Buitenland

Regering en parlement verliezen greep op de situatie

Zelfs Bouterse is geruzie beu

Van onze correspondent
PARAMARIBO – Kinderen die onder politiebegeleiding naar en van school gaan, demonstranten die wegen blokkeren en stakingen waaraan geen eind lijkt te komen: Suriname komt steeds meer in de greep van sociale onrust.

De regering-Wijdenbosch lijkt haar vat op de situatie verloren te hebben, maar doet alsof haar neus bloedt. Onderhandelingen met de vakbonden zijn gisteren opnieuw op niets uitgelopen.

De weinige leerkrachten in Paramaribo die nog werken worden geïntimideerd door collega's die door de vakbonden zijn opgehitst. Duizenden scholieren zitten thuis, terwijl hun ouders aan het werk zijn om een schamel inkomen te vergaren. Terwijl vele maatschappelijke groeperingen roepen dat aan deze onverantwoorde situatie een einde moet komen, geven vakbonds- en regeringsleiders elkaar de schuld van de chaos. Geen van de partijen lijkt water bij de wijn te willen doen, waardoor het land al maanden zucht onder het juk van koppige politici en op macht beluste vakbondsvertegenwoordigers.

Want de acties hebben alles met politiek en weinig met lotsverbetering te maken. Hoewel de oppositiepartijen zich niet hebben laten horen sinds de ambtenaren en leerkrachten afgelopen maandag massaal in staking gingen, geven ze stilzwijgend hun instemming. Immers, hoe meer onrust, hoe groter de kans dat president Jules Wijdenbosch met zijn regering moet opstappen.

Maar het staatshoofd zit nog altijd rotsvast in het zadel. Van verzuring van de benen lijkt ook nog geen sprake. En dus fietst hij steevast door, volgens zijn tegenstanders in de richting die onverbiddelijk op een laaggelegen plaats eindigt: de afgrond.

Alle tekenen wijzen op het gelijk van de opposanten. Nog nimmer heeft de Surinaamse economie er zo slecht voorgestaan en waren er zo veel mensen die onder het bestaansminimum leefden. Na Haïti is Suriname naar verluidt het armste land in de regio. Zelfs buurland Guyana, waarop in Suriname jarenlang werd neergekeken, staat er op dit moment beter voor.

Het verkwistende, ondoorzichtige beleid van de regering is zeker een van de hoofdoorzaken van de malaise. Ook de verstoorde relatie met Nederland heeft ernstige gevolgen gehad voor de situatie in de voormalige kolonie. Twee jaar geleden maakte Den Haag nog ruim 160 miljoen gulden over naar Paramaribo, dit jaar zal dat nauwelijks 40 miljoen gulden zijn.

Maar de oppositie mag de hand ook in eigen boezem steken. Het Surinaamse parlement heeft het voorbije jaar nauwelijks vergaderd omdat de oppositiepartijen de vergaderingen boycotten. En áls er werd vergaderd, liep dat steevast uit op ordinaire ruzies en scheldpartijen. Tientallen wetsvoorstellen zijn daardoor op de plank blijven liggen. De behandeling van het Meerjaren Ontwikkelings Programma, dat het beleid uitstippelt tot 2002, heeft al meermalen op de agenda gestaan zonder dat het ook maar één keer door het parlement in behandeling werd genomen. Gisteren werd het debat hierover opnieuw uitgesteld, omdat de oppositie weigerde in de vergaderzaal plaats te nemen. Ook de krappe regeringscoalitie kon geen meerderheid bij elkaar krijgen, een voorwaarde om in Suriname te kunnen vergaderen, omdat een van de leden in het buitenland verbleef.

Tienvoudige
Het stoort de meeste Surinamers dat de parlementariërs iedere maand fors worden beloond terwijl ze daar nauwelijks een vinger voor hebben uitgestoken. Zij verdienen hiermee bijna het tienvoudige van wat de doorsnee Surinamer aan het eind van de maand opstrijkt. Zelfs adviseur van staat en ex-dictator Desi Bouterse heeft zijn buik vol van het geruzie en dreigde onlangs dat er maatregelen genomen zullen worden tegen dwarsliggende volksvertegenwoordigers.

Ondertussen moeten veel Surinamers maar zien hoe ze de eindjes aan elkaar knopen. Een modaal maandsalaris is nauwelijks voldoende om twee weken een gezin te voeden. Nu vrijwel alle scholen in Paramaribo de deuren gesloten houden omdat ontevreden leerkrachten weigeren aan het werk te gaan, lijken de toekomstperspectieven voor de jeugd ook nog eens te worden weggeslagen. Als er aan de staking niet op korte termijn een einde komt, is het zeer waarschijnlijk dat veel onderwijsinstellingen voor de rest van het lopende schooljaar gesloten zullen blijven. Immers, eind vorig jaar hebben de scholieren ook al twee maanden onderwijs moeten missen als gevolg van vakbondsacties.

„Een paar dagen vrij is wel leuk, maar een heel jaar verliezen is heel erg”, zegt Patricia Leeflang, leerlinge van een mulo-school. Met lotgenoten trok zij de afgelopen dagen naar het ministerie van Onderwijs om haar bezorgdheid te uiten over de ontstane situatie. Ook bij de vakbonden vroeg ze duidelijkheid. „Maar men lijkt doof voor onze belangen. De vakbonden willen de regering naar huis hebben. Dat door die acties een heel schooljaar verloren gaat, is kennelijk niet zo belangrijk. Kijk, ook ik ben het niet eens met deze regering. Maar door de manier waarop nu actie wordt gevoerd raken we alleen maar verder in de problemen. Daar komt het land niet mee vooruit. Er zijn andere middelen om de tegenpartij te overtuigen.”

Rond de weinige scholen die nog wel draaien lopen politieagenten die moeten voorkomen dat stakers de lessen verstoren. Michael Kensmil, zesdeklasser van openbare lagere school in de wijk Zorg en Hoop, zegt het allemaal wel eng te vinden. „Als ik 's morgens naar school ga ben ik best wel bang dat er wat gaat gebeuren. Als er politie buiten staat voel ik me veilig, maar soms is het net alsof we boeven in een gevangenis zijn.”