Buitenland |
Prof. Morris weerlegt mythes over triest vluchtelingenvraagstukOorlogsvrees joeg Palestijnen opDoor drs. B. Belder Tegenwoordig doceert Morris als hoogleraar de geschiedenis van het Israëlisch-Arabische conflict aan de Ben Goerion-Universiteit in het zuidelijke Beer-Sheva. Juist over dat belangwekkende thema heeft hij recent het manuscript van een lijvig nieuw boek bij de Amerikaanse uitgever Knopf ingeleverd. Dit werk bestrijkt de periode 1882-1998. Vermoedelijke verschijningsdatum zomer 1999. Nee, het kan echt niet sneller op de markt komen, wimpelt de schrijver lachend mijn ongeduld af. We zitten in de lobby van een Haags hotel. De directe aanleiding tot Morris' kortstondige verblijf in Nederland is een congres (vandaag) over het Palestijnse vluchtelingenprobleem. Het organiserende platform Maak vrede mogelijk nodigde de Joodse expert uit. In het jaar 1948 hadden twee belangrijke politieke gebeurtenissen plaats, steekt Morris meteen van wal. Israëli's en Arabieren voerden oorlog. Een van zijn gevolgen was de stichting van de staat Israël. De andere importante consequentie was de vernietiging van de Palestijnse samenleving. Dat manifesteerde zich deels in het ontstaan van een gigantisch vluchtelingenprobleem. Plusminus 700.000 mensen. Die vluchtelingen, inclusief hun kinderen en kleinkinderen, zijn tot op vandaag bij ons, herinnert en beklemtoont de onderzoeker. Volgens opgave van de VN drie tot vier miljoen personen. Ongeveer eenderde van hen leeft in kampen. Zij blijven tot op heden de kern vormen van het Israëlisch-Arabische conflict. Geen oplossing kan het vluchtelingenvraagstuk buiten beschouwing laten. De kwestie is hét obstakel voor een vredesregeling in het Midden-Oosten. Maar is een redelijke oplossing voor dit onoverzienbare menselijke drama wel ooit mogelijk? Ik weet het niet. Ik ben nogal pessimistisch gestemd. Ten eerste vergt een oplossing enorm veel geld voor hervestiging en herintegratie van de vluchtelingen. Tientallen miljarden dollars. Daarnaast dienen de vluchtelingen hun droom van terugkeer naar de oude woonplaatsen in het huidige Israël definitief op te geven. En daarvan ben ik niet zo zeker. Dezelfde twijfels koester ik over de instelling van al de Arabische staten. Zij hebben het vluchtelingenprobleem altijd als een wapen tegen Israël gehanteerd. Zullen ze daarmee echt willen ophouden...? Reuzenpaard van Troje Ondertussen praten we wel over miljoenen vluchtelingen. Acceptatie van hun terugkeer door Israël zou het einde van de eigen staat betekenen. Op die manier creëer je een vijfde colonne in het groot of, anders gezegd, haal je het paard van Troje binnen, een reuzenpaard. Niemand verwacht dat trouwens van Israël. Het is een onrealistische gedachte dat onze staat een substantieel deel van de Palestijnse vluchtelingen zal willen terugnemen. Er is simpel geen plaats voor hen. Hun vroegere dorpen, steden en velden zijn verwoest of in bezit genomen door Joden. Dubbele mythe Zoals het een goed historicus betaamt, toog Morris ten strijde tegen klassieke mythes. Die ontmaskerde hij zowel aan Israëlische als Arabische zijde. De pijn voor beide partijen was navenant. Welke geijkte geschiedbeelden over de wording van het Palestijnse vluchtelingenvraagstuk weerlegde Morris? De meeste historici aanvaarden tegenwoordig de algemene strekking van mijn boek. En die hoofdstelling weerspreekt min of meer de traditionele verklaringen van Joodse en Arabische kant van het ontstaan van het Palestijnse vluchtelingenvraagstuk. De Arabieren propageerden vanaf 1948 dat de Joden met voorbedachten rade en op