Buitenland

Mogelijk driehonderd doden gevallen

Protestacties Iraakse
sjiieten houden aan

Van onze buitenlandredactie
TEHERAN/BAGDAD – Bij aanhoudende onlusten in sjiitische wijken van Bagdad en in het zuiden van Irak zijn mogelijk driehonderd doden gevallen. De in Iran gevestigde Opperste Raad voor de Islamitische Revolutie heeft dit vanuit Teheran bericht.

Bagdad ontkent dat er onrust heerst, maar van verschillende zijden wordt gemeld dat het Iraakse regime van Saddam Hussein in delen van het land hevige onlusten heeft neergeslagen. Die zijn vrijdag begonnen na de moord op de hoogste sjiitische geestelijke leider in Irak, ayatollah Mohammed Sadiq al-Sader, en twee van zijn zoons.

Volgens oppositiegroeperingen gingen de rellen gisteren nog door. Regeringstroepen zijn op grote schaal uitgerukt om uitbreiding van de rellen te voorkomen.

De Iraakse regering heeft gisteren ontkend dat er onlusten waren. Bagdad heeft buitenlandse journalisten uitgenodigd voor een bezoek aan de stad Nasseriya. Deze stad zou volgens een oppositiegroep enige tijd in handen zijn geweest van opstandelingen en na een hevig bombardement door de regeringstroepen zijn heroverd.

De zestigjarige ayatollah en twee zoons werden na het vrijdaggebed in de stad Najaf vermoord. De stad is van grote religieuze betekenis voor de sjiieten. Saddam Hussein zou de vrijdagsbijeenkomsten van Al-Sader vrezen, omdat ze tienduizenden mensen trokken. Het regime stelde in 1992 de destijds apolitieke Al-Sader als geestelijk leider aan, maar hij werd steeds kritischer.

Soennieten
Het regime heeft de hand gehad in de dood van diverse vooraanstaande sjiitische leiders. In juni vorig jaar werd de zeventigjarige ayatollah Mirza Ali Gharavi met zijn zoon, zwager en chauffeur vermoord. In april kwam ayatollah Murtadha Ali Mohamed Ibrahim Borujerdi op gewelddadige wijze aan zijn eind, nadat hij door het regime was gewaarschuwd niet meer voor te gaan in gebed. Al-Sader had ook dergelijke waarschuwingen gehad en zinspeelde op zijn naderende dood.

De hevige ongeregeldheden zouden zijn uitgebarsten in wijken van Bagdad en in het zuiden van Irak, waar de meeste sjiitische moslims wonen, met name in Al-Hilla, Kerbala, Najaf en Nasseriya. Naar schatting 60 procent van de Iraakse bevolking is sjiiet. Saddam Hussein steunt op een clan soennieten uit Tikrit, 150 kilometer ten noorden van Bagdad.

Iran houdt de Iraakse autoriteiten verantwoordelijk voor de moord op Al-Sader. „De verwurging van sjiitische moslims in dat land heeft nu een hoogtepunt bereikt”, zo werd Khamenei aangehaald door het Iraans Dagblad.

In Libanon liet parlementsvoorzitter Nabih Berri, 's lands belangrijkste sjiitische politicus, gisteren weten af te zien van een geplande ontmoeting met de Iraakse minister van buitenlandse zaken Mohammed Saeed al-Sahhaf. Berri gaf hiermee uitdrukking aan de verontwaardiging onder de 1,2 miljoen Libanese sjiieten over de moord op Al-Sader.

Ondertussen gingen de luchtaanvallen op Irak gewoon door. Amerikaanse patrouillevliegtuigen bombardeerden gisteren weer installaties die mogelijk tot de Iraakse luchtafweer behoorden.