Buitenland

„NAVO moet niet
eigenmachtig opereren”

BRUSSEL – De Russische minister van buitenlandse zaken Igor Iwanov heeft gisteren gezegd dat Moskou niet zal accepteren dat de NAVO zonder toestemming van de Verenigde Naties buiten de grenzen van haar alliantie optreedt.

Iwanov deed zijn uitlatingen nadat hij in Brussel met zijn collega's van de zestien NAVO-landen had vergaderd. Desondanks is het wederzijdse begrip toegenomen sinds Rusland en de NAVO in 1996 een permanente overlegraad instelden, zei Iwanov.

Als voorbeeld van samenwerking noemden Iwanov en NAVO-secretaris-generaal Javier Solana de kwestie-Kosovo. Moskou was weliswaar tegen de dreiging met luchtaanvallen door de NAVO, maar het bleef tegelijkertijd samen met de alliantie zoeken naar een politieke oplossing. Rusland blijft uitgaan van het standpunt dat militair ingrijpen alleen mogelijk is „op basis van hoofdstuk 7 van het VN-verdrag”, zei Iwanov.

De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Madeleine Albright zei dat Iwanov haar had verteld dat het Russische parlement waarschijnlijk nog dit jaar het Start-II-verdrag voor de vermindering van de strategische kernbewapening zal ratificeren. De Amerikaanse Senaat ratificeerde het verdrag in 1996. „Ik hoop dat we met het overleg voor Start-III kunnen beginnen als ik eind januari in Moskou ben”, zo keek Albright vooruit naar haar komende bezoek aan Rusland.

Start-II werd in 1993 getekend, na jarenlange onderhandelingen tussen Washington en Moskou. Het verdrag voorziet erin dat geen van beide partijen meer dan 3000 à 3500 kernkoppen mag hebben. De ratificatie van het verdrag liep in Moskou tot nu toe stuk door een machtsstrijd tussen president Jeltsin en de Doema, het lagerhuis van het parlement.

De NAVO heeft Rusland gisteren uitgenodigd deel te nemen aan de topconferentie die de westerse alliantie volgend jaar april in Washington houdt. De NAVO herdenkt dan haar vijftigjarig bestaan.