Buitenland

Aan één ding ontbreekt het niet in rampgebied: aan bloedplasma

Colombia schokt na van aardbeving

Door Marie van Beijnum
BOGOTA – Hoeveel slachtoffers er bij het natuurgeweld in Colombia precies zijn te betreuren, is vooralsnog onduidelijk. Officieel zijn er meer dan duizend lichamen geborgen. Aangezien het een dichtbevolkt gebied betreft en pas 10 tot 20 procent van het puin is geruimd, kan het aantal doden tot boven de tweeduizend stijgen.

„De first lady verklaart voor de televisie dat ze tevreden is over de eerste inzet”, zegt Yolanda Castañeda de Gaitán vanuit haar appartement in Bogotá. Yolanda, een bewogen vrouw van 59 jaar, gaat er even voor zitten terwijl ze mevrouw Nohora Pastrana gadeslaat. Op de achtergrond van het rustig ingerichte vertrek eisen haar twee kleinkinderen haar aandacht op – als haar dochter Margarita werkt, past grootmoeder Yolanda op het kroost. Zij en haar echtgenoot Héctor Gaitán y Guerra voelden maandagmiddag de aarde 15 seconden schudden. „We schrokken hevig.” Emotioneel: „Hoewel we in het getroffen gebied geen familie of vrienden hebben wonen, leven we erg mee met het lijden van de bevolking. Zo veel doden en zo veel gewonden.”

Missy Christie, presidente van de christelijke hulporganisatie CDA in Bogotá, verwacht dat de ramp grootschalig zal uitvallen. In de loop van de dag gisteren kwam aan het licht welke materiële schade en chaos de aardbeving veroorzaakte. „Armenia lijkt gebombardeerd. Gebouwen zijn ingeklapt, plaatsen veranderd in ruïnes. Gewonden worden overgebracht naar ziekenhuizen in Cali, Medellín en Bogotá, die de toestroom nauwelijks kunnen verwerken. De mensen slapen op straat en hebben geen water, voedsel en medicamenten. Dit is verschrikkelijk”, verzucht zij.

Aanvankelijk was het gissen naar de omvang van de catastrofe. Volgens drs. Donny Meertens, als antropologe verbonden aan de Nationale Universiteit van Bogotá, valt dat te herleiden tot de panieksituatie. „De tweede man van de brandweer in Armenia noemde een getal van 2000 doden in die stad. Dat was een eerste schatting en dat is door de internationale persbureaus gistermorgen vroeg over de wereld verspreid, alsof het een raming was die ergens op was gebaseerd. Eigenlijk was die alleen gegrond op het feit dat er op dat ogenblik pas een fractie van de puinhopen was doorzocht. De cijfers kunnen inderdaad aanzienlijk oplopen.”

Armero
De aardbeving deed zich voor in het westen van het land. „Een warm gebied”, weet Yolanda. Met een magnitude van 6 lag het epicentrum in de provincie Valle del Cauca, ongeveer 225 kilometer van de hoofdstad. Een zware natuurramp in Colombia deed zich voor op 13 november 1985. Bij een vulkaanuitbarsting in de provincie Tolima werd een hele stad –Armero– weggevaagd en kwamen 23.000 tot 25.000 mensen om. Die gebeurtenis staat diep in het nationale geheugen gegrift en maakte destijds visueel een immense indruk. Velen herinneren zich de beelden van het meisje dat na mislukte reddingspogingen alsnog werd verzwolgen door de modder.

Om precies 13.19 uur maandagnamiddag trilde wederom de aarde in het Zuid-Amerikaanse land. Dat is de tijd waarop de meeste Colombianen aan hun ”almuerzo” beginnen te denken. Hun traditioneel uit rijst, kip en bonen bestaande maaltijd werd wreed verstoord, en dat met name in de steden die het zwaarst zijn getroffen: Pereira (410.000 inwoners) en Armenia (240.000 tot 300.000 inwoners). „Zona cafetera”, heet dit gebied in jargon. Met andere woorden: het is de thuishaven van de gerenommeerde Colombiaanse koffie. Fraai landschap, bergachtig en groen van kleur. Het is er aangenaam vertoeven vanwege het milde klimaat.

Maar het zal er nooit meer worden zoals het was. Pereira met zijn Plaza de Bolívar, zijn Museo del Oro met de schatten van de Quimbaya-indianen, die er waren voordat de Spaanse kolonisten arriveerden. Armenia met de tweelingstad Calarcá, aan elkaar verbonden via de brug die de Río Quindío overspant. Volgens het Colombiaanse Rode Kruis werden in Armenia 700 gebouwen verwoest en zijn 180.000 mensen dakloos geworden – dat staat zo ongeveer gelijk aan een bombardement.

Donny Meertens kent het gebied uitstekend. „Armenia en Pereira zijn de commerciële en communicatieve kernen. Ze liggen in een van de welvarendste contreien van Colombia. Daaromheen strekt zich een dichtbevolkte regio uit. Het gaat dus ook om een heleboel dorpen en stadjes eromheen. Iets van vijftien behoorlijke plaatsen binnen de straal van het epicentrum.” Zelf zat Meertens in haar auto toen de aarde zich roerde. „Als je in beweging bent, voel je zoiets meestal niet.”

De hulpverlening kwam in eerste instantie op gang via de lucht. Toestellen vliegen in ruime hoeveelheden levensmiddelen, water, dekens en tenten in. Hoewel: de tekorten blijken onverminderd groot. Hoe morbide het klinkt, doodskisten zijn niet aan te slepen. Het gevaar van epidemieën is reëel. Er zijn onvoldoende koelwagens voorhanden om de lijken in op te slaan. Verder wordt ziekteverspreiding in de hand gewerkt vanwege het feit dat er kerkhoven bloot zijn komen te liggen. Over de wegen is er geen transport mogelijk. De hoofdverbinding van Bogotá naar Cali loopt via Calarcá en Armenia en gaat over een bergpas die is gestremd. Ook binnen de ”zona cafetera” zijn de meeste routes onbegaanbaar en de dorpen onbereikbaar.

Guerrilla
In de marge van de ramp speelt zich ten minste één positieve ontwikkeling af: het bloed vloeit rijkelijk, van de donoren welteverstaan. Meertens: „Er is een massale actie voor bloed geven op gang gekomen. Toevallig had het Colombiaanse Rode Kruis een aantal dagen geleden een oproep gedaan omdat het nagenoeg door de plasmavoorraad heen was. De bevolking zou laks zijn met bloed geven. Dat heeft met deze ramp als een boemerang gewerkt. Nu roept men dat de Colombianen even moeten ophouden met bloed te geven, want „ze kunnen het niet meer aan.””

Een tweede positieve ontwikkeling laat evenwel op zich wachten. De vredesonderhandelingen tussen de regering en de FARC-guerrilla liepen eerder deze maand spaak nadat de guerrilla zich terugtrok. Paramilitairen vermoordden op bestiale wijze tientallen onschuldige burgers. Medewerkers van ngo's werden ontvoerd omdat ze zouden heulen met guerrillero's. Hoewel het scenario van de aardbevingsramp niet het middelpunt is van gewelddadigheden, gaat hier de burgeroorlog door. Al is het niet zozeer in de steden als Armenia en Calarcá aan de voet van de Andes-uitlopers, dan wel in de hogere sferen. Wie de bergen in naar boven trekt, waagt zich immers in het domein waar gewapende groepen opereren. Bezien tegen het decor van al dit onheil, lijken met de aardbeving alle ingrediënten aanwezig die een breed Colombiaans pessimisme rechtvaardigen.