Buitenland

'Slobo' lonkt naar het Oosten om vriend Bill weer te paaien

Milosevic in de rol van jaloers meisje

Door drs. B. Belder
BELGRADO – December vorig jaar gingen om tien uur 's avonds de ruiten aan diggelen bij dr. Ognjen Pribicevic. De Servische politieke analist begreep onmiddellijk hoe laat het was: lieden die zijn commentaren in de media niet konden waarderen. De binnen- en buitenlandse pers was in no time ter plekke. „Even bellen”, gnuift Pribicevic vanuit Belgrado hoorbaar door de telefoon. „Ja, de politie heb ik natuurlijk ook geroepen, hoewel de uitkomst van haar onderzoek al vaststond. Geen spoor van de daders.”

Politieke betrokkenheid en nuchtere distantie gaan bij de wetenschapper samen. Zie zijn visie op de escalatie van het Kosovo-vraagstuk. De geweldsspiraal tussen Serviërs en Albanezen heeft zowel de machtspositie van Milosevic als die van Clinton aangetast. „De Joegoslavische president is zwakker komen te staan. Waarom? Het gezag van de Amerikaanse president is tanende. En Milosevic' grootste bondgenoot tot op heden was juist de regering-Clinton. Washington, en in het bijzonder zijn gezant Holbrooke, beschouwde Milosevic als dé steutel tot vrede en stabiliteit op de Balkan.”

Gelet op de recente ontwikkelingen in brandhaard Kosovo een moeilijk houdbare politieke positie. „Het Amerikaanse Congres en de Amerikaanse publieke opinie –denk aan invloedrijke dagbladen als The Washington Post en The New York Times– zijn momenteel fel gekant tegen Milosevic. Clinton en zijn staf moeten wel gehoor geven aan deze tegenstemmen. Het resultaat is evident: de Amerikaanse president ziet zich gedwongen zijn Joegoslavische ambtgenoot veel steviger onder druk te zetten inzake Kosovo.”

Een machtspoliticus pur sang als Slobodan Milosevic ('Slobo' in de wandel) voelt die verkoeling in de betrekkingen met de States feilloos aan. „Twee, drie weken geleden besloot hij het spel mee te spelen. Vandaar die plotselinge presentatie van vervalste CIA-documenten. Simpel een tegenzet van Milosevic.

Hij gedraagt zich als het jaloerse meisje. Haar vaste vriend, Clinton in dit geval, heeft het uitgemaakt. En hoe probeert ze hem terug te winnen? Door naar anderen te lonken. Kijk naar Milosevic' reactie: Belgrado knipoogt naar het Oosten, naar Rusland, China en Wit-Rusland. Dwaze manoeuvres natuurlijk. Een spel, echt een spel.”, lacht Pribicevic smakelijk.

Geen alternatief
De Servische ultranationalist Vojislav Seselj droomt in elk geval van een ”Slavische Unie” van Servië, Rusland en Wit-Rusland. „Ach, die heeft slechts uit te voeren wat Milosevic hem opdraagt. Wie weet, meent Seselj het. Maar zijn wens is in feite totaal niet van belang. Wat werkelijk telt, is Milosevic' wil.”

Over de politieke doelstelling van de sterke man in Belgrado behoeft geen enkele onzekerheid te bestaan: „Weer de machtspositie die hij een jaar geleden nog bekleedde, dé garant van vrede en stabiliteit op de Balkan in de ogen van de Amerikaanse regering.”

Westerse diplomatieke bronnen spreken een andere taal. Washington zint dezer dagen op middelen om voorgoed van Milosevic af te komen. „In wezen zouden de Amerikanen hem inderdaad dolgraag laten vallen”, stemt Pribicevic meteen in. „Bijna onbegonnen werk sinds het uiteenvallen van de oppositiecoalitie Zajedno. Op dit ogenblik ontbeert Servië derhalve de democratische krachten die Milosevic zouden kunnen vervangen.

In 1997 lagen de zaken heel anders.Toentertijd stond de democratische oppositie nog erg sterk. Tegelijk was westerse steun noodzakelijk. Maar die kwam niet. Tegenwoordig is het omgekeerde het geval: het Westen zoekt wanhopig naar democratische bondgenoten in Servië. Welnu, die zijn er nú gewoon niet. De tijd is, kortom, niet rijp voor een Amerikaanse initiatief in deze richting.”

Het wachten is op de volgende verkiezingen in Servië, concludeert de commentator ietwat laconiek. „Die zijn pas voor de volgende eeuw voorzien. Mogelijk dient zich dan een politiek alternatief voor Milosevic aan.”

Geen Bosnisch model
Hoe denkt Milosevic de acute Kosovo-crisis aan te pakken? „Hij zal zich feitelijk neerleggen bij de oplossing van de VS. Welke andere optie heeft Milosevic nog? Hem rest een puur tactische opstelling. Let maar op al zijn uitspraken! Washington huldigt een duidelijk standpunt over de toekomst van Kosovo. de provincie moet deel blijven uitmaken van Servië en dus ook van Joegoslavië.”

De Amerikanen maken zich in het andere geval, dat wil zeggen onafhankelijkheid voor Kosovo, ernstig zorgen over een negatieve kettingreactie op de Balkan van de zijde van Macedonië, Griekenland en Turkije, betoogt onze zegsman. „De VS gunnen Kosovo al met al niet meer dan een grotere mate van autonomie dan vandaag het geval is.”

Van cruciaal belang in het conflict is de houding van de Albanezen, beklemtoont Pribicevic. „Dat is hét probleem. En de Albanezen willen niet bij Servië behoren, noch wenst de Servische bevolking hun autonomie toe te staan. De realiteit gebiedt te zeggen dat een oplossing simpelweg niet voorhanden is.”

Voor opheffing van die impasse kunnen de Amerikanen zorgen. Zij kunnen de Albanezen in Kosovo dwingen zich te schikken in meer zelfbestuur bínnen de staatsgrenzen van Servië, respectievelijk Joegoslavië. „Die politieke variant vergt de stationering van Amerikaanse grondtroepen in Kosovo. Naar het voorbeeld van Bosnië. Precies deze ervaring zal Washington er mijns inziens wel van weerhouden zich aan een nieuw militair avontuur te wagen op de Balkan, zij het nu in Kosovo.”

Niet om geld
Het effect van de oorlog in Kosovo op de Servische samenleving staat buiten kijf. „Een groeiend nationalisme in vergelijking met twee, drie jaar terug. Extreem anti-Albanese gevoelens domineren. Het gevolg is dat de Serviërs zich steeds meer scharen achter zulke uitgesproken nationalistische politici als Slobodan Milosevic, Vuk Draskovic en Vojislav Seselj. In die sfeer maken democratisch gezinde politici al minder kans op de steun van het volk.”

Kost de bestrijding van de Kosovaarse „terroristen” Belgrado werkelijk 6 miljoen dollar per dag? Die schatting maakt althans een westerse Balkanexpert? „O nee!”, repliceert Pribicevic in één adem. „Het kost ons plusminus 1 miljoen dollar per dag of zelfs wellicht minder.

Toegegeven, een gigantisch geldbedrag voor ons land. Desalniettemin wegen die kosten absoluut niet het zwaarst. Geld heeft immers geen waarde in Servië. Klinkende munt stuurt het beleid niet. De Serviërs zijn daarenboven bereid én gewend voor Servië en Kosovo te lijden, desnoods nog meer dan vandaag.”