Krant Montenegro
krijgt boete van
Servische rechtbank

BELGRADO – Een Servische rechtbank heeft het onafhankelijke Montenegrijnse weekblad De Monitor de maximumboete van 1,2 miljoen dinar (224.400 gulden) opgelegd. De politie nam alle exemplaren van De Monitor van deze week in beslag.

Het is de eerste keer dat een Servische rechtbank een straf oplegt aan een Montenegrijns medium sinds in oktober in Servië de nieuwe mediawet werd ingevoerd. De wet verbiedt het uiten van kritiek op overheidsfunctionarissen, vooral met betrekking tot de crisis in Kosovo. Servië en Montenegro vormen samen Klein-Joegoslavië.

Het Montenegrijnse blad staat bekend om zijn kritiek op de Joegoslavische president Slobodan Milosevic. De boete werd opgelegd voor de publicatie van een foto van een gebalde vuist, het symbool van een studentenorganisatie van de Universiteit van Belgrado die voor de afschaffing van het huidige regime pleit.

De beslissing van de rechtbank zal waarschijnlijk weerstand oproepen en de politieke kloof tussen de twee Joegoslavische republieken vergroten. De pro-westerse regering van Montenegro heeft geprobeerd om zich aan de wetgeving van Milosevic te onttrekken.

De hoofdredacteur van De Monitor, Drasko Djuranovic, heeft het nieuws over de boete uit andere media moeten vernemen. De medewerkers van het weekblad zijn nooit opgeroepen door de rechtbank of op de hoogte gesteld van de aanklacht.

„In dit land van wonderen is alles mogelijk”, zei Djuranovic volgens het Montenegrijnse persbureau Montena-fax. „Je kunt zelfs voor de rechter gedaagd worden en veroordeeld worden zonder dat je het weet”.

In oktober werden drie onafhankelijke Servische kranten korte tijd verboden op grond van een decreet van de Servische regering. Het decreet werd vervangen door een strenge mediawet die boetes oplegt aan media die volgens de overheid kritisch over de staat publiceren. De meeste onafhankelijke kranten kunnen zich nog nauwelijks staande houden. Sommige kranten moeten hun werk door de hoge boetes staken.

De grootste staatskrant Politika werd in november ook gestraft met een boete van ruim 28.000 gulden, de laagst mogelijke straf. Maar volgens leden van de Servische oppositie was het vonnis alleen bedoeld om aan te tonen dat de Servische rechtbanken onpartijdig zijn. Ze zeiden ook dat niets erop wijst dat Politika de boete heeft betaald.