat gematigder etnische Albanezen hebben beloofd te ondertekenen. „We begonnen met vechten om de wereld te laten zien dat we geen terroristen zijn en om te laten zien dat we bereid zijn te sterven voor ons oude land”, zei commandant Gani Koci. „Op deze dag werd het UCK geboren. En we zullen doorvechten tegen de Serviërs tot we onafhankelijk worden.”

De Servische vice-premier Vojislav Seselj dreigde zaterdag het buurland Macedonië te vernietigen als anderen dat land gebruiken voor aanvallen op Servië. „Er zal niets overblijven van de Macedonische staat als welk buitenlands leger dan ook Servië aanvalt vanaf het grondgebied van Macedonië”, aldus Seselj tijdens een bijeenkomst van zijn ultranationalistische Servische Radicale Partij (SRS) in Zemun bij Belgrado.