Buitenland

UCK eist vrijlating gevangen strijders

OVSE: Serviërs moeten
weg uit Noord-Kosovo

Van onze buitenlandredactie
PRISTINA – Nu de Kosovaarse guerrillastrijders hun acht Servische gijzelaars hebben vrijgelaten, eisen de internationale waarnemers van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) dat het Joegoslavische leger zich terugtrekt uit het noorden van Kosovo. Nadat de spanning in het gebied enigszins was gedaald door de vrijlating van de gijzelaars, nam zij gisterochtend weer toe na het bericht dat een Servisch politievoertuig op een antitankmijn was gereden.

De OVSE gaat zich tevens weer inspannen om de Kosovo-Albanezen op één politieke lijn te krijgen. De organisatie wil daarvoor een bijeenkomst organiseren in Wenen, zei OVSE-voorzitter Knut Vollebaek, de Noorse minister van buitenlandse zaken. Hij zei niet wanneer het overleg is, waarvoor zowel aanhangers van de gematigde politiek leider Ibrahim Rugova als van het Kosovo Bevrijdingsleger UCK zijn uitgenodigd.

De diplomatieke inspanningen worden geleid door de gezanten Christopher Hill en Wolfgang Petritsch van de Verenigde Staten en de Europese Unie, met ondersteuning door de Oostenrijkse regering. „De eerste en cruciale stap” van de diplomatie in Kosovo moet zijn de Kosovaren op een gezamenlijk onderhandelingsstandpunt te verenigen, zei Vollebaek.

Het UCK heeft gewaarschuwd niet meer met de internationale diplomaten te willen praten als de VS en de EU er niet in slagen de vrijlating van negen UCK-leden door het Joegoslavische leger te bewerkstelligen. Het UCK zegt de garantie te hebben gekregen dat de negen binnen 10 dagen vrij zullen komen, nu de rebellen acht Joegoslavische soldaten hebben laten gaan. De Joegoslavische autoriteiten beweren dat het UCK de soldaten onvoorwaardelijk heeft laten gaan.

Toezeggingen
Het hoofd van de internationale waarnemers die in Kosovo toezien op een in oktober overeengekomen staakt-het-vuren, William Walker, erkende dat de rebellen toezeggingen zijn gedaan. De politieke vertegenwoordiger van de rebellen in Zwitserland, Bardhyl Mahmuti, zei dat het UCK aanvankelijk had geëist dat zijn strijders gelijk met de Joegoslavische soldaten vrij zouden komen, maar onder druk van de bemiddelaars had ingestemd met een compromis. De Joegoslavische vice-premier Nikola Sainovic zei eerder al dat de UCK-leden niet vrijgelaten zullen worden. „Terroristen blijven terroristen, ook na de vrijlating van gijzelaars”, aldus Sainovic.

De Joegoslavische regering drong opnieuw aan op internationale veroordeling van het UCK, dat van niet nader genoemde „radicale islamitische landen” financiële steun zou ontvangen. De regering verweet Kosovaarse politici het politieke proces te traineren door te weigeren te praten met de autoriteiten, waardoor zij „de terroristen aanmoedigen voort te gaan met misdrijven, het vermoorden en ontvoeren van onschuldige burgers.”

Het staatspersbureau Tanjug berichtte gisteren dat twee Kosovo-Albanezen die trouw waren aan de Servische autoriteiten, in hun winkel in de stad Prizren waren vermoord.