Buitenland

Ultimatum voor ingrijpen in de maak

VS presenteren
nieuw plan
voor Kosovo

BRUSSEL – De Verenigde Staten zijn gisteren met een plan gekomen dat het regime in Belgrado en de militante etnische Albanezen in Kosovo tot overeenstemming moet brengen. Daarbij gebruiken ze de dreiging van luchtaanvallen van de NAVO als drukmiddel.

Officieel kwamen de ambassadeurs van het westerse bondgenootschap gisteren in Brussel nog niet tot overeenstemming over dit ultimatum voor militair ingrijpen in de opstandige Zuid-Servische provincie. Maar de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Albright, liet gisteravond vanuit Riyad weten aanwezig te zullen zijn bij de bijeenkomst van de Contactgroep, morgen in Londen. Dat duidt erop dat er toch overeenstemming is over een crisisbestrijding waarin diplomatie en dreiging met geweld worden gecombineerd.

De bereikte consensus behelst waarschijnlijk een „krachtige waarschuwing” van de NAVO aan de partijen in Kosovo. Die moet de weg vrijmaken voor de Contactgroep voor het vroegere Joegoslavië. Vertegenwoordigers van die landen –de VS, Groot-Brittannië, Rusland, Italië, Duitsland en Frankrijk– kunnen vervolgens morgen in Parijs een ultimatum bekrachtigen waarmee de strijdende partijen in Kosovo feitelijk het bevel krijgen om te gaan onderhandelen. De deadline voor de strijdende partijen in Kosovo om te beginnen met praten, zou volgens niet-bevestigde berichten 4 of 10 dagen zijn.

Voor het hoofdkwartier van de NAVO in Brussel demonstreerden gisteren een paar honderd Albanezen. Zij lieten de zestien NAVO-ambassadeurs weten warme voorstanders te zijn van het onmiddellijk bombarderen van het Joegoslavische leger en riepen hen op niet langer te praten met „de duivel” (de Joegoslavische president, Milosevic).

Vergaande autonomie
Het Amerikaanse voorstel, dat komt uit de koker van de speciale gezant voor Kosovo, Christopher Hill, biedt de etnische Albanezen in Kosovo, die 90 procent van de bevolking vormen, vergaande autonomie voor een interim-periode van 3 jaar. Hill voerde gisteren in Kosovo, in Dragobilje, samen met zijn collega van de Europese Unie, Wolfgang Petritsch, overleg met leden van het UCK om hen achter zijn plan te krijgen.

Rebellenwoordvoerder Jakup Krasniqi weigerde te zeggen of het UCK aan vredesonderhandelingen zal deelnemen. Hij omschreef de ontmoeting met de gezanten als „nuttig”, maar voegde daaraan toe dat het voor de rebellen „nog erg vroeg” is om iets te zeggen over onderhandelingen.

Minister Albright heeft het plan de afgelopen dagen besproken met collega's uit Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Italië en Nederland, aldus haar woordvoerder gisteren. Over de inhoud van dit plan is nauwelijks discussie mogelijk. De partijen kunnen slechts op details wijzigingen aanbrengen, net zoals in 1995 bij de onderhandelingen in Dayton, die leidden tot een vredesregeling voor Bosnië.

Waarnemers wijzen op de noodzaak van een snelle oplossing, omdat het voorjaar nadert en daarmee de omstandigheden verbeteren om de burgeroorlog in Kosovo op grote schaal te hervatten.

Aanvallen
Joegoslavische regeringstroepen en tanks hebben gisteren aanvallen uitgevoerd op bolwerken van etnische Albanese rebellen langs de strategisch belangrijke snelweg van Pristina naar Belgrado. De weg is meer dan 3 uur lang afgesloten geweest.

Volgens Sandy Blyth, woordvoerder van de OVSE-waarnemers, was het offensief gericht op drie dorpen bij Podujevo, 30 kilometer ten noorden van Pristina. Strijders van het Bevrijdingsleger voor Kosovo (UCK) hebben de afgelopen maand hun posities binnen 2 kilometer van de snelweg versterkt.

Hoewel het bij het einde van de gevechten tegen zonsondergang onduidelijk was hoever de regeringstroepen zijn opgetrokken, leek het erop dat de rebellen stand hebben gehouden. Wel zouden de regeringstroepen hun eigen posities hebben verbeterd. Volgens internationale waarnemers zijn 150 mensen hun huizen ontvlucht.

De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR maakte gisteren bekend dat 98 dorpen in Kosovo ten gevolge van de gevechten van het afgelopen jaar geheel verlaten zijn. Sinds december zijn 30.000 mensen hun huizen in 23 dorpen ontvlucht, maar 10.000 anderen zijn weer naar Kosovo teruggekeerd. Uit de regio's Suva Reka en Stimlje, waar twee weken geleden gevechten uitbraken, zijn ongeveer 6400 mensen gevlucht, onder wie 1500 Serviërs. In totaal zouden ongeveer 50.000 Kosovaarse vluchtelingen zich buiten Kosovo in Servië bevinden.