Buitenland

Onderzoeksteam niet welkom in Kosovo

Tribunaalleden zien af
van reis naar Belgrado

DEN HAAG – De hoofdaanklaagster van het Joegoslavië-tribunaal, Louise Arbour, ziet ervan af vandaag naar Belgrado te reizen. Ook de president van het VN-hof, rechter Gabrielle Kirk McDonald, bedankt voor de reis. Beiden protesteren hiermee tegen de weigering van de Joegoslavische regering een onderzoeksteam van het tribunaal toe te laten in Kosovo.

Het team onder leiding van Arbour wil schendingen van de mensenrechten in de Servische provincie onder de loep nemen. Arbour kreeg woensdagavond via een brief van de Joegoslavische ambassadeur in Nederland echter te verstaan dat Belgrado onderzoek door het tribunaal in Kosovo niet zal dulden. Wel kon zij alsmede enkele leden van het onderzoeksteam een eenmalig visum voor een week krijgen om vandaag een conferentie in Belgrado over processen wegens oorlogsmisdaden bij te wonen.

„Ik heb besloten dit onaanvaardbaar beperkte visum te weigeren”, aldus een duidelijk ontstemde Arbour gisteren tijdens een gezamenlijke persconferentie met McDonald bij het Joegoslavië-tribunaal.

McDonald, die eerder deze week wel een visum kreeg om de conferentie bij te wonen, ziet van de reis af. Haar bezoek zou zich beperken tot het bijwonen van de conferentie en gesprekken met de autoriteiten. Maar zij vindt het „ongepast” om gezien de weigering van Belgrado het tribunaal zijn werk te laten doen, het land te bezoeken. McDonald noemde het besluit van de Serviërs onwettig en onaanvaardbaar. „De Federale Republiek Joegoslavië is een schurkenstaat geworden”, zei zij.

Beiden betreuren de conferentie, die is georganiseerd door een humanitaire instelling in Belgrado, te moeten missen. Zo vervalt ook een zeldzame kans om regeringsvertegenwoordigers te spreken.

Het tribunaal is in 1993 opgericht om mensen te vervolgen die worden verdacht van oorlogsmisdaden na 1991 op het grondgebied van het voormalige Joegoslavië. Tegenwerking van het tribunaal is volgens McDonald een regelrechte schending van resoluties van de Veiligheidsraad, die Belgrado verplichten tot volledige samenwerking. Belgrado's gedrag toont opnieuw dat het de normen van de internationale gemeenschap aan zijn laars lapt, aldus McDonald.

De rechter zei de affaire voor de Veiligheidsraad te zullen brengen en onderstreepte evenals Arbour dat de Joegoslavische autoriteiten juridisch niets te zeggen hebben over de gangen van de onderzoekers van het tribunaal.

Volgens de Joegoslavische regering heeft het voor de Bosnische oorlog opgerichte hof niets in Kosovo te zoeken. Het gebied wordt geconfronteerd met terrorisme, waardoor onderzoek niet onder de bevoegdheid van het tribunaal valt, aldus Belgrado.