Buitenland

„Waarheidscommissie was zwak op punt van verzoening”

Prof. Meiring sluit belangrijke taak af

Van onze correspondent
PRETORIA – Vandaag is het in Zuid-Afrika de dag van de waarheid. De dag waarop de de Waarheids- en Verzoeningscommissie (WVC) na tweeëneenhalf jaar onderzoek naar mensenrechtenschendingen tijdens de jaren van apartheid zijn verslag publiceert. „Een pijnlijk maar noodzakelijk proces”, meent prof. dr. Piet Meiring van de theologische faculteit in Pretoria en namens de Nederduitse Gereformeerde Kerk (NGK) commissaris van de WVC. „Maar het land is zoveel beter af, nu iedereen weet wat in het verleden is gebeurd”.

Meiring is hoogleraar in de zendingswetenschap aan de universiteit van Pretoria. In zijn kleine werkkamer op de universiteitscampus staan drie grote boekenkasten, met daarin opmerkelijk veel boeken van zijn hand, waaronder een met de titel “Stemme uit die swart kerk”. Op het bureau ligt een manuscript voor een volgend boek: “Kroniek van de waarheidscommissie”, een verslag over de periode dat hij commissaris bij de WVC was.

Prof. Meiring was een van de drie Afrikaners van de in totaal 28 commissarissen van de waarheidscommissie. Hij glimlacht bescheiden als hij vertelt hoe WVC-voorzitter Desmond Tutu, de voormalige anglicaanse aartsbisschop, hem begin januari 1996 belde. „Hallo Piet, het is Desmond die spreekt”, hoorde hij na het opnemen van de telefoon. Maar toen Tutu hem vroeg als commissaris voor de waarheidscommissie, schrok hij zich „pap”. Waarop de WVC-voorzitter op zijn geheel eigen wijze reageerde: „Luister Piet. Ik ben de aartsbisschop van Kaapstad, de Heer heeft besloten. Je hebt vijf dagen om te beslissen”.

De NG-Kerk stond de afgelopen jaren nogal ambivalent tegenover de waarheidscommisssie. Aan de ene kant werd het onderzoek van de WVC naar de mensenrechtenschendingen gesteund. Aan de andere kant vreesden veel Afrikaners voor een heksenjacht, een proces van het ANC tegen de rest van het land. Heet hangijzer was tevens of de NG-Kerk schuldbelijdenis moest doen voor haar rol tijdens de apartheidsjaren.Tenslotte werd apartheid jarenlang theologisch door de NG-Kerk gerechtvaardigd. Ook al beschouwde de kerk apartheid al tijdens de algemene synode in 1986 als verkeerd.

„De NG-Kerk weerspiegelt wat onder de Afrikaners leeft”, aldus prof. Meiring. Maar toen Beyers Naudé, wie vanwege zijn krasse uitspraken over apartheid in 1962 door de NG-Kerk zijn status als dominee werd afgenomen, in een schriftelijke schuldbelijdenis meldde te weinig te hebben gedaan, schrok Meiring. „Ik dacht, als hij zo'n schuldbekentenis doet, wat dan van mij?” vertelt de professor.

Maar de algemene synode van de NGK bleef weinig voelen voor een schuldbelijdenis tegenover de waarheidscommissie. „Moeten we voor Tutu gaan belijden? was de gedachte, dat doen we liever voor God”.

Bevoordeling
Wel schreef dr. Frits Gaum, moderator van de West-Kaap, namens de algemene synodale commissie van de NG-Kerk het boekje „Die NG-Kerk se reis met apartheid”. Vorig jaar verscheen na lang beraad de toenmalige moderator (NGK-voorzitter) Freek Swanepoel voor de waarheidscommissie. Daarbij herhaalde hij de verplichting die de NGK heeft met betrekking tot verzoening in Zuid-Afrika en de aanpak van de problemen, vooral de armoede, in het land.

Meiring vergelijkt de reactie van de meeste Afrikaners naar aanleiding van de bevindingen van de WVC gedurende de afgelopen jaren met die van de Duitsers na de Tweede Wereldoorlog: „Kan het allemaal waar zijn?”.

„De meeste Afrikaners reageerden geschokt op de hoeveelheid narigheid die op tafel werd gelegd”, aldus de professor, „aan de andere kant was er de angst voor het proces van restitutie”. Hij haalt vervolgens de Duitse filosoof Karl Jaspers aan, die sprak over verschillende lagen van schuld.

Ten eerste de criminele schuld. Hierbij gaat het om de leiders, de politici aan de top. Als Meiring wordt gevraagd of oud-president F. W. de Klerk daaronder valt, knikt hij: „Ook al zal hij het daar zelf niet mee eens zijn”.

Dan is daar de politieke schuld. Wie waren de mensen die in Duitsland de nazi's aan de macht hielden of in Zuid-Afrika de Nationale Partij (NP). „De blanken ondersteunden jarenlang tijdens verkiezingen met hun stem de voortzetting van het apartheidsbeleid”, aldus de zendingswetenschapper.

En dan de morele schuld. De overtuiging dat de meeste blanken met een beetje nadenken geweten moeten hebben van de mensenrechtenschendingen tegenover het zwarte bevolkingsdeel. „We hebben van het systeem van bevoordeling voor de blanken altijd genoten”, blikt Meiring terug, „zonder ons al te veel zorgen te maken over onze zwarte landgenoten”.

Als laatste punt noemde de Duitser Jaspers de schuld aan God. Mooi daarbij aansluitend vindt Meiring de opmerking van president Nelson Mandela, die in 1996 zei: „Als we terugkijken naar de geschiedenis van Zuid-Afrika, dan beseffen we dat we allemaal overtreders en slachtoffers zijn”.

