Buitenland |
Arm van staten en geheime diensten is lang en reikt soms verOntvoering Öcalan kent precedentenDoor drs. J. A. E. Vermaat Als een staat zich door een voor die staat gevaarlijke tegenstander echt bedreigd voelt of zo'n tegenstander grote moordpartijen onder de bevolking op zijn geweten heeft, wordt alles op alles gezet om de persoon in kwestie op te sporen, te ontvoeren of zelfs te liquideren. Israël heeft dat meermalen gedaan. Maar ook bijvoorbeeld het Midden-Amerikaanse land Nicaragua. In dit laatste land kwamen in 1979 de links georiënteerde sandinisten aan de macht. Ze hadden de zichzelf verrijkende en corrupte rechtse dictator Anastasio Somoza verdreven. Deze vluchtte eerst naar Miami, later naar Paraguay, waar zijn politieke geestverwant Alfredo Stroessner de scepter zwaaide. Maar de sandinisten zonnen op wraak. Op harde wijze had Somoza met zijn Nationale Garde het sandinistische verzet de kop proberen in te drukken. Nu de dictator was gevlucht, werd mogelijk met hulp van de Cubaanse geheime dienst DGI een aanslag voorbereid. Op 17 september werd Somoza in Asunción, de hoofdstad van Paraguay, vermoord. Feestelijke taferelen speelden zich daarop af in de straten van Nicaragua's hoofdstad Managua. Iran Franse en Britse geheime diensten hebben ook een verleden van ontvoeringen en liquidaties in andere landen. De Amerikaanse CIA kreeg later zelfs een verbod opgelegd om op politieke tegenstanders in het buitenland moordaanslagen te beramen. Zo kan de CIA het wel vergeten een moordcommando te sturen naar Afghanistan om de notoire terrorist Osama bin Laden, het mogelijke brein achter de aanslagen op de Amerikaanse ambassades in Kenia en Tanzania, uit te schakelen. Ontvoering zou nog wel kunnen, liquidatie niet. Maar speciale militaire eenheden zouden dat laatste wel kunnen. Als het om wraak- of vergeldingsacties gaat, hebben staten soms een heel lange arm. Het kleine Israël met zijn roemruchte geheime dienst Mossad heeft zich op dit punt evenmin onbetuigd gelaten. Het is niet voor niets dat de Mossad ervan wordt beschuldigd in de ontvoering van PKK-leider Öcalan mede de hand te hebben gehad. Het eerste grote succes op het gebied van spectaculaire ontvoeringen was de ontvoering van de Duitse oorlogsmisdadiger Adolf Eichmann in mei 1960 in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires. Israëlische agenten van de Mossad hadden het nieuwe adres van Eichmann ontdekt en hadden de man in zijn tuin heimelijk gefotografeerd. De agenten van de Mossad hadden precies zijn dagelijkse routinebewegingen gevolgd. Toen Eichmann op 11 mei 1960 om halfzeven 's avonds huiswaarts keerde, passeerde hij een stilstaande auto. Plotseling stapte een man uit. Twee andere leden van het Mossad-team duwden Eichmann de auto in. In een pand van de Mossad werd hij onderzocht op speciale lichamelijke kenmerken die alleen bij Eichmann konden worden gevonden. Al spoedig gaf Eichmann toe dat hij inderdaad Eichmann was (hij had de naam Ricardo Klement aangenomen). Niet lang daarna zat hij in een El Al-vliegtuig naar Tel Aviv. Euforie Het spectaculaire proces tegen Eichmann, die zijn efficiënt georganiseerde massamoorden op de Joden omschreef als kantoorwerk, begon in februari 1961. Eichmann kreeg, zoals kon worden verwacht, de doodstraf. De ontvoering van Eichmann was volkenrechtelijk formeel onrechtmatig, maar bijna alle beschaafde landen konden er wel begrip voor opbrengen. Bovendien volgde er een proces en kon Eichmann over een uitstekende advocaat beschikken. Hier geldt dat een dwingende eis van gerechtigheid en recht alle andere formele rechtsregels ter zijde schuift. Dat kan niet worden gezegd van de ontvoering in 1986 van de Israëlische atoomtechnicus Mordechai Vanunu. Vanunu had geheimen uit het Israëlische atoomwapenprogramma onthuld en zelfs foto's van geheime nucleaire installaties aan de Britse Sunday Times aangeboden. Het was voor Israël dus zaak de loslippige Vanunu zo snel mogelijk in de kraag te vatten. Een blonde agente van de Mossad, genaamd Cheryl Bentov (Cindy), kruiste in Londen zijn pad en overreedde hem om samen met haar een vakantie in Rome door te brengen. Vanunu trapte erin. In Rome werd hij door een team van de Mossad ontvoerd, verdoofd en per schip naar Israël teruggebracht. Liquidaties In september 1972 pleegde het Palestijnse moordcommando Zwarte September tijdens de Olympische Spelen in München een aanslag op de Israëlische sportploeg. Elf Israëlische sportlieden werden gedood. De Israëlische premier Golda Meir zwoer wraak en gaf de Mossad opdracht allen die voor deze daad verantwoordelijk waren of er indirect mee te maken hadden, op te sporen en te doden. Tussen oktober 1972 en november 1974 werden alle topleden van de Zwarte September om het leven gebracht. Zelfs een jonge Nederlandse vrouw die op haar woonboot in Hoorn woonde, werd in 1974 vermoord. Zij bleek tegen betaling huurmoorden voor radicale Palestijnse groepen uit te voeren. De Mossad spaarde dus niemand. Wie dit allemaal nog eens wil nalezen, kan dat in het buitengewoon spannende boek Vengeance (Wraak) van de Canadese journalist George Jonas. Anders dan in James Bond wordt hier geen fictie beschreven. Nogmaals, als staten echt een rekening denken te moeten vereffenen, zullen zij daartoe geen middel onbeproefd laten. Dat geldt zelfs voor Europese staten. Staatsbelang of moraal Dat geldt ook voor arrestaties in Bosnië van voormalige oorlogsmisdadigers die door het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag moeten worden berecht. Die 'ontvoeringen' (in feite zijn het arrestaties) hebben een sterk morele grondslag. In het geval van Vanunu of de aanslag op de Rainbow Warrior gaat het om puur staatsbelang waaraan elke morele grondslag ontbreekt. De ontvoering van Öcalan ligt daar ergens tussenin. Want de PKK-leider heeft inderdaad het nodige op zijn geweten. Maar hij heeft wel recht op een eerlijk proces en goede advocaten. |
![]() |