Buitenland

Zie ook: „Als gevangene was ik hun gast”

Ontvoering van Nederlandse gezin is zuiver een wanhoopsdaad

Hoop op een goede afloop in Jemen

Door drs. C. Hulsman
SA'ANA – In het ziekenhuis van Sa'adah in Noord-Jemen wordt het laatste nieuws over de ontvoerde Nederlandse familie Koolstra en het Britse echtpaar Rosser nauwlettend in de gaten gehouden. Het vertrouwen in een goede afloop is groot.

Uit een gesprek met de Nederlandse arts Truus Wierda die samen met haar man, die ook arts is, al meer dan 25 jaar in Jemen woont, blijkt een enorme liefde voor Jemen en begrip voor de moeilijke omstandigheden waarin de Jemenieten door de toenemende armoede en gebrek aan water verkeren. Wierda werkt in hetzelfde ziekenhuis in Sa'adah als de Koolstra's.

„Geen extremisten”
In Jemen wonen verschillende bevolkingsgroepen die grote delen van het land beheersen. Deze stammen proberen zo veel mogelijk voor de eigen stam te realiseren, maar dat levert nogal eens conflicten op. Dat is de achtergrond van de ontvoering, afgelopen zondag, van Hans en Berta Koolstra, hun twee kinderen, alsmede een Brits echtpaar. Vanuit Sa'adah vertelt Truus Wierda: „De ontvoerders zijn geen extremisten. We hebben gegronde hoop dat het spoedig tot een goed einde zal komen. We hebben van een aantal mensen die met de ontvoerders hebben gesproken begrepen dat de beide families het goed maken.”

Wat zijn de motieven voor deze ontvoering?
„De ontvoerders proberen iemand vrij te krijgen die in de gevangenis zit. Er is een conflict geweest tussen stammen waarin over en weer mensen zijn gedood. De man die gevangen is gezet, heeft zelf niet iemand anders gedood. Dat is wel gebeurd door een familielid van hem. Zo gaat dat in het stammenrecht. Je pakt dan iemand op van de andere kant. Die stam wil dus het gevangen stamlid vrij hebben.”

„Daarom wordt er onderhandeld over de vrijlating van Hans en Berta, maar er wordt ook op een veel hoger niveau onderhandeld om te kijken of ze tot een overeenkomst tussen die twee stammen kunnen komen. Hans en Berta zijn maar pionnen in dat geheel.”

„Hopelijk hoeven ze niet te wachten voordat het hele stammenconflict is opgelost. Ik denk dat de gijzelaars, toen ze Hans, Berta en hun kinderen meenamen, niet beseften dat ze van ons ziekenhuis waren. Dit hospitaal heeft een goede reputatie. Mensen in deze omgeving spreken dan ook schande van de actie. Dat mensen die hun samenleving zo veel jaren hebben gediend op deze manier worden behandeld, vindt men onheus.”

Hoe reageerden jullie op het bericht?
„Je weet dat dit soort ontvoeringen in Jemen kan voorkomen en je leert met bepaalde risico's leven. Je houdt in je achterhoofd dat het kán gebeuren en je hoopt dat het niet gebeurt. Aan de andere kant is zo'n ontvoering natuurlijk een schok. We werken nauw samen met mensen van wie we denken dat die invloed op het proces kunnen hebben. Het gaat er vooral om een hooggeplaatste vriend van de ontvoerders te vinden, want we gaan ervan uit dat vrienden een positievere invloed hebben dan vijanden. Ja, het is een schok, maar aan de andere kant hopen we en vertrouwen we erop dat het goed afloopt.”

„Onze Jemenitische vrienden steunen ons fantastisch en dat is een enorme bemoediging. Het is ook goed dat we weten dat het niet om extremisten gaat, maar om een stammengeschil en die lopen bijna altijd goed af. De eerste 24 uur zijn het meest traumatisch, omdat je dan niet weet of het om een stammengeschil of om extremisten gaat. Maar als die eerste dag voorbij is en je hoort dat de gegijzelden goed worden behandeld, ontspan je je wat.”

Hoe zullen hun twee kinderen van 7 en 6 jaar oud zich in deze omstandigheden houden?
„De Jemenieten zijn ontzettend kindvriendelijk. Die doen waarschijnlijk hun uiterste best het voor de kinderen zo aangenaam mogelijk te maken. Maar ja, je weet dat pas zeker als ze vrijkomen.”

„Het is belangrijk te weten dat de doorsnee Jemeniet uiterst gastvrij is. Op grond van dergelijke ontvoeringen moeten we niet het beeld scheppen dat Jemen enkel en alleen een land is van rovers en kidnappers. Wat nu is gebeurd, is een uitzondering. We zijn door de jaren heen altijd met veel liefde en herbergzaamheid door de Jemenieten ontvangen. Ik ben wel bang dat een gebeurtenis als deze het negatieve beeld van de Arabier wordt versterkt en dat zou heel onterecht zijn.”

Hebben die stammenconficten ook te maken met de groeiende armoede in Jemen?
„Dat is zeker een reden. De toenemende armoede drijft veel mensen tot acties. Dat komt omdat ze wanhopig zijn. Het feit dat iedereen wapens heeft, maakt deze situatie er niet gemakkelijker op. Als er niet zo veel wapens zouden zijn, zou het veel moeilijker zijn mensen te ontvoeren. Het zijn daarom meestal ongewapende buitenlanders die de klos zijn, want iedere Jemeniet draagt wapens. Behalve dat worden buitenlanders als stamloze mensen beschouwd die niet de bescherming van een stam genieten.”

„In de streek van Sa'adah waar wij wonen is de armoede nog niet zo groot. Maar in de streek waar zij nu zijn ontvoerd (de Nederlanders en Britten werden ontvoerd toen zij in twee auto's na een werkbezoek van Sa'adah onderweg waren naar Sa'ana, red.), heeft het jaren niet geregend. Er is nagenoeg geen landbouw meer. Het water raakt op in Jemen. Er is een heel sterke overbevolking. Voor een aantal mensen wordt het steeds moeilijker om het hoofd boven water te houden.”

„Jemen heeft andere landbouwmethoden nodig waardoor water kan worden bespaard. Verder zou de ontwikkeling van kleinschalige industrie een aanwinst zijn. Op die wijze zou de bevolking aan alternatieve inkomstenbronnen worden geholpen, want het is beter als niet iedereen van de landbouw hoeft te leven.”

Het aantal ontvoeringen zou in Jemen behoorlijk zijn toegenomen. Is dat zo?
„Dat is juist. Ontvoeringen doen zich pas de afgelopen 4 jaar voor. Ze worden dus veroorzaakt door de toenemende armoede en het machteloze gevoel van een aantal mensen. Ik benijd de regering niet. Het is voor de overheid een heel moeilijke situatie.”

Wat is de rol van de Nederlandse ambassade?
„Die steunt ons fantastisch. Ze heeft allerlei belangrijke contacten in Jemen gelegd.”

Maar de onderhandelingen over de vrijlating zijn toch geheel in handen van de Jemenieten zelf?
„Ja, we hebben ook zelf wel mensen benaderd, maar op zich hebben we geen invloed op het onderhandelingsproces. We ervaren wel dat het in deze omstandigheden goed is dat we hier langer hebben gewoond. Zo onderhouden we contacten met allerlei hooggeplaatste personen en die houden ons ook regelmatig op de hoogte. Mede op grond daarvan koesteren we goede hoop dat de ontvoering niet zo lang meer duren.”