Zwak
De afgelopen bijna drie jaar reisde de professor stad en land af om in het weekend voor NGK-gemeenten vragen over de waarheidscommissie te beantwoorden. „De meeste Afrikaners houden niet van de WVC, maar anderzijds zijn ze wel zeer geïnteresseerd”, aldus Meiring. Vooral de vragen: Zijn we schuldig en hoe belijden we schuld, houden de Afrikaners bezig. Maar ook: Wat moeten we doen als restitutie en is verzoening mogelijk?

De professor wijst er vervolgens op dat het 3500 pagina's tellende verslag van de waarheidscommissie een subjectief verslag zal zijn. Voor een objectief verslag was volgens Meiring de tijd te kort. Anderzijds kraken alle politieke partijen in Zuid-Afrika, inclusief het ANC, het WVC-verslag af, meestal omdat de betrokkenen worden genoemd als mensenrechtenschenders. „Dat betekent dat de commissie in ieder geval toch iets goeds heeft gedaan”, vindt hij, „en in ieder geval zo neutraal als mogelijk heeft geopereerd”.

Probleem is wel dat de WVC weliswaar de waarheid naar boven heeft weten te halen, maar op het punt van verzoening zwak heeft geopereerd. Dat komt gedeeltelijk, aldus Meiring, doordat de betekenis van het woord verzoening moeilijk te definiëren is. Politici spreken al over verzoening als de mensen de messen van elkaars keel af halen. WVC-voorzitter Tutu zegt: „Verzoening kan alleen als God vrede in de harten van de mensen brengt”.

Glashelder
Meiring vertelt vervolgens hoe veel voormalige Afrikaner topleiders hebben geworsteld met hun amnestieaanvraag. Zo noemt hij oud-politiehoofdcommissaris generaal Johan van der Merwe. Die voelde zich onzeker, vooral over de vraag waar het proces van de WVC naartoe zou leiden. Maar de generaal sprak ook over frustratie, vooral tegenover de vroegere NP-regeringsfunctionarissen. „Die gaven altijd de opdrachten, maar laten ons thans in de steek”, aldus Van der Merwe.

Zo spreekt Meiring over het „fiasco” van oud-president De Klerk voor de waarheidscommissie, die weigerde ten volle verantwoordelijkheid te dragen voor schendingen van de mensenrechten tijdens zijn presidentschap. Andere politici, zoals oud-minister van buitenlandse zaken Pik Botha en oud-minister van politie Adriaan Vlok, spraken wel openharig over hun schuld.

Zo getuigde Vlok over de bom in het Khotso-huis, het hoofdkantoor van de Zuid-Afrikaanse Raad van Kerken. Na afloop van de getuigenis meldde de Raad van Kerken tevreden te zijn over Vloks getuigenis. De oud-minister kreeg er een brok van in de keel, waarop hij later tegen Meiring zei: „Ik heb het gevoel dat de Heere God mij heeft begeleid in het proces”.

Belangrijk voor verzoening is vooral het leren luisteren naar wat de zwarten te zeggen hebben. „De NG-Kerk kan daarbij een belangrijke rol spelen”, aldus de professor. „Tevens door nadrukkelijker betrokken te raken bij de aanpak van het armoedeprobleem in Zuid-Afrika. Restitutie speelt een voorname rol, zowel geestelijk als financieel. En kerken moeten bij elkaar komen, met eveneens het doel te luisteren, naar de pijn van zwart én wit”.

Probleem voor de korte termijn is volgens Meiring het moreel verval en het geweld in Zuid-Afrika. Maar er is eveneens hoop: „God houdt ook in Zuid-Afrika de mensen in Zijn hand”. Hij wijst daarbij op de jonge veiligheidsagent Eric Taylor, die er tijdens het proces van de waarheidscommissie op stond de familie van het slachtoffer te zien en ermee te spreken. De familie van de door hem vermoorde Matthew Goniwe, een ANC-activist, besloot Taylor daarop te vergeven.

„Toen ik de volgende dag van het verhaal hoorde, belde ik onmiddellijk Tutu”, herinnert Meiring zich nog glashelder. „Maar hij had het verhaal al gehoord. Toen ik daarop de telefoon wilde neerleggen, zei Tutu: Wacht even, boetie, we moeten bidden. En Tutu deed een prachtig gebed over de God van de verrassingen ten opzichte van het verzoeningsproces”.

Nodig
„Het is bijna ongelooflijk hoe blanke en zwarte slachtoffers bereid zijn elkaar te vergeven”, vervolgt Meiring, die nadrukkelijk meldt dat de NG-Kerk de komende jaren veel tijd moet investeren in de pastorale begeleiding van blanken die een persoonlijke schuldbelijdenis willen afleggen.

Waarna de professor nogmaals terugkomt op de verzoening tussen blank en zwart. „De WVC heeft met het verslag de waarheid op tafel gelegd. De tafel is gedekt, nu moet het eten (de verzoening) op tafel komen”. Maar om nogmaals aartsbisschop Tutu aan te halen: „De Heere heeft Zuid-Afrika verrast met de al getoonde verzoening tijdens het waarheidsproces”.

„De Afrikaner is een interessante mens”, vervolgt Meiring, „We overleven altijd. We hebben toekomst in Zuid-Afrika. Gelukkig benadrukken de regering en vooral president Mandela dat nadrukkelijk door te zeggen: We hebben jullie nodig”.