systematische wijze de Palestijnen hebben verdreven van hun geboortegrond. Gewoon de uitvoering van een bewust beleid. In die optiek zouden de Joden het land Palestina hebben willen 'zuiveren' van Arabieren. De Joden daarentegen hielden steevast vol dat zij de Arabieren er niet hebben uitgeworpen. De laatsten vertrokken evenwel op uitdrukkelijk verzoek van hun leiders. De reden was evident: zo maakten zij de weg vrij voor de oprukkende Arabische legers. Die hoefden zich dan tenminste geen zorgen over hen te maken. Bovendien konden ze de Joden en passant de schuld geven van die massale vlucht. Het bekende zwartmaken van de vijand. Dé rechtvaardiging weer van de Arabische invasie van Israël. Een alternatieve Israëlische uitleg van de schare Palestijnse vluchtelingen ging uit van een vrijwillige exodus. Onder het motto: Vraag ons alsjeblieft niet naar hun werkelijke motieven! Arabische agressie Israëlische militaire offensieven deden de meeste Palestijnen op de vlucht slaan, zet de deskundige nader uiteen. Let wel, die offensieven maakten deel uit van een oorlog die de Arabieren in feite waren begonnen. Daarover kan geen misverstand bestaan. De Palestijnse Arabieren verzetten zich vanaf november/december 1947 gewapenderhand tegen de oprichting van de staat Israël. Vervolgens vielen Arabische staten in mei 1948 Palestina binnen om de Joodse staat in de kiem te smoren. Joodse veroveringen vloeiden derhalve logisch genoeg uit deze oorlogstoestand voort. Daarenboven fungeerden die Arabische plaatsen als guerrillabases. Legitieme oorlogsdoelen in mijn ogen. Niets mis mee. Het punt is echter dat bij Israëlische aanvallen de plaatselijke Palestijnse bevolking de benen nam. Later liet de staat Israël deze vluchtelingen nooit meer toe. Kun je dat nu een besluit tot verdrijving noemen?, vraagt de wetenschapper zich hardop af. Die opzet stempelde in elk geval niet het daadwerkelijke optreden van de Joodse eenheden in die tijd. Het was geen officieel bevel van hogerhand. De Arabische bevolking vluchtte eenvoudig weg. Het element van verdrijving kwam pas naar voren toen de Israëlische regering haar troepen verordonneerde vluchtelingen niet meer terug te laten keren naar inmiddels veroverde posities, ergo naar Israël. Aan de massale uittocht van Palestijnen lag al met al een complexe oorlogssituatie ten grondslag. Niet alle vluchtelingen zochten uit eigen beweging een veilig heenkomen. Verdrijvingen door Israëlische troepen hadden evengoed plaats, informeert Morris. De gebeurtenissen van juli 1948 in Lydda en Ramle leveren het bewijs. Binnen luttele dagen werden daar 60.000 mensen verjaagd. Om plausibele strategische en politieke redenen. Anderzijds adviseerden, respectievelijk bevalen plaatselijke Arabische leiders hun hele achterban of alleen de vrouwen en kinderen weg te gaan. Die laatste maatregel ondermijnde weer het moreel van de achterblijvende mannen, ja maakte het hen gemakkelijker eveneens huis en haard te verlaten. En daarmee is het scala van vluchtfactoren nog lang niet uitgeput. Intussen werkt prof. Morris aan een herziene editie van zijn these over de oorsprongen van het Palestijnse vluchtelingenvraagstuk. Toen ik mijn boek schreef, was een van de cruciale archieven gesloten, dat van het Israëlische leger. Defensie voert echter de laatste jaren een veel liberaler beleid, dat wil zeggen een indrukwekkende hoeveelheid documentatie over de jaren 1947 tot 1956 maakt nu een scherper historisch beeld mogelijk. Ik stuit bijvoorbeeld op meer gevallen van intimidatie en verdrijvingen van Palestijnen door de Israëlische strijdmacht. |
![]() |