Wijdenbosch geeft officiële startsein
Omstreden brug komt er toch in SurinameVan onze correspondent PARAMARIBO Ondanks alle protesten heeft de Surinaamse president Jules Wijdenbosch gisteren in de hoofdstad Paramaribo het officiële startsein gegeven voor de bouw van een 1800 meter lange brug over de Surinamerivier. Het is een van de twee bruggen in de weg die de beide grenslanden van Suriname met elkaar verbindt. Het prestigieuze project, dat wordt uitgevoerd door de Nederlandse bouwonderneming Ballast Nedam, kost de Surinaamse schatkist ruim 200 miljoen gulden. Het staatshoofd hamerde met veel vlagvertoon de eerste paal de rivierbodem in. De brug zal maximaal 52 meter hoog worden. Enkele maanden geleden werd al begonnen met de bouw van de brug over de Coppenamerivier, zo'n 60 kilometer buiten Paramaribo. Beide rivieren vormen nu nog een tijdrovende bottleneck in de weg die de beide buurlanden Guyana en Frans-Guyana met elkaar verbindt. Weggebruikers zijn nu nog aangewezen op veerverbindingen, die voor urenlang oponthoud zorgen. De regering hoopt met name dat de brug over de Surinamerivier de economische ontwikkeling van het aan de overzijde van Paramaribo gelegen district Commewijne ten goede komt. Studies hebben echter uitgewezen dat de positieve invloeden van de brug maar minimaal zullen zijn. Desondanks besloot de regering van Wijdenbosch Ballast Nedam opdracht te geven tot de bouw. Daarmee kwam een einde aan herhaalde pogingen van opeenvolgende regeringen om de bruggen te realiseren. Ongeveer 10 jaar geleden kocht Suriname op initiatief van de toenmalige parlementsvoorzitter Jagernath Lachmon voor het symbolische bedrag van een gulden een afgedankte brug in Nederland, met de bedoeling deze te gebruiken voor de Coppenamerivier. Dat eindigde in een fiasco. Suriname had geen geld om de brug naar eigen land te verschepen. Bovendien was de brug 700 meter te kort voor de 1500 meter brede rivier. Uiteindelijk kostte deze mislukking de Surinaamse belastingbetaler ruim een miljoen gulden voor de opslag van de berg ijzer, die uiteindelijk op de schroothoop belandde. Steekpenningen Dat de bruggen er nu wel komen staat vast, ondanks de vele protesten. De oppositie en tal van maatschappelijke groeperingen spreken van een waanzinnig, geldverslindend project, omdat Suriname nauwelijks in staat is de gewone uitgaven te bekostigen. Tal van overheidsinstanties hebben in de afgelopen maanden de dienstverlening moeten staken omdat subsidies niet meer worden betaald. Met name de gezondheidszorg lijdt daaronder. Maar voor de bruggen betaalt de overheid schijnbaar moeiteloos maandelijks ruim 5 miljoen gulden aan Ballast Nedam. De oppositie beticht Ballast Nedam er bovendien van 21 miljoen gulden aan steekpenningen te hebben betaald om de opdracht binnen te slepen. Bewijzen hiervoor zijn nooit op tafel gekomen, terwijl dit ook door het bedrijf altijd is ontkend. De brug over de Surinamerivier, die aan bijna vijfhonderd mensen werk biedt, moet eind volgend jaar worden opgeleverd. Fietsers, bromfietsers en voetgangers zullen geen gebruik kunnen maken van de brug. Volgens de bouwers is het hellingspercentage van 6 procent daarvoor te groot. Schepen met een maximale hoogte van zo'n 40 meter kunnen, anders dan bij die over de Coppenamerivier, wel onder de brug door varen. Van verschillende kanten is in de afgelopen maanden gewaarschuwd dat de doorvaart niet breed genoeg is. Projectmanager Rudolf Elias weerlegt die kritiek. De kans dat een schip de brug raakt is een keer in de 75 jaar. Dat zou betekenen dat in de verre toekomst tweemaal een vaartuig met de brug in aanraking zal komen, want de brug heeft een beoogde levensduur van 150 jaar. Volgens de bouwers is in de eerste 75 jaar onderhoud vrijwel overbodig. Nog voor het einde van dit jaar moet de brug over de Coppenamerivier gereed zijn. |